Onderwijs & opvoedingCentraal eindexamen

Leerling moet vlak voor het examen weer woordjes leren stampen

De examentijd nadert en docenten zetten alles op alles om hun leerlingen daarvoor klaar te stomen. Maar na bijna twee jaar corona-onderwijs blijkt dat een fikse kluif. Vier leraren in gesprek over duimregeling en motivatie.

16 February 2022 15:54
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

„De docenten maken zich haast drukker om de examens dan de leerlingen dat doen”, zegt Walter Sparling lachend in een van de kamers van het Van Lodenstein College (VLC) in Hoevelaken. De docent wiskunde lacht er dan wel om, maar echt grappig vindt hij het niet. „De duimregeling haalt bij een deel van de scholieren flink wat werklust weg”, constateert hij. Hij doelt daarmee op het feit dat leerlingen ook dit jaar een niet-kernvak mogen wegstrepen van hun lijst. Ironisch: „Het verlagen van de standaard zorgt er niet voor dat de scholieren harder gaan werken. Veel docenten missen door de wegstreepregeling een stok achter de deur om de scholieren te motiveren. Dat is niet ideaal.”

Tegelijkertijd zal die maatregel er wel voor zorgen dat het gros van de leerlingen in ieder geval mét diploma op zak het VLC verlaat, denkt collega Steven Roelse. Want zonder die duimregeling zou een deel van de leerlingen weleens de examenperiode zonder papiertje moeten besluiten, vreest de docent Duits, die lid is van de examencommissie op het Hoevelakense VLC. Ter vergelijking: vorig jaar slaagden zo’n twintig tot dertig leerlingen omdat ze een vak mochten wegstrepen. „Ook dit jaar zullen we die aantallen wel weer halen”, verwacht Roelse.

Afgelopen week liet hij zijn leerlingen voor het eerst een proefexamen maken. „Toen keken heel wat scholieren toch behoorlijk moeilijk”, zegt hij. „Op het niveau dat zo’n examen vereist, zit het gros van de leerlingen nog niet. Er is werk aan de winkel.”

Gelukkig is het grootste deel van de scholieren momenteel wel weer dagelijks op school, zegt hij. „Voor de kerstvakantie was dat wel anders. Door de quarantaineregels die toen golden, was soms maar de halve klas aanwezig. Dan ben je toch geneigd om in die lessen iets minder te doen. Je denkt dan: deze uitleg geef ik wel als iedereen er is. Maar op den duur kwam het zo vaak voor dat veel scholieren thuis zaten, dan is dat ook geen doen meer. Je moet door – de stof moet gewoon behandeld worden.”

17978342.JPG
V.l.n.r. Annemarie Arends, Steven Roelse, Elise Buijs, Walter Sparling. beeld RD, Anton Dommerholt

Opvallend is dat de niveauverschillen tussen de leerlingen de afgelopen twee jaar veel en veel groter zijn geworden, zegt Roelse. „Sommige scholieren zijn qua leerstof aardig bij, anderen lopen enorm achter.” Er is haast geen middenmoot, zegt ook Sparling. „Tussen de leerlingen die het prima aankunnen en de scholieren die behoorlijk achterlopen, zit weinig meer”, legt hij uit. „Dat is voor het lesgeven best lastig. Je kunt je minder richten op de ‘gemiddelde’ leerling.”

Stampen

Naast het feit dat de leerlingen qua kennis niet op hetzelfde niveau zijn dan andere jaren, weten nogal wat leerlingen niet goed meer hóé ze moeten leren, zegt Roelse. „Het stampen van een lijst met woordjes spreekt voor mijn gevoel redelijk voor zich – zeker in de bovenbouw. Maar behoorlijk wat scholieren in mijn klassen hebben echt geen idee meer hoe ze zoiets moeten aanpakken. Dat vind ik wel zorgelijk.”

Elise Buijs, docent Nederlands en leerlingbegeleider, valt collega Roelse bij. De basis ontbreekt, constateert zij. Zowel qua leerstof als qua leerhouding. Als het om dat laatste gaat, is nauwkeurig en geconcentreerd werken iets wat extra aandacht vraagt. „Leerlingen zijn gewend geraakt aan beeldscherm en toetsenbord, aan videobellen en teamsen. Ik moet bijvoorbeeld echt extra aandacht geven aan het feit dat leerlingen op toetsen antwoord moeten geven in hele zinnen en dat steekwoorden niet voldoende zijn.”

Ze wijst erop dat dankzij de extra gelden vanuit het Nationaal Programma Onderwijs de school een leerachterstandenteam heeft gevormd. „Dat geeft ons ruimte om de leerlingen die dat nodig hebben, extra te begeleiden. Enorm belangrijk. Zo hopen we hen het steuntje in de rug te geven dat ze nodig hebben.”

Om de concentratie stapsgewijs weer wat te verhogen, laat de Buijs haar scholieren regelmatig de eerste twintig minuten van de les lezen. In stilte. „Zo hoop ik hen te trainen om langere tijd onafgebroken met dezelfde taak bezig te zijn.”

Niet enkel op school heeft corona de werkhouding van een deel van de scholieren aangetast, ook op stage wreekt het onregelmatige karakter van de afgelopen twee jaar zich, merkt Annemarie Arends, docent Zorg en Welzijn. „Scholieren komen bijvoorbeeld met meer regelmaat dan voor de pandemie te laat. Volgens mij komt dat doordat ze de afgelopen twee jaar structuur hebben gemist. En juist voor het type leerlingen dat hier op school zit –voornamelijk praktische jongens en meiden– is dat vaste ritme zo belangrijk. Dat hebben ze nodig, ook om vaardigheden te leren zoals op tijd komen, huiswerk maken en luisteren naar wat je wordt gezegd. Daaraan zullen we de rest van hun schooltijd meer aandacht besteden.”

Vorming

Werk aan de winkel dus de komende weken en maanden. Zowel qua leerstof als qua aandacht voor welbevinden en vorming – iets wat de afgelopen twee jaar óók geleden heeft onder thuisonderwijs.

Een balans vinden tussen die twee zaken is in de dagelijkse praktijk echter nog best lastig, onderkent het viertal. Alle vier vinden ze dat het goed zou zijn om juist nu meer aandacht te besteden aan vorming, reflectie en groepsvorming. Sparling: „Ik zou het bijvoorbeeld mooi vinden om wat vaker met de jongens en de meiden te praten over wat corona nu echt met hen heeft gedaan. Gewoon in alle rust, zoals wij dat hier nu ook met z’n vieren doen. Tegelijkertijd hijgen de examens en toetsweken mij ook een beetje in de nek. Natuurlijk is er ruimte voor een geintje en een praatje, maar in alle rust echt tijd inruimen voor reflectie, schiet er daardoor wel snel bij in.”

Buijs: „Herkenbaar. En jammer. Want sommige leerlingen hebben echt een knauw gekregen van afgelopen twee jaar. Somberheid, eenzaamheid, het gevoel hebben dat anderen je niet begrijpen, het missen van contact met klasgenoten: ik kom het allemaal tegen. Ik denk ook dat een deel van de leerlingen veel te ruim in hun vrije tijd hebben gezeten.”

Strobalen

Tegelijkertijd is er door corona veel positieve energie vrijgekomen op school, zegt het viertal. „Bijvoorbeeld de diploma-uitreiking van vorig jaar. Die was buiten, compleet met tenten, strobalen en taart. Dát is ook kenmerkend voor het onderwijs: als iets niet kan zoals we graag zouden willen, maken we er toch iets moois van. Voor de leerlingen en voor onszelf. Zo houden we het samen leuk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer