Roep van afhaker raakt de kerk
Kerkverlaters treden steeds vaker naar buiten met hun verhaal. In de media of via een online platform. Een verhaal dat bij achterblijvers schuurt, ongemakkelijk is en pijn doet. Hoe komen beide partijen weer in gesprek?
„Van de ene dag op de andere was ik alles kwijt. Niet alleen het contact met thuis werd verbroken. Alle familieleden lieten me in de steek. Van mensen uit de kerk heb ik nooit meer iets gehoord. Plotseling was ik ontzettend eenzaam.”
In het Algemeen Dagblad van 11 januari dit jaar doet Marieke haar verhaal. Ze is opgegroeid in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland en blikt negatief terug op haar jeugd. Rond haar 22e neemt ze afstand van de kerk. Met familie en de kerk heeft ze geen contact meer. „Ik was bijna paranoïde opgevoed tegenover de ‘normale’ wereld en ik vertrouwde niemand, inclusief mezelf. Met die bagage moest ik zelf een leven opbouwen.”
In het NPO Radio 1-programma Onze man in Deventer vertelde Sterrin Smalbrugge (28) een halfjaar daarvoor over haar jeugd in „een strenggelovig gezin” in Rijssen. De naam van het kerkverband waartoe zij behoorde noemt zij niet. „Ik noem het geen kerk, ik noem het een sekte. Het is echt heel zwaar geweest voor mij. Ik heb het ook nog nooit zo uitgesproken. Ik weiger gewoon om het een kerk te noemen. Omdat je gewoon geen leven daarbuiten meer hebt. Je wordt overal bang voor gemaakt, want de buitenwereld is slecht. Zeker als introvert persoon, dan wordt je wereld wel heel klein.”
Het zijn dit soort verhalen die Inge Bosscha, initiatiefnemer van het platform Dogmavrij, wekelijks binnenkrijgt. Bosscha groeide op in een vrijgemaakt gereformeerd gezin in Zeeland en keerde twintig jaar geleden de kerk de rug toe. „Na een conflict met de kerkenraad voelde ik me meer op afstand staan. Ik ging langzaam maar zeker anders kijken naar zaken die ik eerst normaal en goed vond.”
In 2015 beschrijft ze haar ervaring op haar Facebookpagina. Dat levert een stroom reacties op. Ze opent daarom datzelfde jaar de website dogmavrij.nl, een platform voor iedereen die –op wat voor manier ook– te maken heeft met (de gevolgen van) kerkverlating. Binnen een jaar krijgt ze ruim duizend berichten van mensen die hun verhaal met haar willen delen. Ook nu nog ontvangt ze wekelijks twintig tot vijftig berichtjes per week.
Daarnaast zet ze een besloten Facebookgroep op voor kerkverlaters. Ze ontdekt dat die in een behoefte voorziet. „Het losmaken van het geloof kan een ontwrichtende ervaring zijn. Een eenzaam en angstig proces. Als je jarenlang hebt geloofd in bepaalde waarheden, dan raak je die niet altijd zomaar kwijt. Het is fijn om die ervaring te delen met anderen die hetzelfde hebben meegemaakt.”
Helend
Het ruimte bieden aan verhalen over geloofsverlies en kerkverlating werkt helend, is de ervaring van Bosscha. „Ik denk dan aan Janna. Zij was heel boos op God en op Jezus en heeft dat tijdens een wandeling met mij op het strand er allemaal uit gegooid. Daaruit bleek dat achter die woede verdriet schuilging om de houding van haar moeder. ”
Ondanks dat er binnen veel kerken aandacht is voor kerkverlating, ondervindt een groot aantal kerkverlaters daar weinig ruimte om te praten over hun ervaringen, stelt Bosscha. „Ze voelen veroordeling en verwijten in plaats van dat er wordt geluisterd naar hun beweegredenen om de kerk vaarwel te zeggen. Een vrouw vertelde dat in haar exitgesprek tegen haar werd gezegd dat zij zich liet leiden door de duivel. Huilend liet ze weten dat ze juist met haar hele hart God wilde dienen, maar dat God voor haar groter was geworden dan de muren van de kerk.”
Kerkverlaters kunnen zich door deze ervaringen miskend weten en een gevoel van onrecht ervaren, zegt Bosscha. „Doordat diegene anders ging denken, begonnen de problemen, stellen kerkblijvers. Men vergeet dan dat degene die de kerk of het geloof loslaat dit niet voor de lol doet, maar vaak een dringende noodzaak ervaart om deze pijnlijke stap te zetten.”
Spiegel
Familieleden van kerkverlaters kunnen eveneens kampen met gevoelens van miskenning en onmacht, vertelt Bosscha. „Zij moeten met lede ogen toekijken hoe een gezinslid niet langer door dezelfde levensbeschouwelijke bril naar het leven kijkt. Dat kan leiden tot gevoelens van schaamte en onzekerheid en een gevoel van falen. Ik vind het ontroerend als een gelovige moeder dan mij om tips vraagt om met haar afgehaakte dochter om te gaan.”
