Recht op vrije abortus onder druk? Nou, nee
Er is slechts één aarde, maar er zijn 7,7 miljard ‘werelden’. In de wereld van GroenLinks-Kamerlid Ellemeet, en ook in die van PvdA-politica Ploumen, is het bijvoorbeeld zo dat het recht op vrije abortus allerwegen zwaar onder druk staat. Als je hen hoort praten, moeten liberale politici heden ten dage een heldhaftige strijd leveren om „verworvenheden” die zo’n veertig jaar geleden door de baas-in-eigen-buikvrouwen zijn binnengehaald, vast te houden. Voor je het weet, ben je ze kwijt. Zoiets.
Een wonderlijke visie. Want het mag dan zo zijn dat de anti-abortusbeweging de laatste jaren, in de woorden van Ellemeet, „vocaler” werd, wie naar de regelgeving kijkt, merkt dat die alleen maar liberaler wordt. Deze week toonde een ruime meerderheid in de Tweede Kamer zich voorstander van het afschaffen van de vaste beraadtermijn van vijf dagen. Volgende week zal diezelfde Kamer zich uitspreken voor vrije verstrekking van de zogeheten abortuspil door huisartsen. Dus hoezo: vrouwenrechten onder druk?
Er zijn veel brillen om naar de wereld te kijken. Sommige brillen vertekenen de realiteit. Zo betoogden de indieners van de initiatiefwet tot het schrappen van de vaste beraadtermijn deze week bij hoog en bij laag dat dit initiatief niets afdoet aan een van de pijlers van de abortuswet, namelijk de beschermwaardigheid van het leven. Nee hoor, het afschaffen van de vijf dagen bedenktijd had daar totaal niets mee te maken, stelden D66, GroenLinks, PvdA en VVD eenparig. Een verplichte bedenktijd? „Dat is gewoon een manier om abortus moeilijker te maken”, zei GL-Kamerlid Westerveld.
Dat laatste, daar zit iets in. Alleen, spiegelbeeldig betekent dat dan toch dat je door het vasthouden aan zo’n beraadtermijn het prille menselijke leven net iets beter beschermt? Dat is toch geen onlogische gedachte?
Nogmaals, wie een bril met schone glazen opzet, ziet een abortuspraktijk waarin het principe ”de vrouw beslist” absoluut is geworden en een wetsontwikkeling waarin het ongeboren leven steeds meer het onderspit delft.
Zijn er, vanuit prolifestandpunt, dan helemaal geen lichtpuntjes? Toch wel. Een opvallende ontwikkeling in het Nederlandse parlement is dat er inmiddels drie seculiere partijen zijn, FVD, JA21 en BBB, die zich helder uitspreken vóór het ongeboren leven. Zo verdedigde FVD-woordvoerder Van Houwelingen deze week een standpunt dat raakt aan wat voorheen alleen door christelijke woordvoerders werd uitgedragen: abortus mag pas als het leven van de moeder in gevaar is, of als zwangerschap het gevolg is van verkrachting.
Dat zo’n visie nu ook uit de mond van seculiere politici klinkt, is pure winst. Dit doorbreekt het verlammende patroon –dat jarenlang de Haagse arena beheerste– dat Bijbelgetrouwe christenen steevast tegen en seculiere politici voorspelbaar voor abortus waren. Terwijl ook een niet-gelovige redenen kan hebben om tegen een liberale abortuswet te zijn.
Okay, maar hebben Ellemeet en Ploumen dan toch gelijk dat het recht op vrije abortus weer meer onder druk komt te staan? Nee. Twee cijfers volstaan om dit te onderbouwen. Hoeveel zetels hadden de christelijke partijen, de toenmalige voorstanders van de beraadtermijn, in 1989? Zestig. Hoeveel zetels hebben anno 2022 diezelfde voorstanders, dus de christelijke partijen, FVD, JA21 en BBB sámen? Juist ja, 31.