Wijst president Assad Iran de deur?
De Syrische president Bashar al-Assad kreeg enkele weken geleden hoog bezoek. Niemand minder dan Abdullah al-Nahyan, minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), maakte zijn opwachting in het presidentiële paleis in Damascus. Er werd gekust en hartelijke woorden uitgewisseld. Rond dezelfde tijd vond er in de Egyptische hoofdstad Caïro een ontmoeting plaats tussen de Syrische en Saudische veiligheidsdiensten. Met name Egypte maakt zich sterk voor de terugkeer van Syrië in de Arabische Liga.
Voor Assad staat er veel op het spel. Hij wist meer dan tien jaar burgeroorlog te overleven en maakt zich daarom niet langer zorgen over gewapende milities. De belabberde economische situatie in zijn land en de grotendeels vernietigde infrastructuur zijn echter een ander verhaal. Zijn volk lijdt honger en kan zich in deze koude winter geen brandstof veroorloven. De groeiende ontevredenheid hierover van zelfs zijn trouwste loyalisten maakt de toekomst van Assad onzeker. Wat hij nodig heeft, is een belangrijke kapitaalinjectie.
Probleem is dat zijn twee strategische partners, Iran en Rusland, hiertoe niet in staat zijn. Assad weet ook dat hij op dit punt niets te verwachten heeft van het Westen. Maar de Arabische Golfstaten zijn een ander verhaal. Aan alles hangt echter wel een prijskaartje. De Arabische Golfstaten verwachten in ruil voor omvangrijke economische hulp dat Assad de Iraanse invloed in Syrië vermindert.
Kort na het bezoek van de minister van Buitenlandse Zaken van de VAE aan Damascus kwamen media in de Golfstaten met een opvallend bericht naar buiten. Javad Ghaffari, de leider van de Iraanse Revolutionaire Garde in Syrië, werd plotseling door Assad tot persona non grata verklaard en kreeg het beleefde verzoek om zijn koffers te pakken.
Alom werd dit geïnterpreteerd als bewijs dat Assad begonnen is om zijn relatie met Iran af te schalen. Of is hier de wens de vader van de gedachte? Vriend en vijand zijn het erover eens dat Assad de oorlog in zijn land heeft gewonnen. Echter, die oorlog dendert nog in volle hevigheid voort. Het Syrische leger is na al deze oorlogsjaren gedecimeerd en de Russische steun bestaat voornamelijk uit bombardementen. Het zijn vooral de Iraanse Revolutionaire Garde, Iraanse milities en de Libanese Hezbollah die de oorlog voor de Syrische president moeten winnen. Het is op dit moment daarom niet in het belang van Assad om Iran van zich te vervreemden.
Dat de Iraanse Ghaffari naar huis werd gestuurd, zou onderdeel kunnen uitmaken van een uitgekiende Syrische politiek die van te voren werd afgestemd met Teheran. In de wetenschap dat dit tot positieve reacties zou leiden in de Arabische Golfstaten. De terugkeer van Syrië in de Arabische Liga zal overigens waarschijnlijk ook plaatsvinden zonder dat Assad zijn banden met Iran verbreekt.
Dat de Amerikaanse president Joe Biden opnieuw onderhandelt met Iran over een nucleair akkoord, verzwakt de positie van de Golfstaten. De feitelijke ineenstorting van Libanon werkt ook in het voordeel van Iran omdat dit Hezbollah versterkt. Assad rekent er daarom op dat emirs en koningen toch wel uit het oosten zullen komen beladen met giften.