De Greupkerk aan de Stougjesdijk
Strak tegen de N488, onderaan de Stougjesdijk van Oud-Beijerland, staat beschut door twee enorme rode beuken de Greupkerk. Het buurtschapskerkje in de wijdse polder is honderd jaar oud.
De herkomst van de naam van de buurtschap Greup ligt wat in nevelen gehuld. Diep in de zeventiende eeuw heette dit Group. Later spraken de mensen over Groep, wat zou wijzen op het Middelnederlandse woord groepe (sloot of greppel). Op deze plek moet ooit een eiland zijn geweest dat De Group heette. Nu heet het dus Greup. De buurtschap ligt aan de vier kilometer lange Stougjesdijk, die loopt van Oud-Beijerland naar het zuiden, in de richting van Klaaswaal.
Het Greupkerkje is een grensgeval. Het ligt nog net op het grondgebied van Oud-Beijerland, maar behoort tot de protestantse gemeente Mijnsheerenland.
Hulpkerk
In de consistoriekamer vertelt Jan Smit, lid van de commissie van beheer, de geschiedenis van de Greupkerk. „Het was ruim honderd jaar geleden voor de inwoners van de buurtschap Greup niet te doen om op zondag helemaal met de benenwagen naar de Dorpskerk in Mijnsheerenland te komen. Voor sommige Greupenaars was dat wel een uur lopen en veel buitenwegen waren niet verhard. En zo kwam er voor de mensen van de dijk een hulpkerkje, de Greupkerk. Ds. J. Vermeulen zou de kerk in gebruik nemen. Ruim op tijd kwam hij aan, maar hij kon niet eens meer naar binnen. De kerk zat al mudvol. Toen is hij maar door het raam van de constorie geklommen.”
In de hal van de kerk is een herinneringstekst aangebracht: „De eerste steen gelegd door Femmie Vermeulen, oud 4 jaar, 7 october 1921.”
In de kerkzaal wacht alles op de komende zondag. Links van de houten kansel staat een bos bloemen in een rek. Op het voorlezersplankje ligt een Bijbel in de Nieuwe Bijbelvertaling. Op de galerij staat een eenklaviersorgel van orgelmaker A. H. de Graaf uit Ede.
Kerkgangers
In de Greupkerk wordt iedere zondagochtend dienst gehouden. Er komen dan zo’n twintig tot dertig kerkgangers. Ze komen uit de buurtschap, maar ook uit omliggende plaatsen als Oud-Beijerland en Numansdorp.
„We vormen een hechte club”, zegt Smit. „De onderlinge gemeenschapszin is groot. Het is hier confessioneel. We horen de boodschap van troost en hoop. Dat is een oude boodschap, maar die is zeker nu erg actueel. Kerkgangers worden op zondagmorgen gevoed waardoor we het alledaagse kunnen begrijpen en de tijd van nu leren zien in Bijbels perspectief.”
In 2012 werd groot onderhoud gepleegd. Er zaten scheuren in de muren en de muurankers waren verroest. Toen werd de kerk ook uitgebreid met een tuinkamer. Daar is nu ruimte voor catechisatie, kinderopvang en vergaderingen. Door de ramen is er uitzicht over de polder.
Hoe ziet Smit de toekomst van de Greupkerk? „We zijn klein en kwetsbaar. In de polder rondom wordt binnenkort een nieuwbouwwijk aangelegd. Stiekem hopen we dat er onder die nieuwe bewoners ook een paar kerkgangers te vinden zullen zijn. We hopen en bidden dat dit kerkje er blijven mag.”
Op tafel in de consistoriekamer ligt een oud boekje, uit 1945, geschreven door T. Bokma: ”Al zwijgen de klokken te Mijnsheerenland”. Daarin schreef auteur Bokma: „Iederen zondag wordt hier het Evangelie, de boodschap van Gods reddende liefde voor zondige menschen verkondigd. Velen hooren het; moge het voor allen die het hooren, tot eeuwigen zegen zijn.”
Dit is het laatste deel van een vijfdelige serie over kerken die in een buurtschap liggen, (ver) buiten de kern van een stad of dorp.