Vier jaar geleden schoot de CU in het Utrechtse dorp van één naar vier zetels en was ze opeens de grootste partij. „We wilden toen behoud van het oude gemeentehuis. En bij andere partijen vertrokken bekende raadsleden die jarenlang het gezicht van hun fractie waren geweest”, ziet CU-lijsttrekker Van ’t Foort als oorzaak.

Hij kwam in 2014 in de raad, werd in 2018 wethouder, maar trad vorig jaar juni af toen een raadsmeerderheid de plaatsing van windmolens afwees. Het CU-standpunt, en het feit dat daardoor de coalitie uiteenviel, ziet Van ’t Foort als belangrijkste oorzaak van het zetelverlies dat zijn partij nu incasseert: van vier naar twee zetels. „We hadden het wel ingecalculeerd en hielden het zelfs voor mogelijk dat het nog erger zou zijn. Ook geharrewar rond het dorpshart heeft ons niet geholpen.”

Burgemeester Doornenbal noemde het dinsdag in een verklaring onacceptabel dat kandidaat-raadsleden zijn geïntimideerd. Een oorzaak noemde ze niet, maar Van ’t Foort is er helder over: ook hiervan is het windmolendossier de oorzaak, en de bedreigingen waren gericht aan CU-kandidaten, onder wie hijzelf. „Voor mij niet voor het eerst; ik ben inmiddels wat gewend. Maar bij anderen hakt het er meer in. Een van onze kandidaten preekt en in het bericht stond: Dat gaat niet meer gebeuren.

Ach ja, het hoort er tegenwoordig bij. Ik denk dan: Zet gewoon je naam onder zo’n bericht, dan kunnen we het gesprek aangaan. Nu gebeurt het anoniem. Blijkbaar was iemand bang dat de voorstanders van windmolens tijdens de verkiezingen toch de overhand zouden krijgen. Overigens was het nu intimidatie; minder erg dan de bedreigingen die de initiatiefnemers van de windmolens en ikzelf vorig jaar ontvingen.”

Dat een lokale partij de verkiezingen won, noemt Van ’t Foort verrassend. „Ik had gedacht dat de SGP de grootste zou worden als wij in zetels zouden terugvallen.”

Of de plaatsing van windmolens van de baan is, moet worden afgewacht. „Meerdere gemeenten hebben het afgewezen. Het hangt er nu vanaf wat de provincie gaat doen.”