Groen & duurzaamheid

De merel: gaan we die straks missen?

De merel hoort zo bij het dagelijks leven, dat weinig mensen op- of omkijken als de zwarte vogel zich laat horen. Zelfs het nieuws dat de merelstand afneemt, zal menigeen zijn ontgaan. Juist daarom is 2022 uitgeroepen tot Jaar van de Merel. „De meeste mensen gaan de merel pas missen als die er niet meer is.”

Imco Lanting
24 January 2022 20:27
beeld RD
beeld RD

Net als bij de meeste mensen met een tuin waren merels ook voor kunstenaar Hay Wijnhoven deel van het ‘tuinmeubilair’. „Ze hoorden er gewoon bij, verder niets.” Tot hij jaren geleden een paar rozijntjes voor ze neerlegde. Daar bleken de vogels dol op. „Ze waren helemaal niet bang en binnen afzienbare tijd aten ze zo’n beetje uit mijn hand. Pas toen ben ik ze beter gaan observeren.” En dat liep een beetje uit de hand. „Eerst hield ik in een notitieboekje een mereldagboek bij. Ik beschreef wat ze deden, waar ze hun nest bouwden en hun onderlinge gedrag. Op internet las ik wetenschappelijke onderzoeken naar de vogel. Er ging een wereld voor me open. Hoe normaal de merel ook is, het dier leidt een nogal complex leven, dat vooral bestaat uit het territorium bepalen, verdedigen door vechten en onderhandelen, en uiteraard de voortplanting.”

Wijnhoven vond de merel een ideaal dier om op een speelse manier te onderzoeken. „Juist omdat ze zo territoriaal zijn, heb je altijd te maken met maar één individu of paartje. Zo is het bijna onmogelijk de vogels door elkaar te halen.”

De aantekeningen die de kunstenaar jarenlang bijhield, resulteerden een paar jaar geleden in het boek ”De merel”. De vogelaar schrijft in de epiloog over wat hem het belangrijkste kenmerk van de vogel lijkt: „Mijn aha-moment had ik jaren terug toen in de achtertuin een oude, verzakte klimop-schutting moest plaatsmaken voor iets nieuws. Na de sloop stond ik met pijn in het hart te staren naar het gat dat geslagen was. Plots vloog mijn merelman langs en boorde zich in volle vaart dwars door de denkbeeldige ruimte die de schutting innam. Met een schok kwam ik tot het inzicht dat de merel me voor was geweest. Hij had zich de veranderde situatie sneller eigen gemaakt dan ik. Hij veroverde de vrije ruimte die bij mij nog door herinnering bezet werd. Vanaf dat moment besefte ik dat de kracht van deze vogel zijn aanpassingsvermogen is. De merel kijkt met kinderlijke frisheid om zich heen en richt zijn leven naar wat op zijn pad komt. Zijn kneedbaarheid is zijn wezen.”

Het territorium van de merel, dat tussen januari en april wordt gedefinieerd, is maar klein en beslaat gemiddeld maar zo’n 0,2 hectare. Dat is zo groot als een paar tuinen. Maar de grenzen liggen maar zelden vast. Er wordt veel gemorreld aan en geschoven met landbezit in de wereld van de merel. „De mannetjes zetten elk zo’n terreintje af voor henzelf en houden dat, als het maar even kan, jaarrond aan. Jonge, beginnende merels beginnen in september met het zoeken naar woonruimte. Dat is een goede periode, want de volwassen merels zitten dan in de rui, zijn minder actief en agressief en dus op z’n kwetsbaarst. Een goed moment voor de nieuwkomers om hun plek op te eisen, bijvoorbeeld een bes dragende struik, een favoriete slaapboom of een vochtig hoekje gazon waar veel wormen zitten.”

Wijnhoven zag vanuit zijn huis hoe zo’n jongeling zich een plek toe-eigent en schreef dat in zijn mereldagboek. „Er zijn maar weinig geschikte nestplaatsen, het is altijd onrustig en het stikt van de katten. Aan de overkant heeft de buurman een paar jaar geleden heggen geplant en een tuin aangelegd, het geheel begint er al aardig volgroeid uit te zien. In elk geval is de jonge merelman gebleven met het voornemen er dit voorjaar een territorium te vestigen. Je moet toch ergens beginnen. En deze plek was nog niet bezet. In hetzelfde voorjaar weet hij zowaar een vrouwtje aan zich te binden. Een mooi begin.”

Onderhandelen

Veel van de jonge merels worden na de rui overigens alsnog verjaagd van hun net ingenomen stekje. Ze moeten het na de winter opnieuw proberen. Maar er komen altijd territoria vrij door ziekte, ongeval en doordat merelparen uit elkaar gaan. En dan is het: wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Ontstaat er onenigheid over de grenzen, dan hoeft dat niet op een bloedig gevecht uit te lopen. „Vooral in het voorjaar kun je prachtig observeren hoe twee mannen over de ligging van hun grenzen onderhandelen”, schrijft Wijnhoven.

17891291.JPG
beeld RD

Het verloop van die onderhandelingen werd in 1941 voor het eerst beschreven door de befaamde Engelse ornitholoog David Lack, die zich verbaasde over het nette verloop van het ritueel. Hij schetste dat als volgt: „Als man 1 zijn tegenstander bij de grens opmerkt, vliegt hij erheen, strijkt vlakbij neer en hopt in zijn richting met laag gehouden kop. Daarop keert man 2 zich om en hopt zonder haast terug naar zijn eigen terrein, achternagelopen door man 1. Na een paar meter keert man 2 zich om en hopt weer in de richting van de ander, die zich op zijn beurt omdraait en rustig terug trippelt. Deze procedure kan eindeloos herhaald worden.” Het is een ritueel van claimen en markeren. Veel nemen en een beetje geven. Zien hoever je gaan kunt. Uitgangspunt is dat puur en alleen je aanwezigheid volstaat om aanspraak te mogen maken op het stukje grond waar je je bevindt. Dat is in essentie hoe het voor merels werkt: de plek waar ik ben is van mij. En: waar ik ben mag jij niet zijn. Heel basaal.”

Vrouwtjes bouwen in het territorium van het mannetje van hun keuze in hun eentje het nest en nemen het bebroeden van de eieren geheel voor hun rekening. Behalve bij de paring komt de vadermerel eigenlijk alleen opdraven nadat de eieren zijn uitgekomen. Hij heeft het vooral druk met de grensverdediging van zijn stukje land. Afhankelijk van hoe goed de samenwerking bij de verzorging van de jonge merels verloopt, blijft het koppel al dan niet bij elkaar. Een merelpaar kan zo jarenlang samen optrekken.

Wijnhoven zag eens een klein drama in zijn tuin. „Een broedend merelvrouwtje overleefde ternauwernood de aanval van een kat. Haar broedsel was verloren. En het voorval had kennelijk zo’n diepe indruk op haar gemaakt dat ze de zaak niet meer vertrouwde en voor haar nieuwe nest een plek uitkoos die búíten hun territoriumgrenzen lag, aan de straatkant. De merelman was nu gedwongen de omgeving van de nestplek ‘erbij te nemen’, wat niet erg praktisch was omdat een huizenblok de twee gebiedsdelen van elkaar scheidde. Het koppel heeft uiteindelijk het oorspronkelijke territorium moeten opgeven en is uit het zicht verdwenen. In dit geval heeft de man zich dus ‘dienstbaar’ opgesteld door de voorkeur van het vrouwtje te volgen en te faciliteren.”

Zang

Hoe onopvallend de merel door zijn alledaagse verschijning ook mag zijn, aan zijn muzikaliteit ligt dat niet. Iedereen herkent de merelzang uit duizenden en het staat bekend als een van de mooiste vogelgeluiden. De vogels zoeken daarvoor vrijwel dagelijks een hoog punt op, een dak of antenne, omdat ze zo luid mogelijk willen laten weten dat dit hun stukje land is. In zijn boek vertelt Wijnhoven dat de componist Heinz Tiessen, die in 1971 overleed, de merelzang jarenlang bestudeerde en het zelfs op schrift zette. „Hij omschreef het gezang als mild, melodieus en melancholiek. Dat vond ik een rake omschrijving. Wat deze Tiessen ontdekte is dat merels hun liedjes continu bijschaven en veranderen. Dan halen ze er een noot af of voegen ze een kort riedeltje toe. Hoe mooier en gecompliceerder het lied, des te meer indruk de merel maakt op andere mannetjes, vermoed ik. Als een merel zo mooi en puur zingt, dan moet het wel een sterke vogel zijn, zullen zijn concurrenten dan denken. En van al die muzikaliteit en composities mogen wij mensen gratis en voor niets meegenieten.”

De merel, Hay Wijnhoven, uitg. Atlas Contact; 256 blz.; € 22,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer