Psalm 90

Vanouds bent U de God naar Wie wij vluchten,

bij Wie ook onze ouders schuilplaats zochten.
Voordat de wereld werd gewekt door woorden,
en voor de hoge bergen zijn geboren,
was U er, boven, buiten alle tijd,
van eeuwigheid en tot in eeuwigheid.

Wij stervelingen, broos en klein, wij allen

zijn straks voorbij, tot stof uiteengevallen,
De eeuwen lijken ons zo lang te duren,
maar duizend jaar zijn U als een paar uren.
U vaagt ons weg, ons leven is zo kort.
Wij zijn als gras dat groeit, verwelkt, verdort.

Want door Uw toorn bezwijken onze harten,
Uw licht maakt onze zonde des te zwarter.
In moeite en verdriet gaan onze dagen
voorbij, we blijven zuchten, treuren, klagen.
Soms zeventig, soms tachtig worden wij.
Dan komt de dood. Ons leven vliegt voorbij.

Elk jaar ziet onze leeftijd langzaam stijgen –
leer ons zo tellen dat we inzicht krijgen.
Hoe lang nog, Heer’? Wie vreest Uw macht en woede?
Wie zal ons voor Uw sterke toorn behoeden?
Ontferm U, kom bij ons terug, en leid
ons, mensen van vandaag, door deze tijd.

Nieuws in beeld

beeld RD en iStock

beeld RD en iStock

Vervul ons in de morgen met Uw vreugde,
en laat Uw liefde ons vandaag verheugen.
Troost ons, o Heer’, leer ons Uw Naam weer kennen,
vergoed ons alle jaren van ellende,
leer ons een volk te zijn dat U verwacht,
toon ons opnieuw Uw daden en Uw macht.

Laat Uw genade nooit meer van ons wijken,
laat onze kinderen Uw glorie blijken,
Uw lieflijkheid ons levenspad verlichten,
en zegent U het werk dat wij verrichten.
Geeft U ons kracht en wijsheid en verstand,
bevestigt U het werk van onze hand.

berijming Enny de Bruijn