Veteranen Srebrenica krijgen zaterdag eerherstel van kabinet
De militairen die in 1995 de Bosnische enclave Srebrenica moesten bewaken, krijgen eerherstel van het kabinet. Dat bevestigt een defensiewoordvoerder na berichtgeving door De Telegraaf. Premier Mark Rutte en defensieminister Kajsa Ollongren zullen hun „erkenning en waardering” uitspreken naar de militairen, en onderschrijven dat zij op een onmogelijke missie zijn gestuurd.
Op de Oranjekazerne in Schaarsbergen zullen de bewindslieden honderden militairen toespreken. Ook Onno Eichelsheim, de hoogste militair van het land, is erbij. De defensiewoordvoerder kan niet zeggen of het kabinet zaterdag ook excuses maakt aan de militairen.
Het kabinet had al eerder toegezegd met eerherstel te komen, na een advies van een commissie onder leiding van Hans Borstlap. Vanwege de coronamaatregelen was het niet mogelijk om de ceremonie eerder te laten plaatsvinden.
Na het advies van Borstlap kregen de Dutchbat-veteranen al een tegemoetkoming van 5000 euro. Ook gaat het kabinet zorgen dat veteranen Srebrenica nog eens kunnen bezoeken, in het kader van verwerking.
De commissie-Borstlap concludeerde dat een meerderheid van de Dutchbatters zich onvoldoende gesteund voelden door Defensie, het kabinet en de samenleving. Ook schetsten de media een te negatief beeld van de missie, vinden veel veteranen.
De belegering van de enclave Srebrenica eindigde in genocide: ruim 8000 islamitische mannen en jongens werden vermoord door Bosnisch-Servische troepen. De Nederlandse blauwhelmen konden de massamoord niet voorkomen. Veel Dutchbat-militairen kampen hierdoor nog steeds met psychische problemen.