Verfconcern AkzoNobel houdt er rekening mee dat zijn Russische activiteiten zullen instorten. Daarmee is de aan de Amsterdamse beurs genoteerde onderneming een van de eerste grote multinationals die onthult hoe de economie van Rusland bezwijkt onder een golf van sancties vanwege de oorlog in Oekraïne.
Topman Thierry Vanlancker van AkzoNobel zegt tegen de Britse zakenkrant Financial Times dat een combinatie van factoren een uitfasering van de Russische divisie onvermijdelijk maakt. Dan gaat het om problemen in de toeleveringsketen en de financiële spanningen waarmee Russische klanten worden geconfronteerd. Volgens Vanlancker zal dit alles ervoor zorgen dat de Russische tak van Akzo binnen twee maanden zal zijn „uitgefaseerd”, zegt hij tegen de krant. „Het is ofwel omdat de grondstoffen niet meer beschikbaar zijn, ofwel omdat ergens de belangrijkste klant misschien niet meer kan betalen.”
Omdat AkzoNobel er al rekening mee hield dat zijn Russische activiteiten snel uiteen zouden vallen, heeft het volgens Vanlancker weinig zin om te proberen zich terug te trekken uit het land waar het al meer dan dertig jaar actief is. AkzoNobel heeft vier verffabrieken in Rusland, die zowel aan particuliere als aan industriële klanten leveren. Zij bieden werk aan ongeveer 650 mensen en genereren ongeveer 200 miljoen euro aan omzet, oftewel 2 procent van het totaal van 9,6 miljard euro.
Naast de onrust in Rusland had AkzoNobel de laatste tijd al te maken met flinke uitdagingen door de oplopende kosten van grondstoffen voor de productie van verf. Die zijn sinds eind 2020 met 35 procent gestegen. AkzoNobel is er goeddeels in geslaagd de hogere kosten aan klanten door te berekenen. In het eerste kwartaal van dit jaar stijgen de prijzen van verf met maar liefst 16 procent.
De komende tijd verwacht Vanlancker dat de kostenstijgingen minder snel zullen gaan, ook omdat de problemen in de leveringsketen minder lijken te worden.