„1 april, kikker in je bil. Die er niet meer uit wil.” Een populair ijsje dat uit de handel wordt gehaald of een paasbeeld dat in ons land is aangespoeld. De vraag is of we deze of soortgelijke 1 aprilgrappen veelvuldig voorbij zullen horen komen vrijdag (1 april). De traditionele 1 aprilgrap is aan het verwateren namelijk. Tenminste, dat is de indruk van etnoloog en hoogleraar Peter Jan Margry.
„De 1 aprilgrap is al langer in verval”, stelt Margry, die als cultuuronderzoeker is verbonden aan het Meertens Instituut en de UvA. Mogelijk komt dat mede doordat we als mensen en als samenleving gevoeliger zijn geworden. „We zijn onzeker over wat we wel en niet kunnen doen. Iedereen is terughoudender en voorzichtiger geworden. Tradities staan überhaupt onder druk”, zo ziet hij. „De gevoeligheid voor allerlei gebruiken hangt vaak samen met ontwikkelingen in de samenleving. En iemand voor gek zetten ten koste van iemand anders, ligt tegenwoordig wat gevoeliger. Je kan iemand niet zo maar meer voor gek zetten.”
Traditiedeskundige Ineke Strouken denk niet dat de 1 aprilgrap zal verdwijnen, maar denkt ook wel dat we voorzichtiger zijn geworden. „Aan de ene kant schelden we op internet wel makkelijker, maar we zijn inderdaad gevoeliger voor wat anderen vinden. En we zijn gevoeliger voor wat er van ons gevonden wordt”, zo ziet ze. Volgens Margry zijn jongeren in deze tijd ook voorzichtiger ten opzichte van leeftijdsgenoten dan ouderen, die meer met de traditie van 1 april zijn opgegroeid. „Ze zijn sensitief, terughoudend, omdat iemand anders zich geraakt kan voelen.”
Margry merkt op dat 1 aprilgrappen, als gebruik in de samenleving, al steeds meer een media- en bedrijfsfenomeen waren geworden. Bedrijven en instellingen zetten het dan in als reclamemiddel om aandacht te genereren. Maar dat lijkt ook minder te worden. „Want als je als bedrijf de plank misslaat, dan heb je een tegenovergesteld effect. Je moet goed weten wie waarvoor gevoelig is, er is altijd wel iemand die het anders interpreteert.” Strouken onderschrijft dat. „We zijn een super-diverse samenleving en geven aan alle kanten grenzen aan, er is veel discussie over van alles. We zoeken naar onze identiteit en naar wat wel kan en wat niet. Wat kwetst anderen, wat vinden we leuk vinden en wat niet?” Volgens haar is het trouwens wel zo dat tradities altijd fluctueren. „We moeten weer ons evenwicht vinden in onze samenleving.”
Margry en Strouken wijzen er ook op dat er dat de afgelopen twee jaar mogelijk minder grappen zijn gemaakt door de coronapandemie. Het voelde dan als ongepast, aldus Margry. „De Nederlandse samenleving is ook meer naar binnengericht geraakt daardoor.” „Grappen verzin je vaak met elkaar en je moet heel goed weten wat er speelt in de samenleving en heel creatief zijn om daar iets mee te kunnen doen. Dat doe je samen, maar we zijn heel erg individueel gaan leven, dat soort grappen verzin je moeilijker met elkaar via ‘teams’”, aldus Strouken.