Tijdens de Lambeth-conferentie, een bijeenkomst van leiders van de wereldwijde Anglicaanse Kerk, zullen deze zomer geen „resoluties” over gevoelige punten worden aangenomen. Er zullen slechts „oproepen” worden gedaan.
Dat heeft aartsbisschop Justin Welby, leider van de Anglicaanse Kerk in Engeland, vorige week gezegd in een videoboodschap. De Lambeth-conferentie, die eens in de tien jaar wordt gehouden, vindt plaats van 26 juli tot 8 augustus in het Engelse Canterbury.
Welby lijkt daarmee een poging te doen om de leiders van kritische delen van de kerk toch naar de conferentie te krijgen. Leiders van de Anglicaanse Kerk in Nigeria, Rwanda en Oeganda hebben aangegeven niet te zullen komen, omdat tijdens de vorige conferentie niet naar hun stem in geluisterd. De kerken in deze Afrikaanse landen behoren tot de behoudende Gafcon-beweging. Zij zijn onder meer tegen de goedkeuring van homoseksuele relaties door de kerk.
Welby zegt dat het aannemen van resoluties niet meer werkt. Resoluties die tijdens de laatste Lambeth-conferenties zijn aangenomen, werden niet overal uitgevoerd. „Dat is wat verwarrend.”
Daarom zullen de besluiten van de komende vergadering in de vorm van oproepen (”calls”) naar buiten worden gebracht. Elke kerkprovincie kan dan zelf besluiten hoe zij op de oproep zal reageren.
De onderwerpen die tijdens het komende overleg op de agenda staan, gaan over zending, klimaatverandering en vervolging. Het steekt de leiders van de Afrikaanse kerkprovincies dat het onderwerp seksualiteit niet op de agenda lijkt te komen. „De problemen die ontstaan zijn door de acceptatie van homoseksualiteit als een normale manier van leven, worden daarmee ontkend”, vinden de Afrikaanse kerken. „In plaats daarvan richt Lambeth 2022 de aandacht op zaken die meer aan de rand staan.”
De kerk moet bij deze onderwerpen veel meer vanuit een Bijbels-theologische visie denken dan vanuit sociale aspecten, stellen de kerkleiders.
Welby vindt dat de Afrikaanse kerken de geagendeerde onderwerpen te licht wegen. Welby roept op tot eenheid en verwijst daarbij naar Johannes 17:21.