Stephan Masih kwijnt al ruim twee jaar weg in een Pakistaanse cel vanwege vermeende godslastering. Maar de aandacht voor zijn situatie groeit. „De zaak komt nu op een cruciaal punt.”
Al meer dan veertig keer stond er een hoorzitting gepland in de zaak van de 44-jarige christen uit Sialkot, een stadje ten noorden van Lahore. De meeste daarvan gingen niet door. Zo ook de zitting die afgelopen woensdag zou moeten hebben plaatsvinden. De rechter zei simpelweg die dag geen tijd meer te hebben.
Inmiddels duurt het drama voor Masih –die zwakbegaafd is en een bipolaire stoornis heeft– ruim tweeënhalf jaar voort. Het is maart 2019 als de Pakistaan ruzie krijgt met de buren, die regelmatig op zijn dak lopen. Volgens hen zou de woordenwisseling gepaard zijn gegaan met grove beledigingen van de islam.
De arrestatie door de politie die volgt, betekent op dat moment zijn redding. De boze menigte die de buren hebben opgetrommeld, zou hem anders hebben gelyncht. Masih zit sinds zijn gevangenneming in de cel.
Enkele dagen later koelt de meute zijn woede op het huis van Masih, die daar samenwoont met een aantal familieleden. Dat gaat deels in vlammen op. De oude moeder wordt dusdanig toegetakeld dat ze haar arm tot op de dag van vandaag niet meer kan bewegen.
Gevaarlijk
Jan Dirk van Nifterik van Stichting HVC (Hulp Vervolgde Christenen) bracht onlangs een bezoek aan de „aangeslagen” familieleden, die moesten onderduiken. Ze vertelden hem zich ernstig zorgen te maken over de gezondheid van Masih. „Door een oorontsteking hoort hij bijna niets meer, maar in de gevangenis ontbreekt de juiste medische zorg. Ze zijn bang dat hij doof wordt."
De 44-jarige christen zit daarnaast opgesloten met enkele moslimgevangenen, die hem treiteren. „Als het regent zetten ze Stephen bijvoorbeeld onder een lekkage in de cel. In Pakistan heeft men het sowieso niet erg op met gehandicapten of mentaal zwakken. Het is gevaarlijk om Stephen daar te laten zitten.”
In opdracht van de districtsrechtbank heeft een gezondheidsinstelling uit Lahore Masih in juni onderzocht. Conclusie: hij is niet in staat om de rechtszaak te volgen. Het hof gaf aan te willen wachten tot hij is hersteld, zegt Van Nifterik. Dat besluit wordt nu aangevochten door de advocaat van de Pakistaanse christen. Ook pleit de jurist voor vrijspraak.
In de la
De situatie van Masih krijgt inmiddels internationale aandacht. Mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties deden eind oktober een nadrukkelijk beroep op de Pakistaanse regering om de zaak te herzien, alle aanklachten te laten vallen en hem vrij te laten.
De VN-experts noemden het „zeer verontrustend” dat de godslasteringswetten –die zelfs kunnen leiden tot de doodstraf– gebruikt worden om „louter een meningsverschil tussen buren” uit te vechten. Ze roepen Pakistan op om de wetgeving tegen blasfemie en afvalligheid te herzien.
Van Nifterik is blij met de toenemende aandacht voor de situatie van Masih. „Zonder druk van buitenaf wordt de zaak letterlijk weer in de la geschoven. We bevinden ons nu op een cruciaal punt.”
Hoewel vrijspraak van Masih met open armen zal worden ontvangen, zal daarmee het leed nog niet voorbij zijn. Van Nifterik: „Het is de vraag of Pakistan ooit veilig genoeg voor hem zal zijn. De buren dreigden hem te doden als hij weer vrijkomt. Ze zullen altijd over hun schouder moeten blijven kijken.”