Volgens voorzitter Kees de Jong van de LTO-vakgroep Pluimveehouderij is het ministerie van Landbouw voorzichtig met verlichting van de maatregelen. Normaliter vervalt bijvoorbeeld het vervoersverbod voor pluimvee, eieren en mest in de 10 kilometer-zone rond een besmet bedrijf na dertig dagen. Er zijn nu echter zoveel zones met beperkingen die elkaar in meer of mindere mate overlappen, dat versoepeling voorlopig niet aan de orde is. „Het moet een week of vier rustig zijn in het hele gebied”, zegt De Jong vrijdag.

Door de beperkingen worden volgens hem zo’n 400 boerderijen in de omgeving van Voorthuizen, Barneveld, Terschuur en Lunteren getroffen. Consumptie-eieren, broedeieren, eendagskuikens en slachtrijpe vleeskuikens mogen onder bepaalde voorwaarden het gebied uit. Dat betekent onder meer dat winkels beleverd blijven worden met eieren.

„Voor opfokkippen is er nog geen regeling. Dat zou als het te lang duurt tot welzijnsproblemen kunnen leiden, omdat die dieren op een gegeven moment eieren gaan leggen”, zegt De Jong.

In de genoemde plaatsen zijn sinds 12 april elf bedrijven besmet gebleken. De kippen en eenden op die bedrijven zijn geruimd. Dat geldt ook voor het pluimvee op 22 bedrijven in de directe omgeving (binnen 1 kilometer). De meest recente uitbraak was maandag 2 mei op een opfokbedrijf in Lunteren. Bij een onverhoopte nieuwe uitbraak begint de teller voor versoepelingen volgens De Jong weer op nul.

Diergezondheidsfonds

Door de vele ruimingen in heel Nederland sinds oktober komt het plafond van het zogeheten diergezondheidsfonds in zicht. Uit dit fonds, dat door de sector zelf achteraf wordt gevuld, ontvangen betrokken pluimveehouders de dagwaarde van hun geruimde dieren.

Het ministerie van Landbouw schiet de kosten voor. Volgend seizoen betalen pluimveehouders per opgezette leghen of vleeskuiken een bijdrage. Die liegt er niet om, voorspelt De Jong. „Je praat voor een gemiddeld bedrijf al gauw over 20.000 tot 25.000 euro, dat is zeven of acht keer hoger dan de afgelopen jaren.”

Enkele jaren geleden heeft de sector met de overheid afgesproken dat ze in de periode 2019 tot en met 2023 zelf maximaal 30 miljoen euro bijdraagt. Is de schade groter, dan legt de overheid bij. „Ik schat dat die 30 miljoen nu al zo’n beetje bereikt is”, zegt De Jong. Onderhandelingen voor de periode na 2023 starten komend najaar.

Hoogpathogene (zeer besmettelijke) vogelgriep grijpt wereldwijd om zich heen. De oplossing moet komen van vaccinatie, zegt De Jong. Een doeltreffend vaccin is er nog niet, maar gaat er volgens hem zeker komen, mits handelsblokken als de Europese Unie en de Verenigde Staten toestemming geven voor verhandeling van producten van gevaccineerde kippen.