Godsdienstdocent Kriekaard: EO-Jongerendag trekt ook refojeugd
„De aantrekkingskracht van de EO-Jongerendag op jongens en meiden uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte neemt eerder iets toe dan af”, merkt Jeroen Kriekaard, docent godsdienst op het Driestar College.
In haast alle klassen van de Goudse reformatorische scholengemeenschap, en zeker in die van de bovenbouw, zijn er leerlingen die deze zaterdag naar de EO-Jongerendag gaan, ziet Kriekaard (34), docent godsdienst in havo- en vwoklassen. „In de houding van leerlingen proef ik wel een verschil met een jaar of tien geleden. Toen ging het in mijn beleving vaker om leerlingen die het gewoon eens wilden uitproberen. Nu zie ik steeds meer jongeren die doelbewust zoeken naar een andere geloofsbeleving en die daar handen en voeten aan willen geven. Hun keuze staat eigenlijk al vast. En o ja, dan willen ze daarna ook nog wel even mijn mening horen.”
De EO-Jongerendag, dit jaar in de Rotterdamse Ahoy, is dus zeker niet iets van alleen ”zij daar” of van ”de evangelischen”, maar oefent ook op refojongeren aantrekkingskracht uit, „tot in de rechterflank van de gereformeerde gezindte toe”, stelt de Driestardocent. Elk jaar heeft hij er met leerlingen wel gesprekken over; soms voor, soms na het bekende evenement. „Ik probeer dan altijd goed te luisteren. Waarom gaan of gingen jongeren erheen? Wat hopen ze daar te vinden?”
De antwoorden die hij krijgt verschillen, maar komen nogal eens neer op: „Het is gewoon leuk” of „Het is daar tenminste niet zo saai als in de kerk.” „Dat kan het moment zijn waarop ik ze vraag om samen eens in de Bijbel te gaan zoeken naar wat de Heere Zelf zegt over hoe Hij gediend wil worden.”
Binnenkamer
Dat dit een belangrijke vraag is, blijkt voldoende uit de woorden van de Heere Jezus, toen hij predikte dat velen, als zij bij hun sterven voor God moeten verschijnen, „zullen zeggen: hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd?, maar dat de Zoon des Mensen dan zal antwoorden: Ik heb u nooit gekend”, stelt Kriekaard. „Ik wijs er ook altijd op wat de Meester zei over het juiste dienen van God. Hij zei „Onderzoekt de Schriften” en „Ga in je binnenkamer.” In de Bijbel lees ik dat de Heere vooral gediend wil worden door dagelijkse omgang met het Woord, in eenvoud, orde en rust. Wie God zó zoekt, loopt ook minder het gevaar om –zoals op eenmalige massabijeenkomsten wel gebeurt– het emotionele aan te zien voor het geestelijke.”
Zomaar en al te gemakkelijk neersabelen van evenementen als de EO-Jongerendag –dit jaar goed voor 15.000 bezoekers– wil hij niet. „Dan zou ik geen recht doen aan wat onze jeugd bezighoudt. Onze jongeren zijn veelal zóékende jongeren. Daarom wil ik niet te snel oordelen, maar goed naar hen luisteren.”
Zelf een EO-Jongerendag bezoeken om op die wijze beter met leerlingen in gesprek te kunnen, is voor Kriekaard „geen optie.” Wel luistert hij vaak de toespraken terug. „Ik wil weten wat jongeren gehoord hebben.” Wat hij dan haast altijd mist, is „dat wij mensen verloren liggen in zonde en schuld. Zeker, het klopt dat we voor onze redding bij Christus moeten zijn. Maar wat veelal ontbreekt, is de vraag waaróm we ons heil bij Hem moeten zoeken. De boodschap is echt erg eenzijdig.”
Hoe dan ook roepen evenementen als de EO-Jongerendag gevestigde kerken altijd weer op tot zelfreflectie, vindt de Goudse docent. „Bieden we voldoende alternatieven? Stralen we genoeg uit hoe goed het is om, in alle eenvoud, orde en rust, God te dienen? Laten we voldoende uitkomen dat wie Hem met zijn of haar hele hart zoekt, Hem ook zal vinden?”