In Nederland is 2,2 procent van de ouders mentaal en fysiek opgebrand door het ouderschap. Parentale burn-out krijg steeds meer bekendheid. „Dat zou ertoe kunnen leiden dat een groeiend aantal ouders zich erin herkent.”
Vermoeidheid en opvoedstress kennen alle ouders. Maar sommigen kost de zorg voor hun kind zo veel dat ze er compleet uitgeput door raken.
De Belgische psychologen Moïra Mikolajczak en Isabelle Roskam ontwikkelden, op basis van wetenschappelijk onderzoek, een test die aangeeft hoeveel risico iemand loopt op zo’n parentale burn-out. Die is te maken op nl.burnoutparental.com.
In hun recent uitgekomen boek ”Ouders zijn ook maar mensen” noemen ze vier facetten die samen het syndroom vormen: fysieke en emotionele uitputting, emotioneel afstand nemen van de kinderen, overbelasting en verlies van plezier in de ouderrol en het gevoel niet meer te zijn wie je was of had willen zijn.
Het kan, net als bij een burn-out veroorzaakt door werk, leiden tot lichamelijke gezondheidsklachten. „Veel mensen met een parentale burn-out hebben last van bijvoorbeeld hoofdpijn of maagklachten”, ziet orthopedagoog Caroline Penninga.
Vaders
Belangrijke risicofactoren zijn de eigenschappen van de ouder: persoonlijkheid, emotionele vaardigheden, eigen opvoeding en perfectionisme. Penninga: „Maar er zijn altijd meerdere oorzaken.” De zorgbehoefte van een kind is daar een van. Penninga liep zelf burn-outklachten op als pleegmoeder. „In mijn praktijk zie ik veel ouders van getraumatiseerde pleeg- en adoptiekinderen.”
Ook de relatie tussen ouders en hun onderlinge taakverdeling kan doorslaggevend zijn, blijkt uit internationaal onderzoek waar Hedwig van Bakel, hoogleraar Infant Mental Health aan Tilburg University, bij betrokken was. Als vaders zich volledig inzetten voor de opvoeding, lopen ze overigens evenveel risico op een ouderlijke burn-out als moeders.
„Dat de parentale burn-out in landen met een individualistische cultuur wat vaker voorkomt, wijst ook op de beschermende werking van het delen van de zorg voor kinderen”, zegt Van Bakel. „Interessant is dat het verschil tijdens corona wegvalt. Het aantal ouderlijke burn-outs in Nederland is tijdens de lockdowns niet toegenomen. Voor sommigen zijn die de druppel geweest, andere gezinnen kregen juist meer rust.”
Niet maakbaar
”Alle ouders klungelen nog steeds maar wat aan”, ”De goed-genoeg-ouder”: naast ”Ouders zijn ook maar mensen” verschijnen er de laatste tijd veel boeken die vaders en moeders proberen gerust te stellen over hun vaardigheden. Een tegenreactie op een samenleving die steeds meer van ouders vraagt, merkt Penninga. „Via onder meer sociale media dringt het perfecte plaatje zich continu op.”
Van Bakel plaatst een kanttekening bij al die pedagogische literatuur: „Ook een boek dat benadrukt dat het niet perfect hoeft, kan ouders onzeker maken. Want de tips die erin staan, suggereren dat alles te leren en maakbaar is.”
De groeiende aandacht voor de parentale burn-out kan er volgens Van Bakel toe leiden dat steeds meer ouders zich erin zullen herkennen. „Met diagnoses moeten we voorzichtig zijn. Voor de ouders die het écht betreft, is normalisatie positief: over problemen praten, kan verlichting geven.”
Een baan kun je neerleggen om van een burn-out te herstellen; bij de zorg voor kinderen is dat complexer. Aan te raden is desondanks te zorgen voor de eigen rust, ondersteuning in de omgeving te zoeken en zo nodig professionele hulp in te schakelen.