„Lachgasverbod geeft signaal dat gebruik gevaarlijk is”
Lachgas kan hallucinaties veroorzaken en bij veelvuldig gebruik zelfs verlammingen. Toch wordt het veel geïnhaleerd in het verkeer. Politie en gemeenten willen graag een landelijk verbod. Dit jaar lijken ze hun zin te krijgen: lachgas moet onder de Opiumwet gaan vallen.
Hoofdagent Gerwin Mastenbroek (32) raast over de A16. Er heeft zojuist een aanrijding plaatsgevonden, gelukkig zonder ernstig letsel. Terwijl hij en zijn collega zich haasten om op de plaats van het incident te komen, krijgen ze te horen: „De bestuurder gooit een lachgasfles over de geluidswal!”
Het is een van de meest bizarre lachgasincidenten die Mastenbroek in zijn carrière heeft meegemaakt. De dertiger zit nu acht jaar bij de politie. Eerst drie jaar als vrijwilliger, daarna heeft hij er zijn baan van gemaakt. Sinds januari 2021 werkt hij als hoofdagent bij Team Verkeer Rotterdam. Zijn werkgebied strekt zich uit van Brielle in het westen tot Gorinchem in het oosten.
In zijn werk bij de verkeerspolitie krijgt Mastenbroek dagelijks met lachgas te maken, op allerlei manieren. „Soms zie ik lachgasflessen of -ballonnen na een ongeluk in een auto liggen, dan weer vertoont iemand gevaarlijk rijgedrag en soms zitten er zelfs mensen met een ballon in hun mond in de auto.”
Bonken
Contact met een lachgasgebruiker vereist scherpe communicatie, weet Mastenbroek uit ervaring. „Mensen zijn soms zo onder invloed van lachgas dat ze doorgaan met inhaleren, zelfs als er een politieauto naast ze staat. Recent was dat het geval in het centrum van Rotterdam. Toen ben ik van mijn motor gestapt en heb ik hard op het raam gebonkt. De autoruit vloog er nog net niet uit. Toen kwam de bestuurder eindelijk bij zinnen. Tegen dergelijke figuren ben ik altijd heel duidelijk, nog net niet agressief.”
In vergelijking met mensen die onder invloed zijn van alcohol en drugs, zijn lachgasgebruikers vaak verder heen, aldus Mastenbroek. „Ze hebben helemaal niet in de gaten wat er gaande is. We willen natuurlijk niet dat dat tijdens het rijden gebeurt.”
Lachgas valt sinds juli 2016 onder de Warenwet, na een uitspraak van het Europese hof. Dat betekent dat iemand die lachgas aanbiedt, verantwoordelijk is voor de kwaliteit ervan. Daarvoor viel het goedje onder de Geneesmiddelenwet. Daardoor was het zonder vergunning bestellen, produceren of verhandelen van lachgas verboden. Momenteel is het vrij verkrijgbaar via internet. Wie googelt op ”lachgas bestellen”, krijgt tal van resultaten. Als er dit jaar een verbod komt, gaat lachgas onder de Opiumwet vallen, net als veel drugs nu al.
Langetermijneffect
Volgens Steven Biemans, medewerker publieksinformatie bij het Trimbos-instituut, is er nog maar weinig bekend over het langetermijneffect van recreatief gebruik van lachgas op mensen. „We weten dat lachgas één tot vijf minuten zorgt voor een dromerige roes. Hoe lang de drug na-effecten heeft, bijvoorbeeld op rijgedrag, is onbekend.”
Wie moet autorijden, kan het beste geen lachgas gebruiken, zegt Biemans. „Als je dat toch doet, wacht dan minstens tot enkele uren na gebruik. Het gebrek aan kennis over langetermijneffecten zorgt voor risico’s achter het stuur. Bovendien weten we niet hoe lachgas rijgedrag beïnvloedt.” Wel is bekend dat tijdens de korte roes hallucinaties kunnen optreden. „Mensen zien dan geen kaboutertjes”, zegt Biemans, „maar de wereld wordt wel anders ervaren. Geluiden kunnen een echo krijgen en wat iemand ziet, kan gaan golven of draaien.”
De NOS meldde in november op basis van cijfers van de politie dat er sinds 2019 1800 ongelukken plaatsvonden „waarbij lachgas in het spel was.” Biemans: „Er is voor de politie geen manier om zeker te weten of een ongeluk veroorzaakt is door een bestuurder onder invloed van lachgas. Gebruik van het gas is niet te achterhalen met bijvoorbeeld speekseltests, zoals bij veel drugs wel het geval is.”
Database
Als er sterke vermoedens zijn dat een bestuurder heeft gebruikt, of het goedje wordt in een auto gevonden, dan komt het woord lachgas in het rapport van een aanhouding of incident te staan, zegt Biemans. „Toen de NOS vroeg om cijfers, heeft de politie waarschijnlijk alle incidenten doorgegeven waarbij ”lachgas” vermeld stond. Aangezien het middel de laatste jaren bekender is geworden, onder meer door media-aandacht, zal de politie de aanwezigheid van lachgas scherper registreren. Het is belangrijk om dat als nuancering bij de cijfers mee te nemen. De getallen zeggen niet direct iets over ongelukken als gevolg van lachgasgebruik. Wel is het goed om de stijging te onderzoeken.”
Dat is inderdaad lastig aan het bewijzen van lachgasgebruik, zegt agent Mastenbroek: er zijn geen tests voor. „Stel, er komt een melding binnen dat iemand met een ballon aan zijn mond in de auto zit. Wij gaan erop af en we zien hem nog steeds met een ballon aan zijn mond terwijl hij ook slingert: dan hebben we zó veel bewijs. Maar dat hebben we vaak niet. Tegen dat probleem lopen we vaak aan bij lachgasgebruik in het verkeer.”
