De ooievaar heeft iets van een briesende leeuw
„Elke tuin is een boek, waarin men de wonderen van God kan zien die Hij dagelijks doet.” Aan deze woorden van Maarten Luther moest ik denken toen ik ”De waakzame grutto” van ds. M. van Reenen las.
In navolging van de wijze Salomo, die ook oog had voor de scheppingswerken des Heeren, geruggensteund door artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en geïnspireerd door ”De ware gemeenschap met God” van Hugo Binning en niet het minst door de gelijkenissen van de Zaligmaker, belicht ds. Van Reenen allerlei voorvallen uit het rijk der natuur. Het gaat om artikelen die hij eerder in de Veluwse Kerkbode schreef. Hij doet dat met kennis van zaken. De hersteld hervormde predikant is met liefde voor de schepping opgevoed. Tevens houdt hij een moestuin bij.
Het voert te ver om alle voorbeelden te noemen die hij aangrijpt om lering uit de natuur te trekken. Men leze zelf. Het ene voorval zal meer aanspreken dan het andere. Heel aardig vond ik het hoofdstuk over het net dat over het gezaaide moet worden gespannen tegen de mussen. De les daaruit is dat we zo ook de jongeren zo veel mogelijk beschermen tegen allerlei schadelijke invloeden in hun jonge levens. Volgens de auteur voldoet internet daaraan niet. Scherp opgemerkt.
Graag ziet de schrijver met name predikanten op de fiets. Vanuit het oogpunt van de milieuproblematiek acht hij de fiets een veel „christelijker en aangenamer vervoermiddel” dan de auto. Tevens geeft het zijn in de vrije natuur meer stof tot meditatie, is zijn ervaring. Er is zo veel moois wat de Heere ons gelaten heeft ondanks de gebrokenheid na de zondeval. Dat alles geen pais en vree in het rijk der natuur meer is na de val, laat de auteur niet onbesproken. Hoewel in de Heilige Schrift de ooievaar als voorbeeld gezien wordt van het kennen van de tijden ziet ds. Van Reenen ook iets anders. De ooievaar is een rover eersteklas, met name van jonge grutto’s. Vandaar dat hij ”de waakzame grutto” (de titel van het boek) tegenover de ooievaar zet, die lijkt op de boze, die als een briesende leeuw rondgaat zoekend wie hij zou mogen verslinden.
Na het boek gelezen te hebben kwam me een voorval uit het leven van de dichter J. W. Schulte Nordholt in herinnering. Deze bracht zijn jeugd door in Wezep onder de rook van Oldebroek. Ook hij dwaalde nog wel eens over de Noord-Veluwe. Tijdens een tochtje door het bos merkte hij een ouder echtpaar in Veluwse dracht op. Hand in hand stonden ze te zingen: „Het ruime hemelrond vertelt met blijde mond Gods eer en heerlijkheid.”
Ds. Van Reenen wijst op het juiste evenwicht, want aan zowel ”het ruime hemelrond” als aan ”des Heeren wet” geeft hij aandacht.
Boekgegevens
”De waakzame grutto”, ds. M. van Reenen; uitg. De Banier; 136 blz.; 13,95