Friedensstimme op zoek naar een venster in Rusland
Vanwege de oorlog in Oekraïne legde Stichting Friedensstimme haar bekende Paasgroetactie dit jaar stil. Althans, aanvankelijk. Directeur Geert-Jan Noorman: „Communicatie met onze Russische broeders is op dit moment erg moeilijk.”
Waar andere christelijke hulporganisaties gericht op Oost-Europa, zoals KOEH en ZOA, door de oorlog in Oekraïne door kunnen gaan met het werk waarin ze vanouds goed zijn: praktische hulpverlening, en zij die arbeid zelfs kunnen intensiveren, is Friedensstimme dezer dagen in hoge mate zoekende, zegt directeur Geert-Jan Noorman. „De kern van ons werk is, sinds de val van de Muur, om evangelisten en hun gezinnen, vooral in het hoge noorden van Rusland, te steunen. Met Bijbels, met lectuur en ook met financiële middelen. Dat werk is nu onder druk komen te staan.”
Friedensstimme moest haar bekende jaarlijkse Paasgroetactie: het versturen van lectuur en bemoedigingen, daarom aanvankelijk stop zetten. „Er gaan geen vliegtuigen meer naar Moskou. Post versturen? Lastig! Donderdag gaf PostNL gelukkig aan dat verzending naar Rusland weer mogelijk is, zij het met vertraging. Daarom willen wij vanuit Gouda toch proberen pakketten te versturen. Immers: elke Bijbel die aankomt, is er een.”
De moeilijke en beperkte communicatie met de Russische broeders en zusters is een probleem dat Friedensstimme hoofdbrekens kost, zegt Noorman. „We horen weinig uit Rusland. Voorheen schreef men ons brieven; die bereiken ons nu niet. Men is voorzichtiger geworden met e-mail. WhatsApp is uit de lucht. Het is qua contacten nu even stiller geworden.”
In Oekraïne werkte Friedensstimme vanouds niet. „Daar vlogen we overheen. In dit dichtbevolkte land konden kerken zichzelf goed redden. Wij richtten ons de laatste jaren op zo’n 120 evangelisten en hun gezinnen, die in het noorden en oosten van Rusland, vaak in dunbevolkte gebieden, de Blijde Boodschap brengen. Wel wisten we natuurlijk altijd dat van die groep er een behoorlijk aantal een Oekraïens paspoort hebben. Niemand deed daar ooit moeilijk over. Ik heb gelukkig ook geen signalen dat dit in de christelijke gemeenten in Rusland nu wél problemen geeft.”
Deze evangelistengezinnen steunen is sinds de inval van Rusland dus lastig geworden. „Wie ons werk volgt, begrijpt meteen dat de recente ontwikkelingen, zoals de sanctiewetgeving, onze activiteiten op allerlei manieren raken.”
Toch wil Noorman niet in mineur eindigen. „Bij Friedensstimme geloven we sterk dat als de Heere God een deur sluit, Hij dan ook een venster opent. Dat neemt niet weg dat we als organisatie nu wel op zoek zijn, op zoek naar dat venster.”
Gelukkig staat Friedensstimme, zegt de in 2011 aangetreden directeur, „in een traditie van een enorme creativiteit. Zelf heb ik die periode niet bewust meegemaakt, maar ik lees vaak met bewondering wat Nederlanders en Russen samen voor elkaar wisten te boksen in de tijd van het IJzeren Gordijn; hoe men toen bijvoorbeeld Bijbels over de grens wist te smokkelen. Misschien gaan we weer terug naar een dergelijke situatie.”
Wat Friedensstimme recent wel kon doen, is het meegeven van Gods Woord in het Russisch en Oekraïens met hulptransporten uit Nederland. „Met een transport uit Urk zijn honderden Nieuwe Testamenten en Bijbels meegegaan.”
Nog een bemoedigende observatie: „Mensen kunnen bij ons Bijbels ophalen om die in Nederland onder uit Oost-Europa gevluchte oorlogsslachtoffers te verspreiden. Dat gebeurt ook. Ik vind het wonderlijk om te zien dat Bijbels die we momenteel in het noordoosten van Rusland niet kwijt kunnen, nu in ons land toch hun weg vinden.”