Daarom zou het handig zijn als de politie mensen kan testen op lachgasgebruik, vindt Mastenbroek. „Er wordt nu onderzocht of dat kan, maar het is erg lastig. Lachgas adem je voor het grootste gedeelte direct uit. Daardoor kunnen we op dit moment het gebruik ervan niet testen. Het onderzoek ernaar moedig ik aan, want dat geeft ons veel meer mogelijkheden om het rijden onder invloed van lachgas te bewijzen.”
Sommige collega’s van Mastenbroek zeggen dat dat nu bijna onmogelijk is, maar daar is hij het niet mee eens. „Als we aanwijzingen hebben dat iemand onder invloed is van lachgas tijdens het rijden, proberen we maximaal bewijs te verzamelen om diegene strafrechtelijk veroordeeld te krijgen.”
Lukt dat niet, dan stappen Mastenbroek en zijn collega’s naar het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). „We hopen dan dat het CBR aan onze informatie genoeg heeft om een rijbewijs in te nemen of het volgen van een cursus te verplichten. Of we bekeuren iemand op basis van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Dat kan als iemand meer dan 2 kilo lachgas bij zich heeft zonder vergunning.”
Bon
Naast tests zou ook een landelijk verbod de positie van de politie versterken, denkt Mastenbroek. „Daarmee krijgen we meer mogelijkheden om iemand te straffen. Als iemand dan bijvoorbeeld alleen al een lachgastank in zijn bezit heeft, kunnen we die in beslag nemen en de vervoerder op de bon slingeren.”
Bovendien helpt een landelijk verbod om gebruik te verminderen, is Mastenbroeks inschatting. „Het laatste jaar blijft het gebruik van lachgas in het verkeer gelijk, nadat er in mijn eerste jaren een stijging was.”
Het is de bedoeling dat een algeheel landelijk verbod op lachgas in 2022 ingaat, maar wanneer is nog niet bekend. Niet alleen recreatief gebruik wordt dan in het hele land verboden, ook komen er strenge regels voor de verkoop, is de bedoeling.
Voormalig staatssecretaris Paul Blokhuis en minister Ferd Grapperhaus wilden in juni 2020 een verbod per 1 januari 2021. De streefdatum voor invoering is steeds uitgesteld. Dat komt onder meer doordat er meer reacties dan verwacht kwamen op een internetconsultatie door de toenmalige bewindspersonen en doordat het vorige kabinet in het voorjaar van 2021 niet het geld wilde uitgeven dat nodig is voor de handhaving van een verbod. In juli 2021 nam de Tweede Kamer een motie aan om snel een verbod in te voeren, maar tot op heden is daar nog niet van gekomen.
Regie
Doordat landelijke regie ontbreekt, ontstaat er een lappendeken van uiteenlopend plaatselijk beleid. Zo heeft de gemeente Breda gebruik van het goedje na een heftige discussie verboden. Burgemeester Paul Depla was uitgesproken tegenstander, omdat het verbod volgens hem niet te handhaven is.
De laatste cijfers over plaatselijke verboden op lachgas dateren van maart 2021. Toen hadden 184 van de 352 Nederlandse gemeenten een vorm van een verbod. In 106 gevallen ging het om verboden in een deel van de gemeente. Een verbod dat geldt voor de hele gemeente bij overlast hanteerden destijds 67 gemeenten. Nog eens 11 lokale overheden hadden een lokaal verbod.
De gemeente Reimerswaal heeft tot een lachgasverbod besloten in de gemeenteraadsvergadering van 22 februari van dit jaar. Waarnemend burgemeester Petra van Wingerden-Boers erkent dat handhaven op basis van een plaatselijk verbod niet eenvoudig is. „Een lokaal verbod moet worden geregeld via de algemene plaatselijke verordening en kan alleen worden gehandhaafd als er sprake is van verstoring van de openbare orde. Denk aan rotzooi op straat of overlast die gebruikers veroorzaken.”
Daarom pleit Van Wingerden voor een landelijk verbod. „Dat geeft veel meer mogelijkheden om gebruikers aan te pakken, onder meer strafrechtelijk. Dat is keihard nodig, want lachgas is enorm gevaarlijk.”
Overigens is het straffen van gebruikers niet het eerste wat Van Wingerden wil doen bij een verbod. „Als eerste gaan we praten met gebruikers en eventueel ook met hun ouders.”
Genoeg gewacht
In Reimerswaal wordt volgens de waarnemend burgemeester niet veel overlast veroorzaakt door lachgasgebruik. Dat er toch een verbod komt, heeft volgens haar drie redenen. „Ten eerste hebben we lang genoeg gewacht op politiek Den Haag. Twee jaar geleden spraken we hier al over een lokaal verbod, maar toen wilden we wachten op landelijk beleid. Maar na twee jaar vinden we het welletjes.”
Daarnaast heeft het verbod een preventieve functie, zegt Van Wingerden. „We ervaren in onze gemeente op dit moment weinig overlast van lachgasgebruik en dat willen we zo houden. Als derde willen we een signaal afgeven naar gebruikers dat we hun gedrag niet accepteren en dat het gevaarlijk is.”
Mastenbroek tolereert lachgasgebruik in zijn werk bij de verkeerspolitie niet. Dat heeft alles te maken met de soms dodelijke ongelukken als gevolg van lachgas waar hij ter plaatse wordt geroepen. Die incidenten stimuleren hem om overtreders te straffen. „Het moet duidelijk zijn dat we rijden onder invloed van lachgas écht niet accepteren.”