Partijen spreken zich uit tegen woondiscriminatie, behalve FVD
Vrijwel alle aanwezige partijen hebben zich woensdag in een debat uitgesproken tegen discriminatie op de woningmarkt op basis van afkomst, geaardheid of geloof. Alleen Forum voor Democratie deed dat niet, tot woede van anderen.
Lidewij de Vos (FVD) vindt dat het alle verhuurders „vrijstaat” om te verhuren aan wie zij zelf willen, ook als dat betekent dat zij daarmee mensen met een Marokkaanse of Turkse achtergrond weigeren. „Als zij om wat voor reden dan ook een bepaald persoon daar wel of niet in willen hebben, dan staat hen dat vrij.”
Enquêtes waarin duizenden respondenten aangaven discriminatie te hebben ervaren, noemt zij „subjectief”. Ismail el Abassi (DENK) wees erop dat de ervaring van discriminatie altijd subjectief is, maar dat dit niets afdoet aan het probleem. „Ik kan niks anders dan concluderen dat FVD discriminatie aan het goedpraten is.”
De Vos vindt vooral de voorrangsregels voor bijvoorbeeld buitenlandse studenten of statushouders kwalijk. Habtamu de Hoop (GroenLinks-PvdA) benadrukt dat die regels democratisch zijn vastgesteld, en geen onderscheid maken op basis van afkomst of religie. Hij vindt het „echt onbestaanbaar” dat FVD de voorrangsregels erger lijkt te vinden dan woondiscriminatie.
Mpanzu Bamenga (D66) deelde persoonlijke ervaringen met racisme tijdens een eerdere huizenjacht. „Alles leek in orde.” Maar daarna kreeg hij de woning toch niet. „Ze waren al die tijd in de veronderstelling te maken te hebben met de Friese heer Bámenga, en niet de Congolese Nederlander Baménga.”
Niet alle partijen deden mee aan het debat. Zo was onder meer de PVV, de grootste partij in de Tweede Kamer, afwezig. Ook kleinere partijen, waaronder de SGP en JA21 ontbraken.