Een deel van de Tweede Kamer vindt het onvoorstelbaar dat ook onder kabinet Rutte IV kinderen van hun door de toeslagenaffaire gedupeerde ouders gedwongen zijn gescheiden. Het kabinet Rutte III trad af vanwege de toeslagenaffaire, maar de uithuisplaatsingen gingen onder het volgende kabinet door, merkten meerdere Kamerleden op.
Dat was de breed gedeelde kritiek van vooral de oppositie op het kabinet, in het Kamerdebat over de uithuisplaatsingen. De scheiding van ouders en kinderen is een dieptepunt in de toeslagenaffaire, zei SGP-Kamerlid Kees van der Staaij. „Het feit is dat de overheid hier geen oplossing bood, maar juist het probleem was. De overheid heeft leed toegevoegd. We voelen ons verplicht om alles op op alles te zetten om zo snel mogelijk foute besluiten terug te draaien.”
Daar is de voltallige Kamer het mee eens. Als het verantwoord is, moeten kinderen en ouders zo snel mogelijk worden herenigd, maar op zijn minst moet het contact met elkaar worden hersteld. Oneens is de Kamer het over de snelheid waarmee dat moet gebeuren.
De meeste oppositiepartijen vinden dat de getroffen ouders en kinderen voor 1 juli moeten weten waar ze aan toe zijn. Coalitiepartijen zijn terughoudender. Ook zij vinden dat snelheid is geboden, maar willen geen onrealistische verwachtingen bij de gedupeerde ouders en kinderen wekken.
Een deel van de Kamer wil een onafhankelijk onderzoek naar de uithuisplaatsingen. Diverse oppositie- en coalitiepartijen vinden ook dat het speciale ondersteuningsteam meer doorzettingsmacht moet krijgen. Zij moeten meer kunnen doen dan slechts een luisterend oor bieden aan ouders en kinderen en hen ondersteuning geven als zij via de rechter een einde aan die gedwongen uithuisplaatsing willen maken, maar ook knopen kunnen doorhakken.
Het debat is nu geschorst. Straks reageren de bewindslieden, waaronder premier Mark Rutte, op de inbreng van de Kamer.