In Ethiopië begint de kerk middenin de nacht
In Ethiopië moet je niet gek opkijken als je middenin de nacht gewekt wordt door een zingende priester. Wat hij precies reciteert, kan echter niemand je vertellen.
Als je enigszins van mening bent dat Zondag 2 vraag en antwoord 5 van de Heidelberger Catechismus weliswaar over de buurman maar niet over jou gaat, raad ik je aan eens naar Ethiopië te reizen. Het was zondagochtend half vier en ik lag te stuiteren in m’n bed. Slaapdronken was ik een uurtje daarvoor van de babykamer naar m’n eigen bed gesjokt, blij dat ik nog even een paar uurtjes kon maken. En toen werd de priester wakker.
Ons huis hier in Ethiopië staat tegen een heuvel met daarop een mooi kerkje. In dat kerkje zit een orthodoxe priester die overdag slaapt, maar ’s nachts op de meest onlogische tijdstippen zijn microfoon tevoorschijn haalt en begint te zingen.
Is de man in een goed humeur, dan schroeft hij het volume soms zodanig op dat het lijkt alsof hij naast je bed staat en je eens flink wil laten schrikken. Vaak houdt het gezang urenlang aan en stopt het precies op het moment dat je wekker gaat – of je baby weer honger heeft.
Voor je nu denkt dat ik overdrijf of een fles azijn heb gedronken: ik ken een familie in Addis die zo horendol werd van het geluid dat ze het land verliet.
Met een orthodox-christelijke meerderheid is Ethiopië een van de meest christelijke landen in Afrika. Op zondagmorgen zie je grote hoeveelheden mensen, de vrouwen traditioneel gekleed in het wit, naar de kerk wandelen. Vooral in de veertig dagen voor Pasen en tijdens de vele feestdagen is het erg druk in de kerkjes, die je overal in de stad vindt.
Rond die tijd heeft de priester ook veel werk: zelfs overdag hoor je dan gezang uit de geluidsversterker komen. Dat geluid is lastig te omschrijven en volgens Wikipedia kun je er ook niet echt een melodie in herkennen.
Wat er precies gezongen wordt, kan ook bijna niemand je vertellen: de liturgische taal in de Ethiopisch-Ortodoxe Kerk is Ge’ez, een oude Afro-Aziatische taal die uitgestorven is als spreektaal en vrijwel niemand meer verstaat. Misschien is dat ook wel de reden dat de meeste Ethiopiërs gewoon doorslapen als de priester begint te reciteren: geen mens die verstaat wat hij preekt en ze zijn het simpelweg gewend.
Net zoals de mensen in Myanmar het boeddhistische gezang in de nacht accepteren en Arabieren de gebedsoproep van de moskee. Na vier jaar Ethiopië concludeer ik dat ik als Nederlandse nog wel wat van die tolerantie kan leren en dat ik het geluid van kerkklokken meer waardeer dan ooit tevoren. Dat heeft die priester toch maar mooi voor elkaar gekregen.