Kerk & religieOorlog Oekraïne
Ds. Kieviet: Oekraïne-oorlog signaal van eindtijd

Duizenden doden, miljoenen vluchtelingen en een dreigend voedseltekort voor ontelbare mensen: de oorlog in Oekraïne roept apocalyptische beelden op. Het zijn de voetstappen van de komende Heere Jezus, zegt ds. J. M. J. Kieviet (71). „Het is daarom zaak om te waken en te bidden.”

19 March 2022 18:14
Donkere perioden in de geschiedenis, zoals de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne, „moeten ons doen beseffen dat het zaak is om te waken en te bidden” en uit te zien naar de komst van Christus. beeld iStock
Donkere perioden in de geschiedenis, zoals de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne, „moeten ons doen beseffen dat het zaak is om te waken en te bidden” en uit te zien naar de komst van Christus. beeld iStock

Toch hoeven christenen niet naar de gebeurtenissen in Oekraïne of naar de nog altijd voortdurende coronapandemie te kijken om te weten dat ze in de eindtijd leven, aldus de christelijke gereformeerde emeritus predikant uit Renswoude. „De eindtijd is, Bijbels gezien, de periode na de hemelvaart van Christus tot aan Zijn wederkomst. Het besef dat we in de eindtijd leven, is niet alleen afhankelijk van de omstandigheden. Ik hoef slechts naar het Woord van God te luisteren en ik weet het: we leven in de eindtijd. Of, volgens de Bijbelse uitdrukking, het laatste der dagen.”

Denken gemeenteleden door de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne meer over de eindtijd na?

„Het thema leeft wel, met name onder jongeren. Het is goed om er met hen over te spreken. De dreigende omstandigheden van de laatste weken, en ook van de afgelopen twee jaar rond corona, bepalen ons weer extra bij de tekenen van de eindtijd.

Maar of de verwachting van Christus’ tweede komst echt leeft, is een andere vraag. De Bijbel laat zien dat de Heere Jezus Zijn tijdgenoten verweet dat ze de verschijnselen aan de hemel wel wisten te duiden –„de hemel is rood”–, maar dat ze de tekenen der tijden niet konden onderscheiden. En juist daar komt het op aan.

En wat te denken van Zijn ontdekkende vraag of de Zoon des mensen, als Hij komt, wel geloof zal vinden op de aarde? Ik vrees dat de westerse christenheid, inclusief onze eigen reformatorische kring, maar weinig leeft in de gespannenheid van het besef dat we leven in het laatste der dagen.”

Ziet u deze gebeurtenissen als tekenen der tijden?

„Het is onmiskenbaar dat de Heere ons de laatste tijd allerlei signalen geeft om dit besef op ons hart te drukken. Eerlijk gezegd had ik er niet echt mee gerekend dat we in Nederland terecht zouden kunnen komen in een heuse pandemie. De uitbraak van besmettelijke ziekten hield ik in mijn gedachten gereserveerd voor het Verre Oosten of voor Afrikaanse landen. De uitbraak van de Spaanse griep dateert alweer van meer dan een eeuw geleden. En inmiddels is de medische standaard zo hoog, dat zo’n uitbraak ons Westen niet zou deren.

Ook de dreiging van een nieuwe atoomoorlog was niet iets waar ik tot voor kort echt mee rekende. Wel herinner ik me nog goed de spannende gebeurtenissen in de Koude Oorlog, in Hongarije in 1956, Cuba in 1962 en Praag in 1968. Maar na de val van de Berlijnse Muur in 1989 leek het gevaar vanuit die hoek geweken te zijn. Dachten we. Hoe naïef, achteraf bezien.

Toch mag de bezinning op de eindtijd niet afhankelijk zijn van concrete omstandigheden. Juist de laatste tijd heb ik regelmatig in de prediking aandacht gegeven aan de laatste en de voorlaatste dingen. In de prediking dient de ultieme ernst, het gewicht van de eeuwigheid, op de harten van de gemeente te worden gelegd. Zoals met name de grote Profeet en Leraar dat in Zijn onderwijs heeft gedaan.

