Van stoppen jutezakken naar bedekken daken
Het begint in 1942 met het stoppen van jutezakken door Willem van Horssen. Anno 2021 levert Van Horssen vanuit het Gelderse dorpje Aalst tal van soorten kunststofzeilen. Ook dakbedekkingen, valbeveiliging en lekbakken zijn onderdeel van de bedrijvigheid.
In het centrum van het dorpje repareert de grootvader van de huidige eigenaren in de oorlogsjaren jutezakken, die vooral worden gebruikt door telers van aardappelen. Willem is de grootvader van Gijsbert (51), die anno 2021 samen zijn broer Wim (52) aan het roer staat van het bedrijf, waarin nog drie andere broers hun plek hebben gevonden.
De oprichter huurt voor zes weken een machine. „Als het niet zou aanslaan, was hij er weer mee gestopt. Hij deed er ook wat handel naast, onder meer in pootaardappelen en spekkuipen.” De machine voldoet aan de eisen en het zakkenstoppen wordt voortgezet. Na de oorlogsjaren koopt Van Horssen gebruikte katoenen legerkleden op. „Na reparatie werden ze verkocht, waaronder op diverse veemarkten.”
In 1953 beginnen Willem en zijn zoon Cor ook met het maken van zeilen voor de transportsector. In 1969 stappen ze over op kunststof (bisonyl) en wordt een eerste lasmachine gekocht om het pvc-materiaal aan elkaar te maken. De zeilmakerij vormt jarenlang het belangrijkste onderdeel van de onderneming, die in 1978 het centrum van het dorp verruilt voor een nieuwe bedrijfsruimte aan –toen nog– de rand van het dorp. Vijf van de zoons groeien automatisch in het bedrijf.
Opdracht
Bij de bouw van een nieuwe bedrijfswoning bij het bedrijf merken de zeilmakers dat bisonyl, zij het in enigszins aangepaste vorm en gewapend tegen uv-straling, uitstekend geschikt is om platte daken mee te bedekken. De broers gaan ’s avonds op pad om klanten te winnen en zo ontstaat het dakbekkingsbedrijf. Van Horssen: „Momenteel wordt onze dakbedekking onder een private label gemaakt. Veel van deze materialen bestaan tegenwoordig uit deels gerecyclede materialen, maar wij houden vast aan de beste kwaliteit. Honderd procent uv-bestendig, met een lange levensduur.”
Stapsgewijs is Van Horssen gegroeid naar achttien medewerkers. „We hebben nog wel een vacature, maar mikken niet op echte groei. Daarmee blijft het team overzichtelijk. Onze mensen vormen de kracht van het bedrijf.” De voorbije jaren neemt Van Horssen twee uit Eritrea afkomstige vluchtelingen in dienst. Een van hen leidt hij zelf op. „Hij beheerste de taal niet, had geen flauw idee van gereedschap en materialen.” Na behoorlijke inspanningen is het gelukt. „Ik vind dat wij een taak en opdracht hebben om deze mensen te helpen.”
De klantenkring, deels particulieren en nog meer zakelijke opdrachtgevers, komen uit een wijde regio. „Grofweg bestrijken we de regio tussen Den Bosch, Rotterdam, Utrecht en Nijmegen.” Omzetcijfers geeft Van Horssen niet prijs. Wel wil hij kwijt dat het dakbedekkingsbedrijf de grootste bron van inkomsten vormt. Daarbij behoort ook het isoleren van platte en licht hellende daken en het monteren van lichtstraten.
Zoutboringen
De zeilmakerij is eveneens doorgegroeid. „We leveren van alles, vooral de industriële kant. De transportsector, inclusief zeilen met printafdruk, zeilen voor opslag en of marktkramen. Voor de bloemensector maken we zogenaamde oogstbanden en particulieren kunnen voor de bekleding en afdichting van zwembaden of vijvers bij ons terecht.”
Naast de dakbedekking en de zeilmakerij is er een aparte poot opgericht voor het leveren en installeren van valbeveiliging zoals kooiladders, hekwerken, borgingspunten en harnassen. Een vierde tak vormt het leveren en verhuren van lekbakken: zware en slijtvaste zeilen die op een aluminium constructie worden ingezet in bijvoorbeeld de chemische industrie of bij zoutboringen. In het naburige Nederhemert is enkele jaren geleden een opslagloods ingericht. „Veel klanten benaderen ons met verzoeken. Dat leidt tot innovatievraagstukken waarover we iedere dag nadenken.”