Honderd dagen oorlog in Oekraïne
Alles is verwrongen, grijs en grauw de puinhoop. Lagen gruis en stof, de as rookt. Alles zwartgeblakerd, huizen zonder ramen. Vallende mortiergranaten. Om de hoek loert de Rus. Kraters, kogelgaten. Tanks staan in de straten.
Blik eens in de ogen van de broze naaste. Peil ze tot de diepste laagte. Huis en haard verlaten, halsoverkop vluchten, met niets dan een handvol spullen. Drukkend leed, dreigend lot. Nacht van bange dromen. Sterven, duizend doden.
Honderd dagen oorlog. Zelfs een duif in Charkiv werd schielijk geraakt, hij bloedt nog. Ergens in een hoekje zit hij stil, verfomfaaid. Zinnebeeld van argeloosheid. Op de stoep drupt zijn bloed. Waar is de olijftak, teken van de eendracht?
Elke tien seconden updates in de liveblogs. Leeg de ziel die afgestompt is. Hij wil liefst ontkennen, alles niet meer weten, terug naar het geruste leven. Ogen toe voor het bloed, voor de gruwelbeelden; waanzin, nergens rede.
In de kille krochten heerst de boze leugen. Wordt het kwade ooit beteugeld? God meet met Zijn paslood al ons aards gemodder, zet straks alles recht wat krom is. Onrecht en wreed geweld zijn dan afgelopen. Eens wint mededogen.
André Dorst en Niek Stam fotografeerden honderd vluchtelingen in Barneveld, IJsselmuiden en Kesteren