Onze tijd is in veel opzichten te vergelijken met de dagen van Noach, en met die van Lot. De boodschap van de Heere was in dat verband: „Daarom, zijt ook gij bereid. Want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen. Zo waakt dan!””

Het Bijbelboek Openbaring spreekt over de „weeën” van de komst van Christus. Zijn die zichtbaar?

„Op de zondag na de Russische inval preekte ik in een van mijn vorige gemeenten over Openbaring 11, over de twee getuigen. Het slot van de Schriftlezing was aangrijpend actueel: het ene wee is weggegaan, het andere wee komt haast.

Het is niet aan ons om de recente gebeurtenissen concreet in te passen in een bepaalde fase van de eindtijd. Ik kan dat tenminste niet en durf het ook niet. Maar we moeten wel de sprake ervan op ons laten afkomen. Daarom publiceerden vijf collega’s en ikzelf twee jaar geleden een brochure, waarin we probeerden te luisteren naar Gods stem in de coronacrisis: ”Als de Heere roept”.

Het gaat er dus niet om dat wij al die aangrijpende verschijnselen zomaar kunnen inpassen in het plan van God met deze wereld. Maar wel om de roepstem te verstaan. En ter harte te nemen.”

Gaat het hier om concrete oordelen van God?

„Zelfs met het erkennen van een en ander als een oordeel van God zijn we er niet. Als Gods plagen over de aarde gaan, roept dat tot verootmoediging en bekering. De Britse schrijver C. S. Lewis gebruikte het beeld van de megafoon: het lijden is Gods megafoon om een dove wereld wakker te roepen. Aangrijpend is wat we in Openbaring 16 tot drie keer toe lezen: „En ze bekeerden zich niet om Hem eer te geven.” Ja, de mensen lasterden zelfs de God van de hemel.

Gebeurtenissen als de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne zijn de voetstappen van de komende Heere Jezus. Niet om te speculeren over hoe veel tijd mij nog verwijderd houdt van Zijn wederkomst, maar om te beseffen dat het zaak is om te waken en te bidden. En om mij persoonlijk af te vragen: Zal ik Hem kunnen ontmoeten?

Woensdagavond las ik met een kring jonge mensen Openbaring 4 en 5 en ging daarover met hen in gesprek. Bij alle verwarring en ontreddering mag Gods kerk leven bij de troost dat haar Koning op de troon zit. De boekrol van de geschiedenis is in Zijn handen. Hij, en Hij alleen, de Leeuw uit de stam van Juda, Die ook het Lam is dat staat als geslacht – Hij alleen is waardig bevonden om de zeven zegels van het boek te openen. Hij stuwt de geschiedenis voort naar Zijn toekomst. Door alle nood en lijden heen zal Zijn raad bestaan. Hij zal al Zijn welbehagen doen.”

De Russische president Poetin kan een nucleaire oorlog ontketenen. Hoe moeten christenen zich daar geestelijk op voorbereiden?

„Die dreiging is aangrijpend. Ook die van de dreigende hongersnood als direct gevolg van deze oorlog. Ik denk dat veel van de oordelen die typerend zijn voor het laatste der dagen, de mens zelf over zich heen zal halen. Maar een directe lijn of zelfs een voorspelling durf ik niet te trekken. Daar gaan wij niet over. De Heere zal het op Zijn tijd openbaren. Maar dat dreigingen als deze behoren tot de tekenen die we moeten waarnemen, is onmiskenbaar. Daarom, met een woord van de Heere Jezus: „Zo waakt dan.”

De Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer typeerde met drie kernwoorden de gestalte van een christen: bidden, wachten op God en het goede doen onder de mensen. Alle drie bedoelen ze dat een waar christen leeft uit de wetenschap dat Christus de Overwinnaar is. En dat Hij Zijn kerk beloofde: „Ik ben met u, al de dagen, tot aan de voleinding van de wereld.” Het mag geen verrassing zijn dat er in deze wereld verdrukking en lijden zijn. Christus voegt er aan toe: „Ik heb de wereld overwonnen.” De apostel Paulus zat in een vunzige kerker toen hij aan de Filippenzen schreef: „Ik vermag alle dingen, door Christus die mij kracht geeft.”

Dat alles laat onverlet dat me de schrik wel om het hart slaat wanneer Poetin zinspeelt op de inzet van nucleaire wapens. Dan denk ik niet eens zozeer aan mezelf, maar vooral aan onze kinderen en kleinkinderen, aan de jongeren van de gemeente, aan de komende generaties. Ik hoop en bid dat zij zullen leren uit deze zelfde Bron te leven.”

Oekraïense geestelijken zien Poetin als een antichrist. Kunnen christenen daar zo concreet over spreken?

„Het is evident dat we in de geschiedenis van deze wereld tirannen kunnen aanwijzen die eigenschappen van de antichrist vertoonden: Nero, Stalin, Hitler, Mao. In die treurige rij past ook Poetin. Maar we moeten oppassen voor een al te concrete invulling. Als de antichrist zich zal openbaren, zal het voor allen duidelijk zijn, denk ik.”

De wereld stond in de late middeleeuwen misschien nog wel meer in brand dan nu: Mongoolse troepen die, via Rusland, grote delen van Oost-Europa veroverden; de pest die tientallen miljoenen mensen in Europa het leven kostte. Wat zegt dat over de weging van de tijd waarin we nu leven?

„Ik las ooit het boek ”Anno Domini 1000, Anno Domini 2000” van cultuurfilosoof dr. F. de Graaff. Een magistraal boek. Hij tekent daarin de angst van de mens in de tiende eeuw, de angst voor het naderende einde. In veel eeuwen maakte een panische angst zich van de volkeren meester.

De constatering dat zulke ingrijpende gebeurtenissen van alle eeuwen zijn, mag er echter niet toe leiden dat we de ernst van nu relativeren. Integendeel, ik zou willen zeggen: Laat elke generatie de roepstem van Christus ter harte nemen: „Waak, want in het uur dat u het niet verwacht, zal Ik wederkomen.””

De Bijbel noemt als tekenen van de eindtijd: de bekering en de terugkeer van de Joden, ook uit het „Noorderland”, en de verkondiging van het Evangelie onder alle volken. Hoe staan we er nu voor?

„In ieder geval zijn we dichter bij de wederkomst dan ooit. De tweeduizend jaar na de hemelvaart van Christus moet ons zeker iets zeggen. Er is sindsdien veel gebeurd en daar hoort de vergadering van veel Joden uit de diaspora mijns inziens bij. En eveneens de wereldwijde verspreiding en vertaling van de Bijbel. Maar in negatieve zin ook de radicale secularisatie van het Westen en –daarmee gepaard – de ”Umwertung aller Werte”, de herijking van alle christelijke waarden. Te denken valt aan de onbeschermdheid van het beginnende en het eindigende leven en heel de genderideologie. Signalen van de eindtijd zijn het.

Lewis wees er al op in zijn boek ”De afschaffing van de mens”. De moderne mens is fanatiek bezig om de christelijke moraal af te schaffen. Uiteindelijk levert hij zich uit aan zijn eigen driften en genoegens: gemak, geluk en genot.”

Als ook christenen veel dichter bij het einde zijn dan ze voor waar willen houden, moeten ze zich dan niet veel meer haasten om hun levenswil?

„Het oordeel begint bij het huis van God. Juist in deze tijden zal de gemeente van Christus het zout der aarde en het licht der wereld moeten zijn. Zij is het aan haar Heere verplicht dat de wereld haar getuigenis hoort: „Daarom verwachten wij die dag met een groot verlangen.” Laten we onze ogen én harten op de hemel gericht houden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer