Sinds zijn studententijd komt hij in Jordanië en Israël, eerst als verpleeghulp, later als arts. Nu is Wouter van de Fliert (61) de nieuwe directeur van Near East Ministry (NEM) in Nijkerk en volgt hij Piet Jonkers (66) op. Een dubbelinterview met twee mannen die hun hart verloren aan het Midden-Oosten.
Een manshoge muurschildering in het kantoor van de NEM beeldt de Olijfberg bij Jeruzalem uit. Geel zand, gele huizen, groene bomen en in grote letters de Bijbeltekst uit de profeet Zacharia: ”On that day his feet will stand on the Mount of Olives” (En Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg). De muurschildering maakt meteen duidelijk waar de focus ligt: op Israël, het Midden-Oosten en de Bijbel.
Aangeschoven zijn Piet Jonkers, die eind december afscheid nam als directeur van de NEM, en Wouter van de Fliert, de nieuwe directeur per 1 januari. Ze verwoorden een gezamenlijke passie: „Gods toekomst voor het Midden-Oosten.” Jonkers was vanaf 2018 directeur van de NEM. Daarvoor was hij, samen met zijn vrouw, voor de organisatie werkzaam in Jeruzalem als leidinggevende van de veldwerkers in het Midden-Oosten.
Van de Fliert had al jong een band met het Midden-Oosten. „Tijdens mijn studie voor arts ben ik werkzaam geweest in Jordanië. Dat was een geweldige periode. In Jordanië voelde ik me gelijk thuis.” Als arts werkte Van de Fliert –naast Jordanië– onder meer in Thailand en Jemen. De afgelopen jaren verbleef hij voor de NAVO in Amerika, waar hij verschillende functies bekleedde. Nu is hij weer terug bij het werk waar hij mee begon. „Het is zo geleid dat ik hier bij de NEM mag dienen.”
Waaruit bestaat het werk van de NEM?
Jonkers: „In de eerste plaats zenden we diaconaal werkers uit die dienen in Israël en de omliggende Arabische landen. Daarnaast geven we onderwijs. We leggen daarbij de nadruk op de bijzondere positie van Israël in Gods heilsplan en op de Joodse wortels van ons geloof. Het is verrijkend om daar meer aandacht aan te geven.
Verder geven we cursussen op ons landgoed in Nijkerk. Jaarlijks vinden hier de zogenoemde Reveilweken plaats, toerustingsweken waar we mensen liefde willen bijbrengen voor de Joden en Arabieren.
Uiteraard hebben we dan de veldwerkers, die uitgezonden zijn. Soms zijn dat kortdurende uitzendingen, andere veldwerkers dienen al jaren in Israël of in de omringende Arabische landen.”
Van de Fliert: „Er zijn in Nederland 18 groepen waar mensen samenkomen, de zogenaamde regiogebedsgroepen. Zij bidden voor de NEM, het veldwerk in het Midden-Oosten, de Joden en de Arabieren. Het is belangrijk dat, als we praten over Reveil, we ook bidden. Het gebed is de motor van de NEM.”
Wat is er in de achterliggende jaren bereikt?
Jonkers: „Vier jaar geleden zat de NEM organisatorisch en financieel in zwaar weer. Voor een kleine organisatie is het nu eenmaal lastig om goed op de kaart te blijven staan. Gelukkig hebben we een omslag kunnen maken. Samen met Johan Ruitenberg en het team heb ik het werk kunnen oppakken. In dat werk leven we bij manna voor één dag. We zijn geen grote en rijke organisatie, maar de Heere heeft ons steeds genoeg gegeven om ons werk te kunnen blijven doen.
Wat me de laatste jaren opvalt, is dat er vanuit de reformatorische gezindte meer mensen uitgezonden worden, specifiek om te gaan werken in de Arabische wereld. Opmerkelijk, aangezien we van oorsprong vooral bekend zijn in de charismatische en baptistische hoek.
Het is mooi dat Wouter nu in dienst gekomen is. De NEM heeft hem nu nodig, een directeur met andere eigenschappen, zoals het kunnen verbinden van mensen en zoeken naar nieuwe mogelijkheden om onze bediening onder de aandacht te brengen.”
Van de Fliert: „Meestal gaat de oude directeur weg als er een nieuwe bestuurder komt. Maar hier niet. Piet blijft. En dat zegt ook wel iets over de cultuur bij de NEM.
Het gaat niet om onze plannen en ideeën. Je moet niet je eigen stempel willen drukken. Ik mag dienstbaar zijn aan deze beweging. Het is goed om je dan een nederige houding aan te meten.”
Waar wil de nieuwe directeur mee aan de slag?
Van de Fliert: „Piet en Johan hebben gezorgd dat er stabiliteit gekomen is. Nu is het aan mij om te werken aan het uitbouwen. De NEM is een beweging waar veel mensen bij betrokken zijn. Samen zijn we op weg, daarom hangt alles niet zozeer af van mij als directeur. Overal in het land zie ik initiatieven, die ga ik stimuleren en uitbouwen. Ik wil graag dat de NEM in Nederland veel zichtbaarder wordt.
Op dit moment zijn er 18 regiogebedsgroepen, verspreid over het hele land. Ik zou graag dat aantal willen uitbreiden.
Daarbij zou het fijn zijn als we langzaamaan wat meer mensen kunnen gaan uitzenden. En met de Reveilweken willen we meer mensen bereiken. In dat kader ga ik goed kijken hoe we het landgoed gaan gebruiken. Als basis voor de uitzending, voor de Reveilweken en wie weet voor wat nog meer.
Ik ben dan ook helemaal niet bezig met de vraag waar we over vijf jaar staan. Maar ik hoop wel dat er heel veel meer mensen betrokken zijn op het werk van de NEM, door te bidden, te dienen en te geven.”
Jonkers: „We kijken hoe het geleid wordt. Dat zit echt in onze traditie. We hebben geen grote beleidsplannen, maar luisteren naar God. Het bestaan van Israël drukt Zijn trouw uit.”
Wat is de drijfveer om dit werk te doen?
Jonkers: „Gods trouw. En dat raakt me emotioneel. Kijk eens naar de weg die God met Abraham en het Joodse volk gaat. Het is een kanaal van zegen voor de wereld.
Het Joodse volk is in de loop van de geschiedenis mishandeld en verworpen. Maar God heeft Zijn volk niet verstoten en Hij gebruikt het ook nu nog tot zegen.
Laten we het ook goed blijven zien: het is niet dat de Joden erbij mogen horen, nee, wij mogen delen in de beloften die aan Israël gegeven zijn.”
Van de Fliert: „Ik geloof dat we de werken moeten doen die Jezus voor ons heeft voorbestemd. Dan is het niet moeilijk of zwaar, omdat God dat al heeft voorbereid voor je. Vanaf mijn jonge jaren wilde ik bezig zijn in het Midden-Oosten, ik heb iets met die regio. Israël is het land van de nakomelingen van Abraham. En er zijn daar nog zo veel mensen die van God niet weten; ik wil zo graag dat ze Hem leren kennen.
Daarom vraag ik dagelijks aan God: Wat wilt U dat ik zal doen? Breng dat op mijn pad. Maar dan wil ik dat ook goed doen.”
Wat heeft corona voor impact op de werkzaamheden van de NEM?
Jonkers: „Net voor de crisis kregen we een groot legaat. Daarmee zijn we de coronacrisis goed doorgekomen. Ook daarin zien we de hand van de Heere. We zagen vooral veel impact op onze Reveilweken. We zien ernaar uit dat we die weer op het landgoed kunnen houden, desnoods in kleine groepen.
Wat betreft de invloed van corona op de situatie in het Midden-Oosten: de uitzendingen voor een korte termijn zijn praktisch allemaal gestopt. De langetermijnuitzendingen zijn allemaal doorgegaan, ondanks corona.
Gelukkig kijken we ook weer vooruit. Komend jaar bestaat de NEM zestig jaar, daar willen we uitgebreid aandacht aan besteden. Het werk van de NEM is kennelijk nog niet klaar.”
De NEM is niet alleen in Israël actief, maar ook in Egypte en Jordanië. Hoe anders is het werk daar?
Jonkers: „Veel mensen zijn verwonderd als ze horen dat we ook in de Arabische wereld werken. In Israël wordt dat over het algemeen als bijzonder en positief ervaren.
In de Arabische wereld dienen we wel, maar zijn we terughoudend met het geven van een andere kijk op Israël. We leggen uit dat Israël niet als een bedreiging gezien moet worden, maar als een aanbod van de Heere tot zegen. We zien ook dat de Heere de ogen van mensen opent. Als in een flits zien ze dan dat God Zijn volk niet heeft verstoten. Zo proberen we verbinding te leggen. Maar voorzichtigheid blijft geboden.”
Van de Fliert: „De persoonlijke relatie met Arabieren is heel belangrijk. We laten zien dat we van ze houden. Net als de Joden, kijken en luisteren Arabieren goed naar je. En je maakt de harten van mensen zacht als je van hen houdt.”
Hoe zien jullie de beloften voor Israël zoals die in Romeinen 9-11 staan?
Jonkers: „Paulus schrijft dat het Joodse volk verblind is voor de Zaligmaker. Het Evangelie gaat naar de heidenen. Zal het Joodse volk zijn eigen Messias ontdekken als er een verandering bij de heidenvolken zal plaatsvinden? Het Joodse volk kijkt heel goed naar wat het dienen van God uitwerkt in de praktijk. Zien zij in ons de verwachting en een godvruchtig leven?”
Van de Fliert: „Het komt goed omdat God het zal doen. Er is veel schade aangericht in de lange geschiedenis tussen Joden en christenen. Daar kom je niet zomaar uit. En laten we niet de pretentie hebben dat we dat wel even oplossen. De liefde van Christus overwint alles.”
Jonkers: „Als wij onvoorwaardelijk onszelf geven, laten we de liefde van Christus zien; niet op de zeepkist, maar door te dienen.”