Artsenorganisatie verruimt standpunt over euthanasie bij dementie
Artsenorganisatie KNMG slikt de eis in dat artsen alleen euthanasie mogen toepassen nadat zij kort voor de uitvoering hebben geverifieerd dat de patiënt nog steeds een doodswens heeft.
Zo’n plicht geldt niet meer bij patiënten met vergevorderde dementie, die toen ze nog wilsbekwaam waren een schriftelijk euthanasieverzoek hebben opgesteld maar inmiddels niet meer in staat zijn hun wil te uiten. De KNMG schrijft dat in een woensdag verschenen handreiking.
Aan die versoepeling ging een jarenlange strijd vooraf tussen de KNMG en de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) over de manier waarop de euthanasiewet bij dementerende patiënten moet worden toegepast. In de handreiking zoals die tot nu gold hield de artsenvereniging namelijk staande dat er zonder betekenisvolle communicatie tussen een arts en een patiënt geen sprake kan zijn van euthanasie. De NVVE stelde daartegenover dat de volksvertegenwoordiging voor bijzondere situaties waarin een patiënt zijn wil niet meer kan uiten juist had bepaald dat de schriftelijke wilsverklaring in de plaats zou kunnen komen van een mondeling verzoek.
Pas in april 2020 zorgde de Hoge Raad voor duidelijkheid, nadat het OM verpleeghuisarts Marinou A. voor de rechter had gedaagd. Zij beëindigde in 2016 het leven van een diepdementerende patiënte met een wilsverklaring, hoewel de vrouw zichtbaar onrustig was en kort daarvoor nog afwerende gebaren leek te maken. A. verweerde zich bij de rechter door te stellen dat aan dergelijke uitingen bij diepdementerende patiënten geen coherente betekenis meer kan worden toegekend.
In de strafzaak stelden zowel de rechtbank in Den Haag als de Hoge Raad A. in het gelijk. Uit de wetsgeschiedenis komt volgens de rechters voldoende naar voren dat de Tweede Kamer destijds wel heeft overwogen om in de euthanasiewet nadere voorwaarden te stellen aan het toepassen van euthanasie bij dementie, zoals bijvoorbeeld een verificatieplicht, maar daarvan heeft afgezien. Dat oordeel heeft de KNMG nu „praktisch” doorvertaald, zegt de artsenorganisatie in een toelichting.
Voorzitter René Heman benadrukte in de Volkskrant dat slechts een minderheid van de artsen bereid is om euthanasie te geven bij vergevorderde dementie. Hun aantal wordt volgens hem steeds kleiner. Hij stelt verder dat de inspanningsverplichting om vooraf met diepdementerende patiënten met een wilsverklaring over euthanasie te communiceren, blijft bestaan. Artsen die kiezen voor euthanasie bij dementie moeten bij de rechter kunnen onderbouwen op grond waarvan zij tot de slotsom kwamen dat de patiënt uitzichtloos en ondraaglijk leed, zo volgt uit de handreiking. Het stuk waarschuwt dat slechts een verwijzing naar diens wilsverklaring daarvoor niet volstaat.
Héman wijst op oud-D66-Kamerlid Versnel die in haar wilsverklaring liet opnemen euthanasie te willen zodra ze naar het verpleeghuis moest. Toen ze daar eenmaal zat, zei ze: „Dood? Nee, ik wil helemaal niet dood.” Heman: „Ze was toen mogelijk niet wilsbekwaam, maar als arts kun je op zo’n moment geen euthanasie meer uitvoeren.”
Nieuwe controverse
Inmiddels is er tussen de KNMG en de NVVE als gevolg van de herziene handreiking weer een nieuwe controverse opgelaaid. Die gaat over de passage waarin de KNMG artsen adviseert een tweede onafhankelijke arts-consulent te raadplegen als hij na de (verplichte) inschakeling van een eerste consulent een negatief advies krijgt over euthanasie.
Volgens de NVVE wringt die raad met het wettelijke uitgangspunt „dat de arts altijd zelf de verantwoordelijkheid draagt voor zijn besluit.”