Welke raad geeft de kerkverlaterscoach dan? „Het verdriet om het wegvallen van een gezamenlijke levensovertuiging delen alle betrokkenen. Het helpt wanneer je elkaar deze pijn niet verwijt. Mijn belangrijkste advies is om niet te strijden over wie de juiste levensvisie heeft, maar om ruimte te creëren voor meerdere visies naast elkaar. Als je blijft aandringen, duw je je kind alleen maar bij je weg.”
Daarnaast is het belangrijk om altijd liefde te blijven geven. „Blijf steunend aanwezig in het leven van je kind, vecht tegen verwijdering. Geef de strijd op en erken dat je kind –net als jij– probeert te leven op een goede manier.”
Met de verhalen van kerkverlaters op haar website hoopt Bosscha kerken een spiegel voor te houden. „Laat kerken niet te snel denken dat de kerkverlater een verkeerd godsbeeld had of een te gevoelig karakter had, maar laat ze kijken naar hoe de leer eventueel aanleiding heeft gegeven tot het vertrek van iemand. Mogelijk zijn er meer mensen die dezelfde moeite hebben. Als de kerk eerlijk naar zichzelf kijkt, dan wordt zij veiliger voor mensen en kan zij blijven voelen als een thuis.”
Dat er in de kerk weinig ruimte voor kerkverlaters is om hun verhaal te delen, bleek ook uit onderzoek van de vrijgemaakte Theologische Universiteit in Kampen. Daarom startte de universiteit in september vorig jaar een nieuw platform: kerkverlating.nl. „In de kerk gaat het over groeien in je geloof, maar veel mensen ervaren niet veel ruimte om te zoeken of om hun twijfels uit te spreken. In sommige gevallen leidt dat tot kerkverlating. We hopen met dit platform een plek te bieden waar twijfels er mogen zijn”, zegt projectleider Geranne Tamminga.
Het platform, waarbij onder meer MissieNederland, Unie ABC en Weetwatjegelooft.nl zijn betrokken, deelt verhalen van kerkverlaters, biedt verdiepende verhalen en cursussen aan over het onderwerp en zet zich in voor verbinding tussen kerkverlaters en -blijvers.
Mailtje
Op de site staat bijvoorbeeld het verhaal van Eva, een ambtsdrager in de Protestantse Kerk die zich jarenlang op bestuurlijk niveau had ingezet. Ze verdween ongemerkt uit beeld en kreeg alleen een bevestigend mailtje toen ze zich een jaar na haar afscheid als ambtsdrager uitschreef. Zo’n verhaal is geen incident, constateert Tamminga. „In grote gemeenten is het gemakkelijk om buiten beeld te raken. Zeker wanneer die toewerken naar nieuwe structuren en geen huisbezoeken meer afleggen of wanneer gemeenten samengaan.”
Als iemand de kerk verlaat, betekent dat echter niet dat iemand niet meer gelooft, benadrukt ze. „Wat wij wel zien is dat iemand die de kerk stilletjes verlaat en geen deel meer uitmaakt van een kerkelijke gemeenschap, gemakkelijker het geloof vaarwel zegt.”
Narigheid
Een verhaal dat haar raakt, is dat van Hans. Hij maakte veel narigheid mee, kwam terecht in de bijstand, verloor het contact met zijn kinderen en ervoer dat er in de kerk geen plek was voor zijn problemen. „Daar schrok ik van. Als er in de kerk geen plek voor is, waar dan nog wel? Hans ervoer dat veel kerkmensen het zelf prima voor elkaar hebben en weinig kennis van zaken hebben als het gaat om complexe problemen zoals gebroken relaties, emotionele of financiële armoede. Daar zouden we kerken beter in moeten toerusten.”
Voor een kerkverlater kan het helend zijn om zijn verhaal te doen. „Als mensen ruimte krijgen om hun ervaringen te delen, is de drempel lager om ooit nog eens een kerk binnen te stappen.”
De projectleider adviseert kerken om in gesprek te gaan met leden die afdrijven. „Je moet zoiets niet te lang laten sudderen. Vraag gewoon: Denk je erover om te vertrekken? Dat is heel spannend, maar tegelijk ook heel waardevol. Een lid ervaart zich dan gezien. Je kunt iemand de zegen van God toewensen en aangeven dat ze altijd bij je terechtkunnen.”
Daarnaast zou het helpend zijn voor zoekers als een kerk meer ruimte biedt aan twijfel. „Kerken zitten vaak vast in een vraag- en antwoordstructuur. Terwijl het bij deze tijd veel meer past om mensen mee te laten denken over bijvoorbeeld de liturgie of het geven van Bijbelonderwijs. Zo betrek je ze bij de gemeenschap.”