In een vreemd land in het kraambed
Voor het oog is het een vredig tafereel: een jonge vrouw met haar slapende kindje op schoot. Maar er schuilt veel leed achter. Deze moeder moest op het laatst van haar zwangerschap huis en haard in Oekraïne verlaten.
De 21-jarige Oumaima Arsalane verhuisde drie jaar geleden vanuit Casablanca, de grootste stad van Marokko, naar Charkiv, een stad in het oosten van Oekraïne. Na een jaar taalles gaat ze er geneeskunde studeren, en ontmoet ze er haar toekomstige man, Abdalla Ghallab (22). Ghallab, een geboren Egyptenaar, groeit op in Saudie-Arabië. Hij trekt net als Arsalane naar Charkiv voor de studie. Hij zit in het derde jaar van de opleiding tot tandarts. Ze genieten van het leven in het „prachtige” Charkiv, vertelt Arsalane vanuit haar tijdelijke onderkomen in Otterlo.
De twee trouwen in 2021 en Arsalane raakt in verwachting. Dan breekt de oorlog uit. Ghallab vertrekt naar Roemenië, maar Arsalane wil niet weg uit Charkiv. „Daar was alles vertrouwd. Ik kende de dokter, ik wist in welke kliniek ik zou gaan bevallen.” Met een vriendin blijft ze in de stad.
Maar als op de vijfde dag na de invasie de Russische bommen zo dichtbij inslaan dat haar „bed staat te schudden”, beseft Arsalane dat ze echt moet vertrekken. Halsoverkop vertrekt de vrouw met drie kennissen naar het station, en boekt een ticket naar Lviv, een stad in het westen van Oekraïne. „De treinreis duurde 27 uur. Vanwege de drukte moest ik staan.” Voor de zwangere Arsalane, die aan bloedarmoede lijdt, is de lange reis zwaar. In het ziekenhuis in Lviv wordt ze onderzocht. Alles blijkt goed te zijn met de jonge moeder en haar ongeboren kind.
De reis voert verder naar Roemenië, waar Arsalane Ghallab weer ontmoet. Samen gaan ze per trein verder westelijk, eerst naar Wenen en een dag later naar Nederland. Hier belanden ze half maart in de opvanglocatie in Harskamp. Arsalane is dan 38 weken zwanger.
De legerplaats in Harskamp biedt weinig privacy; een bed in een achtpersoonskamer met een meter ruimte ernaast is het enige stukje ”eigen domein” dat mensen er hebben. Geen fijne plaats om hoogzwanger te verblijven.
Arsalanes wens om een keizersnede te krijgen, blijkt in Nederland niet zomaar gehonoreerd te worden. „Het waren heel moeilijke dagen”, vertelt de vrouw. „Ik was bang voor de pijn van de bevalling, dus het wachten was vreselijk. Ik ging helemaal niet naar buiten, ik sprak eigenlijk met geen mens behalve met mijn man.”
Spreekuur
In Harskamp heeft men al ervaring met de opvang van zwangere vrouwen, bijvoorbeeld tijdens de vluchtelingenstroom uit Afghanistan, vertelt Heleen Som de Cerff, als verloskundige werkzaam bij Zuiver verloskundigen in Ede. De Edese had eerder al met collega’s samengewerkt met de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) in de opvang in Harskamp. Als contactpersoon in deze regio werd ze dan ook weer benaderd door de GHOR met de vraag of de praktijk de zorg in het kamp weer kon opstarten.
Er melden zich naast Arsalane nog drie andere Oekraïense vrouwen die zwanger zijn. Vanuit Ede komt er een verloskundige naar het kamp voor een spreekuur. Arsalane blijkt over twee weken uitgerekend te zijn.
Op zo’n moment moet er opeens heel veel geregeld worden, vertelt Som de Cerff, die ook is aangeschoven bij het gesprek in Otterlo. „Geboorteaangifte, een baby-uitzet, kraamzorg.” Hoewel de voorbereidingen volgens de verloskundige vrij soepel verloopt, zijn er wel uitdagingen. Doordat Oekraïners niet via het Centraal Orgaan Asielzoekers worden opgevangen, hoeven ze niet in Harskamp te blijven, maar zijn ze vrij om te gaan en te staan waar ze willen, legt de Edese uit. Dat heeft als nadeel dat vrouwen die een keer op spreekuur zijn geweest, soms niet meer komen opdagen bij een andere afspraak.
„Normaal is de begeleiding een langer proces en bouw je een band op. Als de Afghaanse vrouwen vertrokken naar een andere plek wist je aan wie je de zorg over moest dragen. Nu hoop je maar dat de vrouwen weer bij iemand terechtkomen die zorg kan verlenen, maar daar heb je in zo’n geval geen zicht op. Vanuit je zorghart wil je liever meer bieden.”
Arsalane en haar man blijven wel in Harskamp. Aangezien de opvanglocatie geen geschikte plek is om te bevallen, kan de bevalling plaatsvinden in Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede.
Omdat de aanstaande ouders geen spullen meenamen voor hun baby, wordt er door de verloskundigenpraktijk op Instagram een oproep geplaatst plaatst. „De mailbox stroomde vol. Hydrofielluiers, babykleding, Maxi-Cosi’s en zelfs bedjes werden gebracht.”
Ontheemd
Trijnie en haar man Wijnand van de Vendel uit Otterlo, die een eigen bedrijf runnen in keukenarchitectuur, kennen de omstandigheden in Harskamp. Eerder kwamen ze er al eens om spullen te brengen. Als ze van Som de Cerff, die net als zij lid zijn van de hervormde gemeente De Ark in Ede, horen dat er een aantal hoogzwangere vluchtelingen in Harskamp verblijft, besluiten ze hun huis open te stellen.
