Witte bungalows met rode daken. Palmen ruisen in de wind. Op slenterafstand het Bounty-strand. Mannen met witte schoenen op de golfbaan. Sint Maarten in the sun.
Toch klopt er iets niet. Er zijn geen toeristen. Het glas in de ramen is kapot. Honden scharrelen tussen het vuilnis.
Na Luis in 1995 is het niet meer goed gekomen met Mullet Bay. Het appartementencomplex ligt er nog net zo bij als na de verwoestende orkaan. De eigenaar vertrok met de noorderzon, inclusief verzekeringspenningen.
Het vakantiecomplex ligt er schandalig bij. Ruim op die rotzooi, zou je zeggen. De ironie wil dat Nederlandse mariniers er oefenen in de humanitaire ramp na een orkaan.
Sint Maarten leeft met de wind. Ieder zomer houden de bewoners hun hart vast. Komt-ie of komt-ie niet? Het seizoen loopt van juli tot november. Ze hebben er zelfs een rijmpje voor: „June too soon / July standby / August you must / September remember / October it’s all over.”
De Amerikaans klinkende namen voor de mogelijke windreuzen staan netjes in het ritme van het alfabet in het telefoonboek: Alex, Bonnie, Charley, Daniëlle, Earl, Frances, Gaston en Hermine.
In The Daily Herald, de lokale Engelstalige krant op Sint Maarten, staan tijdens het orkaanseizoen bijna dagelijks advertenties voor windschermen, zandzakken en andere voorzorgsmaatregelen. Er zijn door de overheid pasjes uitgegeven om tijdens een eventueel uitgaansverbod toch de straat op te kunnen.
„Een orkaan is vreselijk”, vertelt serveerster Suzanne van restaurant Captain Oliver’s. „Hij komt met het geluid als van een aanstormend vliegtuig.” De laatste keer tijdens de bulderende wind heeft ze samen met haar dochter in huis zitten „huilen en bidden.” „Je probeert alles zo goed mogelijk vast te zetten. Maar een losliggende steen bij de buren kan jouw huis schade toebrengen.”
Bij het vliegveld laten bezoekers van de Sunset Beach Bar zich vrijwillig wegblazen. De bar ligt pal naast de startbaan van het vliegveld. De hele dag keren Boeings en Airbussen hun achterste naar de zee en geven gas. Niemand houdt zich staande. Neporkaan.
Toch een vreemd eiland. Sint Maarten is de enige plek waar Nederland grenst aan Frankrijk. Een slagboom is er niet. Je merkt het aan de weg, de omgeving, de voorzieningen. Frankrijk is schoner, beter onderhouden. In Nederland zijn de casino’s. Op school leren kinderen Nederlands, topografie en de geschiedenis van het ’moederland’ ver weg.
Er zijn bedrijven op het randje. Captain Oliver’s Marina bijvoorbeeld. Daar slapen de gasten in Frankrijk, maar ontbijten ze ’s ochtends in Nederland. De eigenaar moet rekening houden met verschillende wetgeving.
Sint Maarten is een eiland met file. ’s Ochtends vanuit het hoofdstadje Philipsburg naar beneden, ’s avonds precies andersom. Kom niet met de auto in de stad. Toeristen verdringen zich op de smalle trottoirs in de twee evenwijdige winkelstraten, even simpel als helder aangeduid als Front Street en Back Street.
Het Koninkrijksstatuut bestaat 50 jaar. Deze week dagelijks een portret van een van de Antilliaanse eilanden. Morgen: Sint Eustatius.