Elk huwelijk heeft een Derde nodig
Een huwelijk dat weer en wind kan doorstaan. Wie droomt er niet van? Christine Stam-van Gent geeft in dit essay woorden aan herkenbare zaken en wijst een weg die tegen de tijdgeest in gaat.
Het besef dat je er wat voor moet doen om je huwelijk goed te houden, zelfs als dat best lekker loopt, is ook onder christenen ruimschoots aanwezig. Veel kerkelijke gemeentes doen aan huwelijkstoerusting. Het aanbod aan cursussen, relatieweekenden en -therapieën is groot. Vaak zijn die erop gericht het vuurtje van de eerste liefde weer brandend te krijgen. Breng tijd met elkaar door, lach met elkaar, raak elkaar aan, communiceer op hartsniveau, bid regelmatig samen.
Ik zeg niet dat dit allemaal onzin is. Veel huwelijken lijden onder een gebrekkige communicatie. Het is verbazingwekkend wat er kan gebeuren als mannen leren eerst te luisteren in plaats van gelijk met oplossingen te komen. Of als vrouwen zich leren uiten in termen van verlangens in plaats van in verwijten. Toch zijn er echtparen genoeg die op dit vlak al het nodige werk verzet hebben en toch omvergeblazen worden, door vormen van tegenwind waar ze niet op rekenden. Kun je hierop voorbereid zijn?
Karweitjes
Vlak voordat hij haar een huwelijksaanzoek zou doen, stuurde de tweede echtgenoot van zendelinge Elisabeth Elliot haar zijn ‘geriatrische brief’, zoals hij het zelf noemde. Addison Leitch was toen 60 jaar, Elisabeth 42. In deze brief spiegelt hij haar voor wat ze kan verwachten als ze trouwt met een oude man: dat zij de auto zal moeten besturen, zijn bril schoon zal moeten maken, en wie weet wat voor nederige karweitjes nog meer. Aan het einde van de brief schreef hij: „Hier ben ik, alles van mij, voor jou, voor altijd. Maar wat een vreemd aanbod!”
Misschien is het geen slecht idee om het huwelijk eens van deze nuchtere kant te bekijken, en je af te vragen wat je er wel en niet van moet verwachten. Met name vrouwen (heb ik het idee, maar wat mannen betreft ben ik gewoon minder goed op de hoogte) hebben de neiging om hoge verwachtingen te hebben van hun eega. Hij moet hen aanvoelen, begrijpen, geruststellen, beschermen. Maar bijna geen enkele man kan al die rollen tegelijk aan, als hij er al zin in heeft. In de woorden van Ruth Bell Graham (de vrouw van evangelist Billy Graham): „Het is een dwaze vrouw die van haar echtgenoot verwacht wat uiteindelijk alleen Jezus Christus Zelf kan zijn.” Om wijsheid en bescherming te ontvangen moet je dagelijks bij Hem zijn. En om gegarandeerd aangevoeld en begrepen te worden zou ik als getrouwde vrouw stevig investeren in een paar goede vriendschappen. Datzelfde geldt ongetwijfeld voor mannen, al zien die vriendschappen er wellicht wat anders uit. Maar voor beide partijen geldt: overvraag het huwelijk niet. Wees dankbaar voor wat je ontvangt, en accepteer wat er niet is.
Sokken
Wat Addison Leitch deed –het minst aangename scenario aan zijn echtgenote in spe voorleggen– zullen de meeste mensen niet doen. Zeker niet als er nog geen wolkje aan de hemel te zien is. Welk stel gaat er te midden van alle feestelijke voorbereidingen op de trouwdag eens voor zitten om dingen tegen elkaar te zeggen als: Weet wel, je zult mijn vieze sokken moeten oprapen, keer op keer. Je zult merken dat ik iedereen buiten de deur te vriend probeer te houden, maar jou niet. Sorry, maar als je het emotioneel zwaar hebt, zul je je alleen moeten redden. Je zult nog vaak moeten horen hoezeer je me teleurstelt.
Zelfs al zouden we dit eerlijk willen proberen, we kunnen het simpelweg niet. Omdat we zelf nog niet goed weten wie we zijn, zeker niet als huwelijkspartner. Het huwelijksleven zal dingen openbaren die je over jezelf en de ander nog niet wist. Deze gedachte kan trouwens wel behulpzaam zijn als je oog mocht vallen op die aantrekkelijke man of vrouw van een ander, die alles lijkt te hebben wat je eigen partner niet heeft. De enige die je kan vertellen wie deze persoon echt is, is met hem getrouwd.
De kosten van een huwelijk kun je nooit overrekenen. Zelfs Addison Leitch, in zijn aandoenlijke poging een realistisch beeld te scheppen, kreeg geen gelijk. Na vier jaar huwelijk overleed hij aan kanker. Het leed dat Elisabeth moest doormaken was van een heel andere aard dan ze beiden ooit hadden gedacht.
Mysterie
Maar de laatste zin uit Addisons brief is treffend: wat had hij Elisabeth nu eigenlijk te bieden? Dit geldt niet alleen wanneer de leeftijdsverschillen groot zijn. Wij allemaal, kleine, zondige mensen, hebben er aanvankelijk geen notie van welke grote stap we eigenlijk zetten door met elkaar te trouwen. Welke enorme gevolgen dit zal hebben op allerlei vlak. Welke offers het van ons kan vragen.
Een huwelijk is iets ontzaglijks. Het heeft zowel een aardse als een hemelse kant. Het is wonderlijk als een mens er helemaal voor jou wil zijn, zich elke avond naast jou te slapen legt, voor jou zorgt als je het zelf niet meer kunt. En er zijn die vieze sokken, de lange haren die jij keer op keer uit het putje moet vissen. En er is dat mysterie, die hoge norm, dat hoge beeld van Christus en de gemeente, waar het huwelijk een afschaduwing van is.
Wie zou nog durven trouwen? Alleen wie gelooft dat alle dingen mogelijk zijn bij God; ook het houden van een belofte die groter is dan. Alleen wie als huwelijkspartner deze drie dingen bij elkaar houdt, zowel de hoge taak als zijn eigen onvermogen als de God die het onmogelijke doet, die is werkelijk toegerust.
Offeren
De hoge taak houdt in dat we navolgers van Christus dienen te zijn, in het offeren van onszelf, omwille van de ander. Dit is geen specifieke eis voor getrouwden alleen. In de Bijbel vind je nauwelijks specifieke richtlijnen voor het huwelijk, wel voor de omgang met de naaste. „Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld heeft; en wij zijn schuldig voor de broeders het leven te stellen (1 Johannes 3:16). Welnu, de allereerste ‘broeder’ is degene met wie je bent getrouwd. Het gekke is dat wij mensen buitenshuis vaak nog wel als onze naasten behandelen, en aan hen goedheid en vriendelijkheid bewijzen. Maar binnenshuis wordt die norm regelmatig met de jas aan de kapstok gehangen. Je naaste binnenshuis is degene op wie je frustraties neerkomen, op wie je moeheid afketst, die geen vriendelijk woord meer krijgt als de vriendelijkheid op is. Ik schets het zwart-wit; de realiteit is meestal gemengd. Goede en slechte dagen wisselen elkaar af, al dan niet afhankelijk van onze stemming. Maar de kern is dat thuis onze meest onaangename kanten vroeg of laat naar buiten komen. En dat we zijn gaan denken dat dit normaal is, dat we thuis dit recht nu eenmaal hebben. Maar als ergens geldt dat we de ander lief moeten hebben als onszelf, dan toch juist daar.
Zeepgebruik
Je kunt als partners tegen grote dingen aanlopen: psychische beschadigingen, trauma’s, verslavingen, boezemzonden. Maar minstens zo verstorend voor de liefde kan de aaneenschakeling van duizend dagelijkse kleine ergernissen zijn: de dop die zij nooit terugdoet op de tandpasta tube, de manier waarop hij soep eet.
