Daniella Grushetska (16) vluchtte begin maart met haar familie van Oekraïne naar Nederland toen de Russen haar land binnenvielen. Haar vader is voorganger van de gemeente in Reya en wil snel weer terug naar Oekraïne, omdat hij voelt dat hij daar nodig is. Maar de situatie is uiterst onzeker.
Maandag 3 mei
Vandaag wil ik vooral schrijven over mezelf, hoe ik me voel, en vele anderen met mij, nu deze oorlog al 68 dagen duurt. Ik was ontzettend bang toen president Zelenski op de ochtend van 24 februari de woorden uitsprak: „We roepen in heel ons land de staat van beleg af.” Om precies te zijn: ik was om vijf uur ’s ochtends niet bang van de wekker die afging, maar van een explosie. Sinds die dag hebben we veel gebeden en verhoring ervaren.
We hebben gebeden voor de evacuatie van de honderden Oekraïners die zich schuilhouden in de ondergrondse ruimtes van de staalfabriek Azovstal in Marioepol. Al heel lang zouden deze mensen worden geëvacueerd, maar steeds kwam er wat tussen en werd de evacuatie weer uitgesteld. Uiteindelijk was het dan toch zover – God is barmhartig!
Spoedig nadat honderden mensen het Azovstal-complex hadden verlaten en met bussen waren vertrokken, begonnen Russische troepen Azovstal weer te bombarderen. Ik kan me nauwelijks voorstellen hoe die mensen in de Azovstal-fabriek zich de afgelopen weken moeten hebben gevoeld. Ik vind het zo moeilijk om me in te leven wat zij hebben gedacht, wat ze moesten meemaken en wat er in hen omging.
Je kunt je dat ook zo moeilijk voorstellen omdat je, net als ik, niet door deze verschrikking hoefde te gaan. U, jij en ik waren niet al die weken hongerig, koud en nat in de kelders van de fabriek zonder de lucht te kunnen zien. We weten niet hoe het was om met honderden vreemden samengepakt te zitten, met tientallen huilende kinderen om je heen. We weten niet hoe het is! En God staat niet toe dat we het begrijpen.
Mijn vader is voorganger in de gemeente van Reya en hij vertelde me iets wat hij ook aan de kerkgangers vertelde. Ik wil dit graag met jullie delen. Ieder van ons maakt op fysiek en materieel niveau zijn eigen oorlog mee. De oorlog veranderde onze levens radicaal. De ”Titanic” van ons welvarende en vreedzame leven is gezonken. En nu dobberen we in het water of zitten we in een bootje.
Het is zo belangrijk voor ons om niet alleen aan onszelf te denken. We kunnen degenen niet helpen die ver weg zijn. We zijn zelfs niet in staat om iedereen te helpen die dichtbij is. Maar het is zo belangrijk om alles in het werk te stellen om te voorkomen dat we de geestelijke oorlog verliezen.
Op geestelijk niveau hebben we allemaal een oorlog te voeren. We hebben een vijand: de duivel, en een front: verleiding, verzoeking, angsten, zorgen, wraak, frustratie en wanhoop. De duivel probeert zijn doel te bereiken en ons van God af te houden. Er is een oorlog achter de oorlog. We hebben een achterhoede: de troost van de Heilige Geest; een Generaal: de Heere Jezus Christus; een wapen: gebed en het Woord van God. Je moet vechten tegen je eigen lusten en je zelfzuchtige vlees. Pas dan zul je overwinnen. Lees maar in Efeze 6.
Woensdag 4 mei
Onze president, Volodimir Zelenski, post elke dag filmpjes op Instagram zodat we alleen betrouwbare informatie horen, want er gaat een heleboel nepnieuws rond. Ik luister ook graag naar politiek en militair commentator Arestovich. Het geeft rust om naar zijn filmpjes te kijken. Hij is een christen. Ik luister elke dag naar wat Zelenski en Arestovich te zeggen hebben.
Mijn vader popelt om naar Oekraïne terug te gaan. Hij is voorganger en voelt zich daar echt nodig, ondanks zijn gebroken been. Maar we weten nog steeds niet wanneer dat kan, omdat de situatie in Oekraïne verslechtert en niemand weet hoe de situatie morgen zal zijn. We hopen het beste ervan, maar we zijn voorbereid op het ergste.
Eens dachten we ook dat het coronavirus nooit zou verdwijnen. Maar we horen er nu steeds minder over. Ik hoop dat de oorlog sneller verdwijnt dan het coronavirus. Aan alles komt een eind en aan alles moet een einde komen. Maar ten koste van welke verliezen? Welke offers moeten er eerst nog worden gebracht? We weten het niet. Maar we weten dat het zal gebeuren.
Mijn verhaal heeft geen happy end, omdat er zo veel slachtoffers zijn, zo veel verlies wordt geleden en de gevolgen zo verschrikkelijk zijn. Ik hoop dat mensen door al hun problemen heen God zien, Hem liefhebben en Hem vertrouwen.