Rusland erkent aanzienlijke verliezen, maar ontkent ‘vernedering’
Rusland geeft toe „aanzienlijke verliezen” te lijden in Oekraïne, maar spreekt tegen dat het wordt vernederd door de Oekraïense strijdkrachten.
De woordvoerder van president Vladimir Poetin, Dmitri Peskov, noemt de „aanzienlijke verliezen” van de Russische troepen na de invasie in Oekraïne een „enorme tragedie” voor Rusland. Maar in een interview met het Britse Sky News ontkent de Kremlin-zegsman dat de Russische strijd in Oekraïne een vernedering is, hoewel de Russen zich bijvoorbeeld terugtrokken uit de regio rond de hoofdstad Kiev en ook elders de opmars niet overal wil vlotten.
Peskov noemde geen cijfers, maar Moskou sprak eind maart over 1351 gesneuvelde soldaten. Volgens Oekraïne ligt dat aantal zeker tien keer hoger.
Peskov beweerde dat het vertrek van de Russische troepen bij Kiev en het noordelijkere Tsjernihiv een gebaar van „goede wil” was tijdens de onderhandelingen met de Oekraïners.
Verder zei hij dat de zuidoostelijke havenstad Marioepol, die zwaar wordt belegerd door de Russen, deel uitmaakt van de door Moskou erkende pro-Russische rebellengebieden, de zogenoemde volksrepublieken. „Marioepol zal worden bevrijd van de nationalistische bataljons, hopelijk vroeger dan later”, aldus Peskov.
Opnieuw verwierp de Kremlin-woordvoerder de aantijgingen van Russische oorlogsmisdaden, zoals de aanval op een kraamkliniek in Marioepol en het bloedbad in Boetsja, als „nep”. Ondanks ooggetuigenverslagen en satellietbeelden houdt Rusland vol dat het niets te maken heeft met de moordpartijen op burgers in de voorstad van Kiev. „Alles moet zorgvuldig worden onderzocht”, zei Peskov.