Buitenlandnoodhulp

Nederlanders geven gul voor Oekraïne

In Nederland schieten initiatieven om Oekraïners te helpen als paddenstoelen uit de grond. „We hadden in een paar dagen tijd al een bomvolle vrachtwagen.”

Hanneke den Hertog
1 March 2022 12:52
Mensen leveren spullen in bij de gereformeerde kerk van Zwartsluis. De goederen vertrekken deze week nog richting de grenzen van Oekraïne.  beeld Jan Timmerman
Mensen leveren spullen in bij de gereformeerde kerk van Zwartsluis. De goederen vertrekken deze week nog richting de grenzen van Oekraïne.  beeld Jan Timmerman

Jan Timmerman uit Zwartsluis komt via stichting Dorotty Oekraïne al vijftien jaar in Oekraïne. Daarbij wordt er voor transport samengewerkt met stichting Kinderen in Nood. Die organisatie kreeg van de Hongaarse regering honderd huizen beschikbaar voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Toen Timmerman hoorde dat er spullen nodig waren voor in die woningen, twijfelde hij geen moment, en zette hij vanuit de gereformeerde kerk in Zwartsluis een hulpactie op touw.

Donderdag plaatste hij een bericht op sociale media, waarin hij mensen opriep spullen voor Oekraïense vluchtelingen te doneren. De zaterdag erna, nog geen 48 uur later, stond de gereformeerde kerk, waar de inzameling plaatsvond, vol met potten en pannen, etenswaren, kinderbedjes en kleding. „Een bomvolle vrachtwagen”, weet Timmerman. Vijftig vrijwilligers zijn bezig geweest met het sorteren van de spullen in dozen. Komende zaterdag vertrekt het transport richting Roemenië en Hongarije, waar veel Oekraïners naartoe zijn gevlucht.

Timmerman heeft zelf veel contacten in Oekraïne, en weet hoe nijpend de situatie is. „Er staan kilometerslange rijen voor de grens. We hebben bij Asztély, een dorpje aan de Oekraïens-Hongaarse grens, een gaarkeuken. Daar wordt nu volop gebruik van gemaakt. Veel vluchtelingen zijn daar opgevangen in huizen, scholen of kerken.”

In Zwartsluis gaat de inzameling nog steeds door. Een ondernemer stelde een deel van zijn zaak beschikbaar. „Daar hebben we nu genoeg ruimte voor opslag tot de spullen richting Oekraïne gaan”, aldus Timmerman.

Broeders en zusters

„Zolang het dag is, willen we werken.” Kees Eijkelboom uit Gouda probeert, nu het nog kan, zoveel mogelijk spullen aan de grens van Oekraïne of in het land zelf te brengen. Hij is in het dagelijks leven docent op het Hoornbeeck College: „Het is een zegen dat ik me door de voorjaarsvakantie niet druk hoef te maken om mijn werk op school.”

Net als Timmerman komt ook Eijkelboom al jaren in Oost-Europa, met verschillende hulporganisaties. Hij heeft veel „broeders en zusters” in Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland.

De inzameling van goederen regelt Eijkelboom samen met zijn zussen; hij zorgt onder andere voor medicijnen, zij voor spullen als matrassen en kleding. Doordat ze in direct contact staan met mensen uit Oekraïne, weten ze waar behoefte aan is. Momenteel gaat het om bijvoorbeeld paracetemol, ibuprofen en (druk)verband. Deze dinsdag en donderdag heeft Eijkelboom inzamelavonden georganiseerd in Gouda en Sneek. Waarschijnlijk worden de ingezamelde goederen woensdag en vrijdag nog vervoerd naar Oekraïne of een buurland. Of er genoeg wordt gebracht, daarover maakt Eijkelboom zich geen zorgen: „Het loopt storm.”

De spullen op de plaats krijgen waar de nood het hoogst is, dat is wel een probleem. „We proberen hulpgoederen diep in Oekraïne te brengen, maar dat is bijna onmogelijk”, vertelt Eijkelboom. „Eigenlijk gaat niemand meer naar het oosten. Tegelijkertijd zijn we ook blij als de ingezamelde dingen ten goede komen aan de vluchtelingen aan de grenzen van Oekraïne.”

Lopend verder

Jan Jacob Hoefnagel is namens het Christelijk Noodhulpcluster onderweg naar de grens van Oekraïne. Het cluster, waarin onder andere de stichtingen Dorcas, ZOA en Kom over en Help samenwerken, probeert tentenkampen op te zetten aan de grenzen van Oekraïne.

„Mijn collega’s zorgen nu voor de eerste levensbehoeften. Zo deelden ze gisteren 500 voedselpakketten uit.” Die hulp hebben bijvoorbeeld vluchtelingen nodig die het land proberen uit te komen. „De rij aan de grens schiet soms maar 200 meter per uur op. Als je dan weet dat er nog 20 kilometer aan auto’s voor je staat, dan is het goed te verklaren dat mensen soms hun auto laten staan en lopend verder gaan.”

Naast hulp aan de grenzen van Oekraïne, stuurt het Noodhulpcluster ook zoveel mogelijk producten Oekraïne in, zoals voedsel, zeilen en verzorgingsproducten.

Van directe collega’s in Oekraïne krijgt Hoefnagel veel mee van de chaos in het land. „Benzine is niet te krijgen, mannen mogen vanwege de mobilisatie het land niet uit, mensen slapen in metrostations. Er voltrekt zich een ramp.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer