Juf Tea zaait op school in seculiere stad
Tea Hubregtse (49) uit Driebruggen zou niet op een school met een gesloten toelatingsbeleid willen werken. „Als je leerlingen aan de poort weigert, weiger je zo’n kind ook het Evangelie”, zegt de kleuterjuf, die al 26 jaar lesgeeft op de Prins Mauritsschool in Delft.
”Klop, klop, klop, tik, tik tik. Noach bouwt een heel groot schip”, klinkt het op de vroege ochtend in groep 2. Druk gebarend zingen de negentien kinderen over de tikkende hamer, lopende dieren, stromende regen en de regenboog die laat zien dat er nooit meer een zondvloed komt.
Vol trots zitten Givano en Olivia naast de juf; zij zijn vandaag helper. „Waar zullen we de Heere God vanmorgen voor danken of bidden?” vraagt juf Tea hun. „Dat Hij de Heere Jezus heeft gestuurd”, zegt Givano. Na afloop vertelt Hubregtse dat het jongetje geen kerkelijke achtergrond heeft. „Dat heeft hij dan toch opgepikt na een jaar op deze school.”
Ruim 20 procent van de leerlingen op de Prins Maurits heeft geen religieuze achtergrond. Ongeveer de helft komt uit een reformatorische kerk, een vijfde deel is evangelisch, 5 procent rooms-katholiek en 5 procent moslim. „We zijn een evangelisatieschool”, zegt Hubregtse.
Vergeten
Op het programma staat deze dinsdagmorgen een Bijbelverhaal over Abram en Saraï. „De Heere God had gezegd dat ze een kindje zouden krijgen”, weet Mila nog van de vorige keer. Inderdaad, maar inmiddels zijn het twee oude mensen geworden, vertelt de juf. „En het kindje komt maar niet.” Ze kijkt de kring rond. „Saraï denkt dat de Heere God het een beetje vergeten is.” Een donker jongetje schudt hard zijn hoofd. „Nee, dat kan niet!”
Abram trouwt maar met Hagar, gaat Hubregtse verder, zodat hij met haar een kindje kan krijgen. Zonder te bidden. „Als wij dingen beslissen moeten we…” „Eerst vragen!” roept Emilia. „Precies, en dat doet Abram niet.”
Na het Bijbelverhaal zingen de kleuters uit volle borst nog twee psalmversjes en gaat de juf voor in gebed. „Wie dankt er thuis weleens?” wil ze weten. Bijna alle vingers vliegen de lucht in. „Wanneer dan?” Voor het eten en voor het naar bed gaan, vertellen de kinderen. „Bij alles”, zegt Hidde. „Prachtig”, vindt de juf.
Welkom
Na haar stage als pabostudent wilde Hubregtse dolgraag in Delft gaan werken. „Heel mooi” vindt ze het dat de school een relatief groot deel onkerkelijke kinderen telt. „We willen christelijke kinderen hier een thuis bieden, maar het Evangelie ook vertellen vanuit de evangelisatieopdracht in Mattheüs 28.”
God heeft eigenlijk ook een open toelatingsbeleid, stelt de juf. „Het Evangelie moet overal klinken en iedereen is welkom bij Hem. Mooi dat we dat als school mogen weerspiegelen. Ik heb niets tegen scholen met een gesloten toelatingsbeleid, maar denk dan wel: gelukkig is God niet zo. Als je leerlingen aan de poort weigert, weiger je zo’n kind ook het Evangelie.”
Soms vraagt ze zich wel af wat al dat zaaien oplevert. „Ik zie de kinderen genieten en hoor ze serieuze vragen stellen. Maar wat werkt het uit? Het is God Die de wasdom geeft.” En die is er, weet ze. Pas sprak ze een oud-leerling die nu op het speciaal onderwijs zit. Het jongetje vertelde dat hij soms in bed zingt: „Als je gelooft in de Heere Jezus, dan komt er vrede in je hart.” Geëmotioneerd: „Zo’n kind weet dat dus wel.”
Een andere oud-leerling raakte in de criminele sfeer, maar deed later belijdenis in de hervormde kerk. „Hij zei toen: Wat ik op school geleerd had, kwam weer boven.” Dat is waar de Bijbel op wijst, zegt Hubregtse: „Scherp het de kinderen in. En dat is wat we hier aan het doen zijn.”
Verjaardagsfeestje
Ze zou niet op een school met een gesloten toelatingsbeleid willen werken. „Ik zou waarschijnlijk niet in het keurslijf van allerlei regels passen, maar ook niet willen meewerken aan het weigeren van niet-kerkelijke kinderen. De liefde van Christus dringt ons om iedereen uit te nodigen. Iedereen mag het Evangelie horen.”
Met de diverse achtergronden van de kinderen moet ze wel rekening houden. „Als het over de doop gaat, vraag ik bijvoorbeeld wie er is gedoopt en hoe dat bij hen in de kerk gaat. Maar ik ga niet zeggen dat het fout is om als volwassene gedoopt te worden of om helemaal niet gedoopt te zijn.”
Haar eigen kinderen hebben de schooltijd in Delft als leerzaam ervaren. „Hier hebben ze geleerd stevig in het geloof te staan en uit te dragen waar ze voor staan.” Dat laatste was niet altijd makkelijk. Zo kreeg haar zoon eens een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje op zondag. Als moeder zag ze hoe blij haar kind was dat hij naar het feestje mocht. „Ik heb met hem besproken dat we op zondag altijd naar de kerk gaan. En daarna de moeder van het klasgenootje gevraagd of hij een andere keer nog langs mocht komen voor de verjaardag.”
Volgens Hubregtse vormt haar werk een voortdurende oproep om in Christus te blijven, zoals staat in Johannes 15. „Alleen dan kun je stevig staan, want uit jezelf kan dat nooit.”