Met Russisch kun je lang niet overal meer terecht in Oekraïne
De Russische taal verliest terrein in Oekraïne. Dat levert een lastige eerste vraag op bij interviews.
Voorzichtig begin ik mijn interviews in Oekraïne met de vraag: „Vind je het goed als ik Russisch met je spreek?” Gesteld in het Russisch. In lichte spanning wacht ik het antwoord af. Want Russisch is de taal van de bezetter. Loopt hij of zij geïrriteerd weg? Accepteert de geïnterviewde het om in het Russisch te praten? Of antwoordt hij of zij in het Oekraïens. Dat ik soms versta, maar meestal niet, waarmee het gesprek dus van korte duur is.
Sinds de oorlog stappen Oekraïners over van het Russisch naar het Oekraïens. Want het Russisch is de taal van de vijand. Maar bovenal: door Oekraïens te spreken versterken ze de Oekraïense identiteit. Bij een onafhankelijke staat hoort een eigen taal. Het is een door Poetin onbedoelde bijwerking van zijn oorlog in Oekraïne. Het is een ontwikkeling die eigenlijk al langer gaande is. Nadat Rusland het schiereiland de Krim annexeerde in 2014 en de oorlog begon in Oost-Oekraïne, groeide het Oekraïense bewustzijn – en dus de aandacht voor de eigen taal.
Maar politici misbruiken de taal. Het is spelen met vuur, zei Sergej Pachomenko (45), docent geschiedenis aan de Humanitaire Staatsuniversiteit in Marioepol al eens in 2016. Politici in Kiev en Moskou gebruiken de taal om zieltjes te winnen en kampen tegen elkaar op te zetten. Dat vuur ontbrandde al in 2014, na de revolutie op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev. Het Oekraïense parlement draaide toen een wet terug, waardoor het Russisch zijn officiële status verloor. Waarnemend president Oleksandr Toertsjinov ondertekende het besluit niet, maar het was al te laat. Moskou zag zijn kans schoon en riep dat Russischtaligen in Oekraïne werden onderdrukt en beschermd moesten worden. Wat volgde, was de annexatie en de oorlog in Oost-Oekraïne.
Ook nu zegt het Kremlin op te komen voor de Russischtaligen, al vallen er op hun huizen Russische bommen. Hun taalrechten zijn aangetast, meent het Kremlin. Onder Petro Porosjenko, president tot 2019, zijn wetten geïntroduceerd ter bevordering van het Oekraïens, ten koste van het Russisch. Maar zijn opvolger en huidig president Volodimir Zelenski is daar minder uitgesproken over. Hij groeide op met Russisch als voertaal.
Terug naar mijn licht gespannen eerste interviewvraag. Ik kan opgelucht ademhalen. Want bij vrijwel ieder interview kan ik in het Russisch verder. Natuurlijk, een enkeling volhardt in het Oekraïens. In een ziekenhuis blijft de gewonde soldaat Sergej (24) Oekraïens praten, terwijl ik in het Russisch de vragen stel. Gelukkig is er een Oekraïense fotograaf aanwezig die het vertalen op zich neemt.
Maar zijn vier collega’s die ik spreek op 7 kilometer van de gevechtslinie doen totaal niet moeilijk over het Russisch. Het is de taal waarmee zij zijn opgegroeid. „Russisch, Chinees, het maakt mij niet uit”, bromt de 43-jarige commandant Maksym Grebennik.