Binnenlandschoolsluiting

Psychiater Elnathan Prinsen: Houd de scholen koste wat kost open

Hij vindt de sluiting van de scholen onbegrijpelijk en pleit ervoor de belangen van jongeren mee te wegen in het coronabeleid. Ook als dat de consequentie heeft dat meer mensen aan covid overlijden. Psychiater Elnathan Prinsen: „We moeten sterfelijkheid leren accepteren.”

30 December 2021 10:23
beeld ANP, Jeroen Jumelet
beeld ANP, Jeroen Jumelet

Eetstoornissen, angststoornissen, stemmingsstoornissen: het aantal jongeren dat ermee te kampen heeft, neemt de laatste tijd toe. En dat terwijl er in 40 jaar tijd een stabiele lijn was in het aantal psychiatrische klachten van jonge mensen. Voor Prinsen, psychiater en voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, is het verband met de coronapandemie onmiskenbaar. Met name lockdowns hebben grote invloed op het leven van jonge mensen, ziet hij. In het programma Op1 pleitte hij er onlangs daarom voor de scholen zoveel mogelijk open te houden.

Waarom is naar school gaan zo belangrijk voor kinderen en jongeren?

„Dat is de plek waar ze dingen leren en gevormd worden – zowel cognitief als sociaal, door contact met leeftijdsgenoten. Een groot deel van de identiteitsvorming vindt plaats op school. Daarnaast geeft school structuur aan de dag; met structuur leren omgaan biedt een goede voorbereiding op de rest van het leven. Tot slot levert naar school gaan een groot deel van de lichamelijke beweging op die jongeren nodig hebben. Uit berekeningen blijkt dat 40 procent van de beweging die kinderen hebben op een dag, bestaat uit het lopen of fietsen naar school en weer terug.”

U pleit ervoor om ook nu de scholen zoveel mogelijk open te houden. Waarom?

„Om diverse redenen. Allereerst: kinderen en jongeren worden nauwelijks ziek door corona. Maar ze betalen nu wel de hoogste prijs door de maatregelen. Daarnaast: de schade die wordt veroorzaakt door de schoolsluiting is potentieel groot. Weliswaar kunnen we de langetermijneffecten pas later meten, maar uit de vakkennis die we al hebben kunnen we afleiden dat de kwetsbaarheden die kinderen en jongeren nu ontwikkelen, blijvende schade gaan opleveren.”

Welke problemen ziet u terug in uw eigen praktijk?

„Zelf werk ik met name met volwassenen, maar van collega’s uit de kinder- en jeugdpsychiatrie hoor ik dat ze steeds vaker eetstoornissen en angststoornissen langs zien komen. In het hele land worden de wachtlijsten voor jeugdzorg steeds langer; binnen de acute opnameafdelingen zijn amper plekken te vinden. Patiënten relateren hun problemen zelf vaak aan corona. Als je als jongere ernstige mentale problemen hebt, is je kwetsbaarheid op lange termijn groter. Er is aangetoond dat driekwart van de psychiatrische stoornissen vóór het 21e levensjaar ontstaan. Dat zie ik in mijn werk wel continu terugkomen: problemen die mensen op jonge leeftijd hebben gehad, komen steeds terug.”

Hoe weet u zo zeker dat de toename aan psychiatrische klachten onder jongeren aan de schoolsluiting is toe te schrijven?

„Wetenschappelijk gezien kun je daar van alles op afdingen. Het is heel moeilijk om de mentale gezondheid af te zetten tegen enkel de impact van de scholensluiting. In een lockdown spelen meer factoren mee: angst voor het virus, stress bij ouders, het feit dat er meer faciliteiten dicht zijn. Ook dat veroorzaakt stress bij kinderen. Onze inschatting is dat het niet naar school kunnen een grote rol speelt in die problemen. Jongeren zijn daardoor meer thuis, kunnen zich minder spiegelen aan leeftijdsgenoten en minder hun problemen delen met leeftijdsgenoten. In Nederland zijn er geen studies die hier iets over zeggen, omdat het besluit de scholen te sluiten steeds voor het hele land geldt. Uit de Verenigde Staten is wel één studie bekend waaruit bleek dat kinderen die niet naar school gingen, meer mentale klachten hadden dan kinderen die wel naar school konden. En wereldwijd zien we welke impact het op kinderen heeft als ze niet naar school kunnen en welke kansenongelijkheid dan ontstaat.”

Scholen zijn een groot deel van de coronatijd open geweest; halen leerlingen de schade dan niet snel in?

