Commando’s stappen uit de schaduw
Het werk van speciale eenheden was traditioneel omhuld door een waas van geheimzinnigheid. Niet langer; nu volgen sportieve Nederlanders voor het oog van de camera’s zware militaire training. En oud-commando’s schrijven boeken waarin ze opener dan ooit zijn over hun werk. Waar komt die openheid vandaan?
Urenlang door een rivierbed lopen met een zware zandzak in je armen. Van een brug af springen. In het donker door een bos navigeren met een kompas terwijl je amper twee uur hebt geslapen. Je leiderschapskwaliteiten testen terwijl er een militaire instructeur vorsend toe staat te kijken. Onder grote druk toch koel blijven en de juiste beslissing nemen.
Wie weleens een fragment van de tv-serie Kamp van Koningsbrugge heeft gezien, weet dat de opleiding tot commando niet bepaald gemakkelijk is. In de serie ondergaan vijftien Nederlanders dezelfde training die soldaten krijgen als ze bij de special forces willen. Tenminste, een deel ervan. De echte opleiding duurt anderhalf jaar, de kandidaten van het programma ondergaan acht dagen training. Toch is dat meer dan voldoende om onder de indruk te raken van de eisen die worden gesteld aan de elite-eenheid van het Nederlandse leger. Centraal staan de vijf kenwaarden moed, beleid, trouw, eer en trots. „Wat we vooral willen laten zien, is wat je allemaal moet doen en laten om commando te worden”, zegt majoor Bart de Graaff, betrokken bij Kamp van Koningsbrugge. Die relatieve openheid is nieuw voor militairen, en zeker voor de special forces. Omdat die altijd in het grootste geheim opereren, is er weinig bekend over de eenheid. Maar hier en daar lijkt defensie wat af te stappen van de traditionele geslotenheid die er altijd was. In artikelen, op sociale media en in documentaires is er meer aandacht voor de mens achter de soldaat. Wat doet het mentaal met je om onder grote stress te opereren? Welke gevolgen heeft het voor de mensen van wie je houdt? Hoe houd je het hoofd koel als je van alle kanten onder vuur wordt genomen?
Identiteit
Ook oud-militairen vertellen vaker hun verhaal. Zo verschenen er de afgelopen drie jaar meerdere boeken van oud-commando’s die ervaringen delen van hun missies. „We zijn gewend om te werken in de schaduw, maar de tijd vraagt om verandering en mijn deelname aan Kamp van Koningsbrugge was de eerste stap”, zegt ex-commando Dai Carter in zijn boek ”Nu of Nooit” (2022). Carter diende tien jaar bij het Korps Commandotroepen en ging acht keer naar verschillende conflictgebieden, waaronder Afghanistan en Mali. Hij vindt het belangrijk dat mensen meer inzicht hebben in wat het betekent om een commando te zijn. „Ten eerste zodat mensen meer respect krijgen voor dienders, niet alleen militairen, maar ook politie, brandweer en zorgpersoneel. Maar ook vooral zodat er meer inzicht komt in wat het betekent om fysiek en mentaal dit werk aan te kunnen. Waarbij vooral je mentale kracht je over de streep trekt.”
Naast Carter deelt ook oud-commando Sander Aarts zijn verhaal in het boek ”Niet te breken” (2019). Aarts heeft zestien jaar bij de special forces gezeten, met uitzendingen naar onder andere Ethiopië, Irak, Afghanistan en Somalië. De oud-commando benoemt nog een andere kant van de geheimhouding waaronder de special forces opereren. „Zodra mensen de eenheid verlaten, weet je al dat je buiten de groep gaat vallen.” Eerlijk: „Daar had ik het best moeilijk mee in het begin. Het leek alsof ik mijn identiteit inleverde.”
Aarts is open over zijn ervaringen. „Hoewel het niet wordt uitgesproken, weet ik dat er oud-collega’s zijn die hier een mening over hebben. Ze zien het als not done om je ervaring als commando te gebruiken en in de openbaarheid te treden. Ik begrijp die reactie, want zelf moest ik ook over die drempel heen. Maar toch vind ik het belangrijk om mijn levenslessen te delen.”
Knakmoment
De boeken van Aarts en Carter bieden een fascinerende inkijk in het leven van een commando. Dat begint al bij de –gruwelijke– trainingen die ze moeten ondergaan. Midden in de nacht urenlang door de Biesbosch roeien, waarbij driekwart van de groep hallucineert door het slaapgebrek en de helft onderkoeld is. Marsen lopen met een gebroken voet. Mentale teleurstellingen verwerken, die vaak vakkundig in het programma zitten verweven. Dan zetten de trainers bijvoorbeeld een vrachtwagen neer aan het eind van een lange, zware mars. Net als de soldaten denken: yes, we zijn er, zwengelt de chauffeur de motor aan en rijdt hij voor de neus van de groep weg. Bij defensie noemen ze dat een “knakmoment”. En dan is het dus zaak om toch weer die bepakking op te nemen en verder te gaan. Lang niet iedereen krijgt dat voor elkaar. De cijfers liegen er niet om: maar een op de negen militairen haalt de opleiding.
Waarom is de training zo zwaar? Carter: „Zodat je elk mogelijk scenario al eens hebt meegemaakt voor wanneer het echt is. De opleiding moet een referentiekader worden in je geheugen.”
Wie fysiek en mentaal pijn lijdt, komt zichzelf tegen. En dan gaat de twijfel de kop opsteken, legt de oud-commando uit. „Twijfel doet je uiteindelijk de das om. Op die momenten, waarin je eigenlijk wilt opgeven, moet je antwoord kunnen geven op je eigen waarom. Je moet denken: ik kan dit, ik wil dit en ik weet waarom ik het doe. Dat innerlijke vuur moet er altijd zijn, anders kom je er niet doorheen.”
Iedereen pakt die motivatie op een andere manier aan. Zo legt Aarts uit hoe hij een lange nachtelijke mars in zijn eentje doorkwam; door om de paar kilometer een halve cracker te eten en de uitzichtsloze wandeling zo in kleine stukjes te breken. Een levensles die in het dagelijks leven ook valt toe te passen op een ingewikkelde klus of een groot project. „Zoom uit en focus je op het einddoel als je het niet meer ziet zitten. Zoom in op de eerstvolgende kleine stap wanneer het einddoel te ver weg lijkt en dat niet meer motiveert.”
Adrenaline
Naast de fysiek zware trainingen heeft defensie ook meer oog voor de mentale voorbereiding op oorlogsomstandigheden. Zo heeft het Korps Commandotroepen tegenwoordig een human performance team, een groep die waakt over de inzetbaarheid van het personeel. Daar zit bijvoorbeeld een inspanningsfysioloog in, maar ook geestelijk verzorgers en mensen die zich richten op de achterban van de commando.
Militairen leren beter om met stress om te gaan, iets waar vroeger weinig ruimte voor was. Want je denkvermogen aanspreken onder stress is geen vanzelfsprekendheid. Wie alert is en vol met adrenaline zit, gaat sneller ademhalen en verliest de mogelijkheid om analytisch te denken. Een scenario dat funest kan uitpakken voor commando’s. In zijn boek verwijst Carter daarom naar de 4x4x4-ademhalingstechniek van de Navy SEALs, de Amerikaanse speciale eenheid. Zij ademen 4 seconden rustig in, houden de lucht 4 seconden vast, en ademen dan weer 4 seconden uit. Voor de voorste man een kamer in stormt waar gijzelaars en gijzelnemers binnen zitten, haalt hij bewust een paar keer diep adem om zijn hartslag naar beneden te krijgen en zijn concentratie te optimaliseren. „Door dat moment te pakken, haal je jezelf even uit de chaos, stress en verwarring en lukt het om helderder na te denken in een penibele situatie.”
Hier en daar gaan de boeken van de oud-commando’s wel erg veel uit van de maakbaarheid van het leven. Pak zelf de regie, lijkt de hoofdboodschap te zijn. Niet voor iedereen zal dit principe zo makkelijk gelden. Ook wordt het taalgebruik hier en daar ontsierd door vloeken.
Toch blijft de openheid van de oud-militairen indrukwekkend. Ze benoemen niet alleen de mooie momenten, maar zijn ook niet bang om moeilijke vragen te stellen. Zo beschrijft Sander Aarts een missie in Afghanistan, waarbij hij op het punt staat om acht talibanstrijders in een hinderlaag te laten lopen. „Nooit eerder had ik me zo helder en bewust gevoeld. Zo levend. Terwijl ik op het punt stond mensenlevens te beëindigen. (…) De vraag blijft waar dat gevoel vandaan komt. Ik wilde niet een persoon zijn die zich goed voelt door op andere mensen te schieten. Maar als ik eerlijk ben, weet ik niet precies hoe ik me over deze situatie voel. Ik weet wel dat het een gevoel is dat ik niet verder wil voeden omdat het me geen completer mens maakt.”
Zinnen als deze laten zien hoe complex het werk van een commando kan zijn. En ze bestrijden de gedachte dat een militair een kille oorlogsmachine moet zijn. Juist door open te zijn, creëren de soldaten meer begrip voor hun werk. En dan blijkt ook nog eens dat de toegenomen openheid defensie geen windeieren legt; na het eerste seizoen van de serie Kamp van Koningsbrugge kreeg het Korps Commando Troepen vijf keer zo veel aanmeldingen als normaal.