In haar boek met brieven aan een jonge bruid (”By love refined”) schrijft Alice von Hildebrand dat ze zich ergerde aan het zeepgebruik van haar kersverse echtgenoot. Elke keer als hij zich gewassen had, zwom de zeep in een bad van water, een vies glibberig zaakje. Ze wees hem hierop. Vanaf die dag maakte hij er een gewoonte van om de zeep zo droog achter te laten dat ze niet kon zien of hij gebruikt was of niet. Alice was hierdoor zo geroerd dat ze maar aan die zeep hoefde te denken of ze voelde een golf van liefde en dankbaarheid voor dit kleine, maar o zo veelbetekenende gebaar.
Echte liefde werkt tot in de kleinste dingen door. Zoals Alice aan de jonge bruid schrijft: „Als jouw liefde zich verdiept, zul je ervaren dat hoe groter de liefde is, hoe meer het zelfs de kleinste aspecten van het leven zal doortrekken.”
Grenzen
Zolang er inderdaad liefde is, zal het niet zo moeilijk zijn om kleine dingen voor elkaar op te offeren. Hoewel… in een tijd waarin we allemaal leren onze grenzen aan te geven –dit ben ik, jij moet mij maar gewoon accepteren zoals ik ben– zou het best weer een wandtegel mogen worden: ”Offer je op in het kleine, en de liefde zal groter worden”.
Maar wat als het over grote dingen gaat? Wat als er niet naar je klachten geluisterd wordt, zelfs niet als je ze brengt als verlangens? Wat als je wederhelft je vernedert, manipuleert, doodzwijgt? Als je je afvraagt: wat heb ik ooit in hem of haar gezien? Help, ben ik met de verkeerde getrouwd? Hier zijn geen gemakkelijke, pasklare antwoorden te geven. Maar juist in dit soort situaties wordt duidelijker dan ooit dat we het moeten hebben van een liefde die we zelf niet (meer) opbrengen. Een liefde die niet opgeeft, ook niet als de ander zich langdurig en hardnekkig daartegen verzet.
Dan wordt liefde een opdracht. Zoals Jezus tegen de man met de verdorde hand sprak: „Strek uw hand uit”, zo kan Hij ook tegen ons zeggen: „Hou van deze man of vrouw”, al hangt de liefde erbij als een verdorde hand. Maar als Hij spreekt, dan gaat het. Voor deze liefde moeten we bij Hem zijn, Die aan een kruis hing voor mensen die Hem afwezen. En die dat blijven doen, tot op de dag van vandaag.
Zwartgallig
Hoe wakkeren we het vuur van deze liefde aan? Niet door weekendjes samen weg, niet door een houd-me-vastcursus, maar door de voortdurende aanwezigheid van een Derde in ons huwelijk. De zegen van een moeilijk huwelijk (ik schrijf het toch) is dat het je dwingt om het geluk bij een Ander te zoeken. Misschien zijn er gelukkig getrouwden die denken: waarom wordt alles van de zwartgallige kant bekeken? Wij zijn nog altijd verliefd, we delen alles samen. Maar ook in heel goede huwelijken ligt een slang op de loer. Twee geliefden kunnen het zo goed met elkaar hebben én houden, dat ze zelfvoorzienend zijn geworden. Ze doen alles samen. Vullen elkaar aan, troosten en verwarmen elkaar. Maar hoe mooi dat ook is, hoe jaloers je er ook op kunt zijn, er schuilt een groot geestelijk gevaar in, namelijk dat we de Bruidegom uit het oog verliezen. Ook het beste huwelijk loopt eenmaal uit op een scheiding; als de een sterft en de ander alleen achterblijft. Bij wie schuil je dan? Er is maar één Man Die een Schuilplaats is, en een Verberging tegen de wind en de vloed.