Onderwijs & opvoedingHuisje boompje gesprekje
Kun je je voorbereiden op de opvoeding van je nog ongeboren baby?

Na maanden van verwachting is het zover. Je wordt vader of moeder. Dat is en blijft een bijzonder moment. Kun je je voorbereiden op die grote verandering? „Ja”, luidt het antwoord van de maker van Huisje Boompje Gesprekje. Sinds kort ligt het vragenspel in de wachtkamers van een aantal verloskundigenpraktijken. Een jong stel biedt zich aan als testpanel.

beeld Cees van der Wal
beeld Cees van der Wal

De box staat al klaar naast de bank in de woonkamer van Jan en Adriënne (29 en 23) Bij de Vaate uit Goudriaan. In de babykamer hoeft Jan alleen nog wat aan de muur te hangen en dan is die ook klaar voor de komst van hun eerste kindje. Over alle praktische zaken in huis hebben de aanstaande ouders met elkaar overlegd. Nu is het tijd om te kijken of een vragenspel hen ook een handje kan helpen bij de voorbereiding op wat hun te wachten staat in de opvoeding.

Jan pakt het spelletje Huisje Boompje Gesprekje uit en leest de instructie: „Hoi, aanstaande ouders. Gefeliciteerd! Jullie leven zal nooit meer hetzelfde zijn. De kaartjes in het doosje geven inspiratie voor veel gesprekken over je nieuwe leven.”

Spelregels zijn er niet. Als suggestie staat er: „Gezellig tijdens een avond met een alcoholvrij biertje of af en toe een kaartje tijdens het avondeten. Bedenk wat voor jullie het beste werkt en heb vooral veel plezier ermee.”

Hobby’s

Jan en Adriënne kiezen ervoor om de beurt een kaartje te pakken en zich te laten verrassen door de vraag. De aanstaande vader bijt het spits af: „Verwacht je dat er iets gaat veranderen wat betreft de tijd die je hebt voor hobby’s, vriendschappen en/of tijd voor jezelf?” Adriënne: „Het zou een gebrek aan inzicht zijn als je denkt dat dat niet zo is.” Als ze zelf een vraag hadden gekozen, was deze het niet geworden. Toch ontspint zich een heel gesprek. Over hoe de contacten met de vriendinnengroep zullen zijn, over de wens om niet teruggetrokken te leven met slechts oog voor je kind, over hoe hun hobby’s als wandelen en lezen makkelijk in te passen zijn. „Alleen met klussen moet ik oppassen dat ik niet ga boren als de baby ligt te slapen”, bedenkt Jan.

18291593.JPG
beeld Cees van der Wal

Adriënne legt de volgende vraag op tafel: „Hoe gaan we ons kind zelfvertrouwen geven?” Het blijft even stil. „Sowieso door een positieve benadering”, begint ze. Jan gunt z’n kind meer zelfvertrouwen dan hijzelf heeft. „Ik ben iemand die graag de kat uit de boom kijkt en het soms lastig vindt om op mensen af te stappen. Als je je kind daarin meer stimuleert, voelt het zich vrijer om dat te doen.”

Op het volgende kaartje staat geen vraag, maar een stelling: „Mijn kind komt uit de kast en dat vind ik helemaal geen probleem.” Weer is het Adriënne die als eerste reageert. „Dit is te stellig. Als ik het zou horen, zou ik niet zo m’n bed in kunnen stappen en slapen. Ik hoop vooral dat ons kind niet drie jaar met vragen rondloopt voordat het de ruimte voelt om ze met ons te delen. De deur blijft altijd open, ook als hij of zij keuzes maakt die de mijne niet zijn.” Jan valt haar bij: „Ja, het blijft wel je kind. Het zal veel tact vragen om op een goede manier met zo’n situatie om te gaan.”

Spannend

De maker van Huisje Boompje Gesprekje, Anne-Fleur Mateboer (36), zou het zelf spannend hebben gevonden om de vragen te bespreken in aanwezigheid van derden. „En ik denk dat ik Gerrit, mijn man, niet zover had gekregen. Vrouwen zien sowieso meer in het spel dan mannen. Vaak zijn zij het die de vragen het huis binnenbrengen en dan de man verleiden tot een gesprek. Achteraf zeggen veel mannen dat ze deze ontspannen manier van praten wel kunnen waarderen.”

Het idee voor het vragenspel is bij Anne-Fleur geboren toen ze in verwachting was. „Het krijgen van een kind zet je leven op z’n kop. Ik raakte niet uitgepraat over ons nieuwe leven, zo vol was ik ervan. Zo’n grote levensverandering is spannend en je wilt je daarop goed voorbereiden. Ik werkte in het verandermanagement en ik denk dat ik onbewust de kennis daarvan thuis heb toegepast. Voor onszelf ben ik vragen gaan verzinnen. Aan uitgeven dacht ik toen nog niet. Het was een hobby.”

Inmiddels is Pepijn, hun zoon, 3,5 jaar oud en heeft Anne-Fleur van haar hobby haar werk gemaakt. Ze verdiepte zich in de vraag wat een goede vraag is. Hoe kun je mensen prikkelen en uitnodigen tot een gesprek? Verder gaf ze haar oren en ogen goed de kost om te ontdekken welke opvoedthema’s er bij ouders leven. „Uiteindelijk had ik meer dan 150 vragen en moest ik harde keuzes gaan maken. Ruim een derde kreeg een plek in het doosje.”

18291594.JPG
beeld Cees van der Wal

Er zijn vragen waarover ze geen enkele twijfel had, die moesten er zeker in. „Bijvoorbeeld over wie er ’s nachts z’n bed uit gaat als de baby huilt. Ik zag bij vriendinnen hoe dit tot irritaties kan leiden als je dit niet rustig bespreekt vooraf. Vanuit het verandermanagement weet ik dat het handig is om je verwachtingen een keer te hebben uitgesproken, voordat de verandering zich voordoet. Dat maakt het makkelijker om er later op terug te komen. Met elkaar praten over wie z’n bed uit gaat is makkelijker als je uitgerust bent. Praat je er voor het eerst over als je allebei moe in bed ligt en moet beslissen wie eruit gaat, dan is dat ingewikkelder.”

In huize Bij de Vaate komt deze vraag ook op tafel. De voedingskeuze blijkt hier richtinggevend. Adriënne: „Ik denk dat het meer op mij zal aankomen, omdat ik van plan ben borstvoeding te geven. De wieg staat ook aan mijn kant van het bed. Ik hoop wel dat je me de eerste nachten even helpt.” Jan: „Ik ben niet te beroerd om eruit te komen.” Lachend: Draai het dag- en nachtritme gerust om. Ik krijg toch vijf dagen vrij van de baas.”

Als op een kaartje wordt gevraagd naar de rol van religie of spiritualiteit in de opvoeding, reageert dit christelijke stel verheugd. Jan: „Het geloof is de basis van de opvoeding, de zin en inhoud van het leven. Dit kind krijgen we van God.” Adriënne: „Het is mooi als je kind mag gaan leren Wie God is, Wie de Heere Jezus is. Een kind kan van die oprechte vragen stellen. Daar zie ik naar uit.”

Tot nu toe pakten Jan en Adriënne telkens de bovenste kaart van de stapel. Ter afronding van het spel gaan ze gericht op zoek naar een vraag die ze de ander willen stellen. Jan kiest: „Hoe ga je om met (goedbedoelde) adviezen van anderen?” Adriënne: „Daar hadden we het pas nog over. Ik ben gevoeliger voor de mening van anderen dan jij. Jij trekt makkelijker je eigen plan. Toch lijkt het me ook fijn om advies van anderen te krijgen, want ik ben onervaren in het opvoeden. Aan de andere kant weet ik ook dat wat bij het ene kind werkt, bij het andere niet hoeft te werken.”

Adriënne doorzoekt de stapel en legt Jan de geselecteerde vraag voor: „Welke eigenschappen hoop je dat ons kind niet overneemt van mij en van jezelf?” Jan denkt rustig na en zegt dan: „Ik hoop dat ons kind meer voor zichzelf opkomt, daadkrachtiger is dan ik. Iets meer zelfvertrouwen mag wel. Van Adriënne mag het kind alles overnemen.” Lachend: „Ze is perfect en heeft geen eigenschappen waar ik me aan stoor.” Adriënne weet wel iets van zichzelf te noemen: „Ik hoop dat het kind makkelijker z’n emoties kan benoemen. Als ik als kind boos of chagrijnig was, kon ik erin blijven hangen. Al moest het wel opgelost zijn voordat ik ging slapen.”

Diversiteit

Na het beantwoorden van de vragen is het tijd voor de beoordeling ervan. Beiden zijn positief. Jan: „De diversiteit aan onderwerpen is groot en de vragen zijn open gesteld en lokken daardoor een gesprek uit. Bij het ene kaartje blik je terug, bij het andere vooruit. Wat ik vooral goed vind aan dit spel is dat ik moet uitspreken wat ik denk.” Adriënne: „Deze vragen vind ik beter dan die uit de 
Kletspot die wij bij m’n ouders thuis wel eens gebruikten. Daar zitten vragen bij die ver van je af staan. Bij Huisje Boompje Gesprekje heb ik dat gevoel niet gehad. Ik heb geen vraag gezien die ik niet zou willen bespreken.”

Het stel is van plan het spel vaker te doen. Alle kaartjes moeten worden besproken. Adriënne: „Daarna geef ik het misschien wel aan anderen. Als je alle vragen een keer hebt gehad, heeft het spel weinig meer toe te voegen. Al kan het grappig zijn om het over vijf of tien jaar nog eens te doen en de antwoorden van nu erbij te pakken.”

Nu de zwangerschapsteller op 35 weken staat, zien de aanstaande ouders vooral verlangend uit naar wat komt. Mede dankzij het spel hebben ze zich een voorstelling gemaakt van de invulling van hun dag over een jaar. Als Jan voor z’n werk langs de koffieautomaten bij bedrijven gaat, neemt Adriënne het kind mee op de fiets en gaat ze langs wat dieren in de buurt, of langs familie. En als zij op de hartafdeling van het ziekenhuis bezig is, loopt hij als een trotse vader achter de wandelwagen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer