BinnenlandCorona

Zorgmedewerker Nieuw Rijsenburgh holt „met liefde” van hot naar her

Ze zorgen met hart en ziel voor hun bewoners en lopen met liefde een stapje harder. Tegelijkertijd werken de medewerkers van verpleeghuis Nieuw Rijsenburgh in Sommelsdijk veelvuldig over en voelen ze een grote mentale druk. „Overbelasting dreigt.”

2 December 2021 15:33
De zes bewoners van de reformatorisch woonzorggroep in Nieuw Rijsenburgh in Sommelsdijk zitten klaar voor de maaltijd. beeld Cees van der Wal
De zes bewoners van de reformatorisch woonzorggroep in Nieuw Rijsenburgh in Sommelsdijk zitten klaar voor de maaltijd. beeld Cees van der Wal

„U lijkt wel de koningin, zo netjes ziet u eruit”, zegt verzorgende Elizabeth van Putten (41) glimlachend. „U bent zeker naar de kapper geweest?” Zorgvuldig knoopt de veertiger een schort om de hals van de oudere dame die aan de hoek van de eettafel zit. Het is dinsdagmiddag 12.00 uur, etenstijd op de woonzorggroep voor mensen met dementie. Samen met Anneke, de eerst verantwoordelijk verzorgende (evv’er), bereidt Elizabeth de zes bewoners voor op de maaltijd. Medewerker Madelien dekt de tafel. De brei- en haakwerkjes van de dames verhuizen naar een kast of tafeltje.

Madelien haalt de aardappelen uit de stoomoven en kiepert die in een grote pan. Boerenkool erbij, even stampen en de Hollandse prak is klaar. „Uw Mercedes staat op de rem, hoor”, zegt Anneke lachend tegen een van de bewoners, nadat ze diens rollator aan de kant heeft gezet. „U kunt lekker gaan eten; het is met liefde gekookt.” Een stoffen pop met lange, blonde vlechten glijdt langzaam van de schoot van de dame. Ze merkt het niet. De stamppot eist alle aandacht op.

Plastic pak

Terwijl Madelien en Anneke met zes van de in totaal acht bewoners de maaltijd nuttigen, glipt Elizabeth de huiskamer uit, de hal op. De bewoonster op kamer 2 heeft gebeld. Sinds vanmorgen ligt de vrouw in isolatie. Ze is niet fit, heeft een laag zuurstofgehalte en is eerder die dag getest op corona. „Zodra een cliënt klachten heeft, is het alle hens aan dek”, zegt Elizabeth. „We moeten de bewoner dan isoleren, de verpleegkundige bellen voor een box met beschermingsmateriaal, formulieren invullen en de familie inlichten. Het is dan doorwerken geblazen, want er zijn nog zeven andere bewoners die hulp en aandacht nodig hebben. En je staat maar met z’n tweeën op de groep: een verzorgende en een medewerker wonen en welzijn, die geen zorgtaken vervult.”

17743127.JPG
Anneke r. en Elizabeth op de kamer van een bewoner in quarantaine. beeld Cees van der Wal

Geroutineerd trekt de verzorgende een plastic pak uit een bruine bak die voor de deur van kamer 2 staat. Handschoenen aan, spatbril voor, mondneusmasker op en Elizabeth verdwijnt achter de deur. „Bent u zo moe, mevrouw”, vraagt ze aan de dame in het bed. Een licht gehum is het antwoord. Intussen is Anneke ook in de hal verschenen. „Oh, jij bent er al”, zegt ze met een blik op Elizabeth. „Ik zag dat mevrouw had gebeld.” Ook zij trekt beschermingsmiddelen aan en loopt naar binnen. „Fijn dat Elizabeth al bij u is”, zegt ze tegen de bewoonster. „En er is net ook al een psalm voorgelezen bij u, hè?”

Voordat beide medewerkers goed en wel de kamer uit zijn, komt er alarm uit de woonkamer. Een bewoner heeft overgegeven. Elizabeth snelt het hoekje van de hal weer om. „Ze had nog niets gegeten”, zegt de verzorgende zo’n tien minuten later tegen Anneke. „Even goed in de gaten houden vandaag.”

Vertrouwd

„Ja, het is hier op de groep vaak hectisch”, zegt Anneke, terwijl ze het plastic schort bij het afval deponeert. „Zeker als er een bewoner in quarantaine zit, is het aanpoten. Je moet je dan al snel vijf keer per dag in de beschermende kleding hijsen en werken in zo’n pak is best belastend. Maar het is fijn dat de bewoners op de groep kunnen blijven en niet naar een speciale corona-afdeling moeten.”

17743126.JPG
Zodra een bewoner is getest, wacht het personeel heel wat papierwerk beeld Cees van der Wal

De evv’er heeft een contract van 24 uur, maar werkt haast elke week wel een dag extra. „Heel erg vind ik dat niet”, zegt ze. „Ik houd van mijn werk en wil er graag voor de bewoners zijn.” Ook Elizabeth –die een contract heeft van 25 uur– werkt al wekenlang structureel over. „Vandaag zijn er op onze groep twee van de zeventien collega’s afwezig door ziekte”, legt ze uit. „Om de bewoners stabiliteit te bieden, proberen we de gaten in het rooster zo veel mogelijk met het eigen team op te vangen. Dat betekent dat er vaker dan normaal een beroep op ons wordt gedaan.”

Tuinstoelen

Terwijl de bewoners van de leefstijlgroep, de groep voor mensen met een reformatorische achtergrond, zich de boerenkool goed laten smaken, laat Elizabeth het achttal over aan de zorg van Anneke en Madelien. Met Ellen Hoogervorst (44), bestuurslid van CuraMare, de organisatie waaronder Nieuw Rijsenburgh valt, praat ze in een zaal van het verpleeghuis door over de druk op de zorg.

Want die druk wordt gevoeld, zegt Ellen. „Het is alsof er een heel zware storm afkomt op het ziekenhuis en de thuis- en verpleeghuiszorg en het KNMI waarschuwt dat het heel heftig gaat worden. Als zorginstelling proberen we bij wijze van spreken alle tuinstoelen binnen te halen om stormschade te voorkomen. Maar hoe zwaar de storm daadwerkelijk gaat zijn, is afwachten.”

Hoewel medewerkers zich het vuur uit de sloffen lopen, is hun veerkracht tanende, zegt de zorgbestuurder. „In de eerste golven leefden we op adrenaline en brede maatschappelijke steun. Nu merken we dat de rek er langzaam uitgaat. Het verzuim neemt hard toe.” Op haar laptop zoekt ze de exacte cijfers op. „Het ziektecijfer is nu zo’n 10 procent”, laat de bestuurder zien. „Voor corona was dat minder dan 5 procent. We hebben als CuraMare in totaal zo’n 1400 medewerkers, dus het aantal mensen dat extra uitvalt, is fiks.”

Verantwoordelijkheidsgevoel

Het lastige is dat er geen flexibele schil van uitzendkrachten meer is die de uitval kan opvangen, legt Ellen uit. „De mensen die willen werken, zijn allemaal al ingezet.” De druk op het eigen personeel is hoog. „Het is iedere week weer een worsteling om het rooster rond te krijgen. Het komt voor dat medewerkers op hun vrije dag wel vier keer worden gebeld of ze toch niet een extra dienst kunnen draaien”, zegt Ellen. „Dat is mentaal belastend. Collega’s vinden het dan vaak ingewikkeld om nee te zeggen, terwijl ze die vrije dag echt nodig hebben.”

17743125.JPG
Onderonsje tussen verzorgende Elizabeth en een van de bewoner. beeld Cees van der Wal

„Je zorgt met je hart en hebt een groot verantwoordelijkheidsgevoel”, zegt Elizabeth. „Dat maakt het inderdaad ingewikkeld om een roep om hulp te negeren.”

Die grote loyaliteit van de medewerkers is hun kracht, maar ook hun valkuil, zegt het bestuurslid bij CuraMare. „Het risico dat ze over hun grenzen gaan, is sterk aanwezig. Het aantal burn-outs neemt de laatste tijd toe. Hoelang houden we dit met elkaar nog vol?”

Zelf kan Elizabeth de extra druk wel aan. „Ik haal voldoening uit mijn werk en vind het fijn als we samen de opengevallen diensten kunnen oplossen. Maar van collega’s hoor ik regelmatig dat zij de belasting te groot vinden. Vooral het onverwachte aspect is lastig: als je de avond voor je vrije dag wordt gebeld of je toch kunt komen werken.”

Mantelzorgers willen vaak wel bijspringen om de druk te verlichten, merkt Elizabeth. „Maar we zijn terughoudend in het toelaten van bezoek. Corona heeft in de eerste golf veel slachtoffers geëist in Nieuw Rijsenburgh. Op onze groep zijn toen drie cliënten overleden. Dat maakt ons voorzichtig.”

De draaiboeken voor het afschalen van zorg liggen inmiddels klaar, mocht de bezetting echt onder de maat worden. „We hopen dat het zover niet komt. We doen ons best om nieuwe mensen op te leiden en de huidige medewerkers de aandacht te geven die ze verdienen”, zegt Ellen. „Maar of dat voldoende is voor de korte termijn weet ik niet. Het wordt heel spannend de komende weken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Corona

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer