Slopen is niet meer wat het geweest is: „Vrijwel alles wordt hergebruikt”
„Wij gaan door tot het laatste puin tot stof is vergeven” staat er op de website. Kruiswijk in Bergambacht sloopt, voert asbestsaneringen uit en doet civiele en grondwerkzaamheden. Hergebruik voert de boventoon. „Bijna alles krijgt een tweede leven.”
De wortels van het bedrijf liggen in Vlist. In de omgeving met smalle weggetjes langs diepe vaarten begint Jan Kruiswijk in 1947 een eigen melkrijdersbedrijfje. Hij doet dat met een vrachtwagen die de Amerikanen achterlaten na de Tweede Wereldoorlog. In het kader van het Marshallplan kan hij kosteloos over het voertuig beschikken.
In de jaren daarna verricht Kruiswijk de eerste loonwerkklussen voor de boeren de omgeving. Gaandeweg verdwijnen de melkbussen uit beeld en komt er grondwerk bij. Zijn zoon John verwerft in de jaren tachtig van de vorige eeuw de eerste sloopopdrachten. „We doen nu alles behalve bouwen”, zegt Pieter Teeuw (41). Hij vormt met zijn echtgenote Christa Teeuw-Kruiswijk de derde generatie van het bedrijf dat volgend jaar driekwart eeuw bestaat.
Teeuw, die met zijn vrouw nu acht jaar aan het roer staat, merkt hoe de het in Vlist voor het bedrijf steeds meer knelt. Een nieuwe locatie wordt in 2017 gevonden in Bergambacht. Inmiddels telt het bedrijf circa 150 werknemers. „We groeien op een natuurlijke wijze. In 2020 circa 15 procent. Ondanks de vele en dure machines hebben we ons altijd zelf gered. Lease is niet nodig. We willen het gewoon heel goed doen en hebben geen uitgewerkte visies. We zijn nooit iets tekortgekomen en leggen de toekomst graag in Gods handen.”
Eigen vakschool
Kruiswijk mijdt openbare bestedingen en telt veel vaste klanten. „Door mond-op-mondreclame worden we overal gevraagd.” Teeuw en zijn vrouw beperken zich bewust tot Midden-Nederland. In september 2022 gaat, in samenwerking met het Hoornbeeck College, een eigen vakschool van start. Belangstellende leerlingen komen vier dagen werken en krijgen een dag les in het kantoorpand van het bedrijf. „Er zijn nu al aanmeldingen. We verwachten er over enkele jaren de vruchten van te kunnen plukken.”
Rond de 40 procent van de omzet is afkomstig uit civiele en grondwerken, 40 procent uit sloopwerken en 20 procent uit asbestsanering. „We vinden het het leukst om te combineren: sloop, eventueel asbest verwijderen, scheiden en afvoeren en vervolgens een plek bouwrijp maken. Naderhand komen we dan terug voor de afwerking, bestrating en parkeergelegenheid.”
Slopen onder glas
Een opvallend project waarmee Kruiswijk zeker anderhalf jaar bezig is, is het demonteren van het hoofdkantoor van de Nederlandse Bank in Amsterdam, een gebouw van 80.000 vierkanter meter. De dertien verdiepingen tellende markante ronde toren, in de volksmond de Satelliet genoemd, bestaat geheel uit prefab betonnen delen. „Die breken we stapje voor af. Met de elementen worden op een andere plek drie ronde torens neergezet.” Teeuw schat dat bij sloopwerkzaamheden 95 tot 97 procent van de grondstoffen kan worden hergebruikt. „Er blijft natuurlijk altijd iets over. Dan moet je denken aan stoffen als asbest en teer.”
Kruiswijk schuwt op dit gebied geen enkele klus. „We hebben veel ervaring opgedaan, ook in stedelijke gebieden.” Een bijzonder staaltje daarvan was een aantal jaren geleden te zien in het Centraal Station in Den Haag. „Die kreeg een glazen overkapping. Wij hebben het oude dak weggehaald, onder het glas en boven de rijdende treinen.”
Puinbreker
Voor het ‘versnipperen’ van puin beschikt Kruiswijk over een eigen puinbreker. Verder heeft het personeel geavanceerde machines, zoals twee op afstand bedienbare slooprots. Die zijn in staat een betonnen vloer van veertig centimeter dik door te knippen. Werk is er genoeg. „Vroeger was demonteren een vervelend karweitje, nu doen we niet anders meer. Er wordt steeds gezocht naar meer hoogwaardige toepassingen van de vrijgekomen grondstoffen.”
> rd.nl/dezaak