„Een weekje minder school leidt niet tot levenslange schade. Maar je zet hiermee de deur weer open voor langdurige scholensluiting. Hoe langer de sluiting duurt en hoe vaker de maatregel genomen wordt, des te erger is het probleem. Daarmee wordt het onvoorspelbaar. Dat de basisscholen een week eerder met kerstvakantie moesten, vond ik al dubieus, maar nu werd gezegd dat scholen zich weer moeten voorbereiden op afstandsonderwijs na de vakantie. Dat kan eigenlijk niet. Steeds werd gezegd dat scholensluiting de allerlaatste maatregel zou zijn. Wat blijkt? Het is een van de eerste.

De leerachterstanden zijn steeds een stuk groter dan de tijd dat de school dicht is. Zit de school tien weken dicht, dan zijn er leerachterstanden van bijvoorbeeld 12 weken. Om die te repareren, worden exameneisen versoepeld. Maar dat maakt een diploma minder waard en doet iets met het toekomstperspectief van de leerlingen. Die maken zich zorgen over hun toekomst en lopen zo risico op mentale problemen.”

Wat zijn de gevolgen van de psychiatrische problemen van jongeren op de lange termijn?

„Daar kan ik alleen iets over zeggen op basis van algemene kennis. Psychiatrische stoornissen kunnen leiden tot uitval op werk en problemen in de privésituatie. Bovendien leveren deze stoornissen de maatschappij meer kosten op dan lichamelijke stoornissen: 22 miljard euro per jaar. Dat is niet gek als je bedenkt dat psychiatrische problemen vooral voorkomen bij jonge mensen, die nog moeten gaan deelnemen aan de arbeidsmarkt.”

Met name de omikronvariant zou de laatste weken veel op scholen rondgaan; is de sluiting ervan dan niet een logische stap?

„Helemaal niet. Het recht op onderwijs is een primair mensenrecht, waar we over het algemeen veel belang aan hechten. We vinden er iets van als kinderen in andere landen niet naar school kunnen. Waarom weegt onzekerheid over een nieuwe variant dan zwaarder dan het zekere belang van schoolgaan? Bovendien zien we nauwelijks impact van schoolsluitingen op de verspreiding van het virus in eerdere lockdowns.”

Hoe moet het beleid er volgens u dan wel uitzien?

„Er moet breder gewogen worden. Dat begint met de vraag: kunnen we ons voorstellen dat we meer zieken en doden accepteren omdat we bredere belangen hebben? Ik vind dat de scholen altijd open moeten blijven, tenzij kinderen zelf erg ziek worden door covid of aangetoond wordt dat het overgrote deel van de ziekenhuisopnames gerelateerd is aan kinderen. Dan legt dat een ander gewicht in de weegschaal.

Je kunt ook maatregelen binnen scholen treffen. Bijvoorbeeld kleinere klassen, meer ventileren, de kinderen een kwartier na elkaar laten beginnen zodat ouders elkaar niet tegenkomen. Weeg welke dingen belangrijk zijn, en laat de scholen daarin het allerzwaarst wegen.”

U noemt deze tijd een kantelpunt: we moeten ons afvragen of we het belang van iemand van 80 jaar op de ic even groot vinden als dat van een kind op school. Kun je levens wel zo tegenover elkaar zetten?

„Ik snap dat het ongemak oplevert, maar dat betekent niet dat je geen belangen hoeft te wegen. Kinderen leveren nu heel veel in, terwijl zij het minste risico lopen op ziekte. Het zou logischer zijn dat de mensen die het meeste risico lopen ook het meeste opgeven. Wie levert wat in en wie heeft er voordeel van – dat moet je tegenover elkaar leggen. Op microniveau vinden we het makkelijk om daarin keuzes te maken. Binnen sommige families hebben opa en oma geen fysiek contact meer met hun kleinkinderen, in andere families knuffelen ze elkaar nog. Daarin zie je ook verschillen tussen mensen. Maar als collectief durft niemand zich aan deze keuze te wagen. We denken dat het niet maken van een keuze makkelijk is, maar ook dat heeft een consequentie.”

Vinden mensen het ten diepste niet lastig om de overlijdens door corona te accepteren?

„Hier gaat het inderdaad voor een groot deel om. We vinden het ingewikkeld om sterven te accepteren. We willen dat het leven maakbaar is en zijn voortdurend op zoek naar de controle. Dat versterkt onze behoefte naar meer maatregelen. Ik denk dat we onze sterfelijkheid weer moeten leren accepteren. En onze onmacht leren verdragen. We hebben niet over alles controle. Laten we daarom juist goed afwegen waar we wel controle over hebben –de impact van de scholensluiting op kinderen– en daarnaar handelen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer