Bijna vier op de vijf ANWB-leden maken zich zorgen over de stijgende prijzen aan de pomp, blijkt uit een brief die bestuursvoorzitter Marga de Jager woensdag stuurde aan minister Sigrid Kaag van Financiën. In de brief roept de vereniging Kaag op om de btw-opbrengst boven de 1,71 euro te bevriezen en de accijns te verlagen. Vrijdag werd bekend dat het kabinet inderdaad de accijns op brandstoffen per 1 april gaat verlagen, met 17 cent per liter loodvrije benzine en met 11 cent per liter diesel. De maatregel is onderdeel van een pakket van 2,8 miljard euro dat het kabinet uittrekt voor herstel van de koopkracht van consumenten. Ook een verlaging van de btw op energie, die ingaat per 1 juli, is daarin meegenomen.

Verheugd

Woorvoerder Markus van Tol van de ANWB zegt dat de organisatie zeer verheugd is over de aangekondigde maatregelen. „De tegemoetkoming van het kabinet is zelfs iets hoger dan wij hadden gevraagd.” In haar brief aan Kaag had bestuursvoorzitter De Jager de minister voorgerekend dat de voorgestelde btw-bevriezing 14 cent per liter benzine zou schelen bij een prijs van 2,27 euro. De voorgestelde accijnsverlaging door het kabinet levert een korting van 17 cent per liter op.

Overigens kan de consument zelf ook besparen. Mogelijkheden om te bezuinigen op brandstofuitgaven zijn er genoeg, stelt de woordvoerder. „Het downloaden van een app bijvoorbeeld, die laat zien waar je goedkoop kunt tanken, kan zo 20 cent per liter schelen.”

In tegenstelling tot de ANWB is Bas Jacobs, hoogleraar economie en overheidsfinanciën aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, niet te spreken over de aangekondigde accijnsverlaging. „Als consumenten en overheid moeten we accepteren dat energie en brandstof duurder worden. Nu de regering ervoor kiest om iedereen te compenseren met deze maatregel, probeert ze te bereiken dat niemand pijn lijdt. Daarmee leggen we de rekening bij toekomstige generaties.”

Jacobs vindt het legitiem dat de overheid „bepaalde groepen aan de onderkant” uit de wind wil houden. „Maar laat de regering zich dan specifiek op hen richten. Dat kan door hogere toeslagen en uitkeringen en hogere heffingskortingen. De consequentie is dan wel dat midden- en hoge inkomens daarvoor betalen. Maar er is geen magische manier om van ons koopkrachtverlies af te komen.”

Ruimhartig

Discussie is er over de rol van de overheid in de brandstofinflatie, maar ook over die van werkgevers. Vakbond CNV riep werkgevers dinsdag op om reiskostenvergoedingen te verhogen en om een ruimhartig thuiswerkbeleid te voeren. Zo kunnen werknemers besparen op hun reiskosten.

Jan Schreuders, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid bij de Reformatorisch Maatschappelijke Unie, ondersteunt de oproep van het CNV.

„Voordat corona uitbrak was thuiswerken vaak een gunst”, zegt hij. „Nu hebben werkgevers ontdekt dat het werkt. Het is goed om als team soms bij elkaar te zijn, maar je personeel structureel een deel van de tijd laten thuiswerken, hoort bij gezond beleid. Het draagt bij aan de beperking van reiskosten en helpt het milieu.”

Ook kan Schreuders zich vinden in het voorstel om reiskostenvergoedingen te verhogen. Daarbij maakt hij onderscheid tussen de fiscale speelruimte van werkgevers en wat ze daar bovenop kunnen doen. „Werkgevers mogen 19 cent per kilometer onbelast vergoeden. Ik zou iedereen die dat nog niet doet, willen oproepen om naar die 19 cent te gaan. Daarnaast is het goed om te kijken wat daarboven nog mogelijk is. Het probleem is alleen dat een werkgever dat direct merkt in zijn portemonnee.”

Om hogere reiskostenvergoedingen voor werkgevers aantrekkelijker te maken, hoopt Schreuders dat de overheid de onbelaste reiskostenvergoeding verhoogt. „Die 19 cent komt uit 2006. Sindsdien zijn de prijzen flink gestegen, dus er is reden genoeg om die grens op te rekken.”