„Wat leuk je weer te zien! Hoe gaat het?” vraagt kleuterjuf Marian van de Groep. In een hoekje van een leeg lokaal van de Johannes Bogermanschool in Houten heeft ze donderdagochtend een videobelprogramma gestart.

Op haar laptopscherm verschijnt de 4-jarige Eva. Het meisje zit al een poos in quarantaine. Ze wordt vergezeld van haar moeder. Die helpt dochterlief op weg: „Gisteren had je een positieve…?”

„Test”, zegt Eva vanachter de pc thuis.

Moeder: „Wat ging die mevrouw toen doen, in je neus en in je…?”

„Keel”, weet Eva. Trots houdt ze een testdiploma omhoog.

Juf: „Wow, wat gaaf! Omdat jij tijdens de test zo dapper bent geweest. Mijn zoon Bram moest ook testen. Dat was heel spannend.”

Moeder: „Zo’n eerste keer testen is ook spannend.” Tegen Eva: „Toen jij thuis ging testen, ging jij heel hard…?”

„Gillen”, herinnert het meisje zich nog levendig.

Juf: „Ik snap het, ik ging vanmorgen een testje doen. Het kriebelt in je neus, en daarna moet je niezen.”

Eigen initiatief

Corona heeft de Johannes Bogermanschool in Houten in de houdgreep. Nadat maandag al twee klassen thuisbleven, ging de school (250 leerlingen en 30 docenten) dinsdag helemaal in lockdown. Op eigen initiatief.

Sinds 8 november zijn 41 kinderen en 3 leerkrachten positief getest. Ook zitten 4 docenten in quarantaine, vertelt directeur Bas Dubbeldam per telefoon. Zelf is hij ook aan huis gebonden. Zijn vrouw, leerkracht op de school, heeft het virus onder de leden.

De beslissing om de school op slot te doen, was „moeilijk”, zegt Dubbeldam, die onder meer de GGD raadpleegde. „We namen het besluit met pijn in het hart. Maar je wilt de golf aan besmettingen breken.” Streven is dat de school maandag weer stapsgewijs open gaat.

Het virus verslaat op scholen zijn duizenden. De afgelopen drie weken, berichtte de NOS vrijdag, sloten volgens de Algemene Vereniging Schoolleiders 120 basisscholen hun deuren gedurende een week of langer.

Vanaf 4 oktober tot en met 14 november zijn ruim 95.000 mensen die werkzaam zijn in het onderwijs of de kinderopvang getest, meldde het RIVM deze week. Van die testen was 13,1 procent positief. De afgelopen week (8 tot en met 14 november) zijn nagenoeg 29.500 mensen uit deze doelgroep getest. Van deze testen was 16,5 procent positief.

Lespakketjes

„Het voelt hier unheimisch”, wijst adjunct-directeur Sjaak van der Mel naar een lege gang in de Johannes Bogermanschool. „Een school hoort te bruisen.” Toen het aantal besmettingen op de reformatorische school pakweg een week geleden rap steeg, „was iedereen een beetje van slag”, zegt Van der Mel, die groep 8 onder zijn hoede heeft. „Er hing zo’n sfeer van: Er komt een storm aan.”

Oude lockdowntijden herleven in Houten. Weer lespakketjes voor kleuters regelen, de bovenbouw online aan het werk zetten, ontspanmomenten via een videobelprogramma organiseren.

Via het online onderwijsprogramma Snappet zijn de leerlingen van Van der Mel thuis actief met taal en rekenen. Op een groot digibord voor in de klas houdt de meester zijn leerlingen in de gaten. Iedere vijf minuten komt er een digitale update over hun verrichtingen. Via een chat helpt Van der Mel zijn pupillen op weg. „Meester, hoe doe je een plussom met breuken? En min?”, vraagt een zwoegende rekenaar om 9.22 uur via de chat.

Gefietst en gezeild

„Dit is niks”, vat Christine Boender, juf van groep 5/6, de coronamalaise in haar lege lokaal samen. „Het besluit om de school de sluiten, vind ik verstandig, maar ik baal er wel van. Ik wil kinderen in een klas zien.”

Boender zit niet stil. Afgelopen dagen knutselde ze een vijftal filmpjes in elkaar. Die krijgen haar leerlingen opgestuurd. In die filmpjes figureert de juf zelf, alsof ze voor de klas staat. Boender onderwijst haar kroost bijvoorbeeld over voltooide deelwoorden. „Bastiaan heeft rond de wereld gezeild. Furkan is naar de sportschool gefietst. Gefietst en gezeild zijn voltooide deelwoorden”, doceert ze op het filmpje.

De juf zet de filmpjes nu iets anders in elkaar dan in eerdere lockdowntijden. „Ik probeer zo’n filmpje nog meer te laten lijken op een echte klassensituatie. Ik geef de kinderen nu meer bedenktijd. Dus ik zeg bijvoorbeeld: „Wat is een voltooid deelwoord? Pak even pen en papier. En schrijf het even op. Dan wacht ik. En dan gaan we kijken of het klopt.””

De filmpjes vallen in lockdowntijden in de smaak, merkt Boender. „Moeders laten me weten dat hun kinderen zo’n manier van lesgeven fijn vinden. Hun kinderen gaan achter de computer terug praten, als ik ze een vraag stel. Soms liggen ze in een deuk.”

In het kleuterlokaal heeft Eva een nieuwtje. Het meisje vertelt juf Van de Groep via de computer dat een vriendinnetje langskwam. Met een kleurplaat.

De moeder van Eva: „Een kleurplaat en een stukje choco…?”

„La”, vult dochterlief aan.

Juf: „Bofferd.”

Eva glundert. „Ik heb de chocola gisteren helemaal opgegeten.”

Juf: „Je mag jezelf best een beetje verwennen. Want het is echt niet zo leuk om thuis te moeten zitten.”