Als Trijnie vertelt over haar beweegredenen, krijgt ze tranen in haar ogen. „Het idee je kind in een vreemd land op de wereld te moeten zetten, ontheemd en op de vlucht, daar raak ik van ontdaan. Het deed me denken aan mijn eigen kraamtijd, de rust, de visite en de gezelligheid. Ik stelde me voor hoe het zou zijn op een achtpersoonskamer, met je baby in het metertje ruimte naast je bed.”
De Van de Vendels ontruimen een gebouwtje naast hun eigen huis waar normaal keukenonderdelen staan opgesteld. Ze plaatsen een aantal wanden, maken de elektriciteit in orde en kleden het plekje huiselijk aan. Alles om twee uit Oekraïne gevluchte echtparen een veilige plek te bieden. Met hulp van familie en vrienden komt het allemaal in korte tijd goed.
Arsalane weet dat zij en haar man na de bevalling niet terug hoeven naar Harskamp, maar hier in Otterlo zes weken welkom zijn. Om „een goede start te maken met de baby”, zoals Van de Vendel het omschrijft. Daarnaast is er nog plek voor een ander echtpaar dat snel een baby verwacht. Deze mensen kunnen echter ergens anders terecht.
Verloskundige Som de Cerff heeft in de nacht van 24 op 25 maart dienst als bij Arsalane de weeën beginnen. Midden in de nacht rijdt ze naar Harskamp, waar ze wordt opgewacht door de bewakers. „Je rijdt dan zo’n verlaten terrein op. Arsalane ging, in de kou, lopend naar de dokterspost op het kamp.” De bevalling is echt begonnen. Het jonge echtpaar stapt bij de Edese verloskundige in de auto, en samen rijden ze naar Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede.
Alhoewel Arsalane goed Engels spreekt en communiceren daardoor relatief eenvoudig is, loopt Som de Cerff wel tegen de cultuurverschillen aan. „Haar gedachten over bevallen waren heel anders dan we hier gewend zijn. Toen we al op weg naar het ziekenhuis waren, moest ik gaan uitleggen dat de keizersnede die ze verwachtte te gaan krijgen in Nederland niet gebruikelijk is.”
De verloskundige probeert Arsalane ondanks de stress zo goed mogelijk te ondersteunen. „We konden de bevalling niet precies zo realiseren als ze graag wilde, maar ik probeerde te doen wat ik kon om de ervaring voor haar zo positief mogelijk te maken. In overleg met de arts die dienst had op de verloskamer hebben we haar wel een ruggenprik kunnen aanbieden. Dit was voor haar een goed alternatief.” Uiteindelijk brengt Arsalane op 25 maart om 14.30 uur een gezonde dochter, Ashraket, ter wereld.
Omdat het kindje maar 2,5 kilo weegt, blijven moeder en dochter nog een dag in het ziekenhuis. Dan staan de Van de Vendels klaar om de kersverse ouders naar hun tijdelijke woonplaats in Otterlo te brengen.
Flexibel
„In het begin had ik echt een beetje de moederrol”, vertelt Trijnie. „Wanneer moet de baby slapen, wanneer moet ze drinken, al dat soort zaken zijn nieuw als je net ouder bent geworden. Daar kon ik in adviseren.” Tegelijk probeert de Otterlose, die zelf vier oudere kinderen heeft, het jonge echtpaar zelf ook zo veel mogelijk verantwoordelijkheden te geven.
Een jong gezin in huis nemen vraagt de nodige aanpassing. „Je loopt soms tegen dingen aan die je zelf heel anders zou doen. Onze slaapritmes zijn bijvoorbeeld heel anders door het cultuurverschil. Wij staan altijd vroeg op, zij gaan laat naar bed. Maar daarin proberen we flexibel te zijn. Daarbij helpt het dat we vroeger pleegkinderen hebben gehad en ook crisisopvang deden. Daardoor waren we een beetje voorbereid.”
Vanuit de verloskundigenpraktijk wordt volop meegedacht, vindt Trijnie. „De dag na de bevalling werd er nog een kolfapparaat gebracht. De verloskundigen doen er echt alles aan om goede zorg te leveren.”
Achterhuis
Zittend in de zonnige kamer van ”Het Achterhuis”, zoals de familie Van de Vendel het optrekje grenzend aan hun eigen huis noemt, kijkt Arsalane terug op de bevalling. „Ik vond dat het goed ging. Natuurlijk, ik had veel pijn. Maar als je dan je baby ziet, is het weer goed.” Het ziekenhuispersoneel krijgt een pluim: „Iedereen was zo aardig.” De kraamzorg was nog wel even wennen. „In Marokko zorgt de familie voor kind en moeder na een bevalling en in Oekraïne komt er geen kraamzorg aan huis.”
Ondanks de voorspoedige bevalling en de gastvrijheid van de familie van de Vendel werpt de oorlog in Oekraïne en het ontheemd zijn een forse schaduw over de kraamtijd. „Ik videobel elke dag met mijn moeder in Marokko, ze is een heel trotse oma. Maar het is moeilijk dat ze niet hier is, net als de rest van de familie.” Arsalane, die voor de bevalling veel steun zegt te hebben gehad aan haar man, zag hem deze week vertrekken naar Amsterdam, op zoek naar een baan. De jonge moeder bleef achter.
Ondanks de moeilijke situatie hopen Som de Cerff en het echtpaar Van de Vendel dat de persoonlijke opvang wat rust zal geven. Trijnie: „Je gunt ze een mooie start. Zodat in ieder geval de kraamtijd geen trauma hoeft te zijn.”