„Christen past geen paniek over klimaat”
Vrijwel alle RD-lezers spreken zich uit voor duurzaamheid en tegen materialisme. Toch levert een thema als klimaat vaak stevige discussies op. Is de achterban echt zo unaniem?
Weinig stellingen uit het onder lezers uitgevoerde onderzoek zijn zo ondubbelzinnig beantwoord als de vragen over duurzaamheid en materialisme. Niet minder dan 97 procent van de ondervraagden geeft aan het belangrijk te vinden dat kinderen in de opvoeding wordt geleerd om duurzaam met de schepping om te gaan. Een bijna even zo hoog percentage, 95 procent, vindt dat het materialisme binnen de gereformeerde gezindte sterk aanwezig is.
Evert-Jan Brouwer (45), werkzaam bij het Planbureau voor de Leefomgeving, verbaast dat niet. Hij volgt al jarenlang intensief de ontwikkelingen in reformatorische kring rond duurzaamheid. Volgens Brouwer bevinden zich in die kring niet meer ‘klimaatontkenners’ dan daarbuiten, zegt hij op persoonlijke titel. „Ook in de gereformeerde gezindte is vrijwel iedereen ervan doordrongen dat het klimaat verandert. Het wordt pas spannend bij de vraag wat we hier concreet tegen doen.”
Brouwer stelt dat er binnen de achterban wel wordt gediscussieerd over deze vraag en in hoeverre het menselijk handelen van invloed is op klimaatverandering. „Hoe moet je klimaatverandering bijvoorbeeld zien in het licht van Gods bestuur? En: is de wereld wel maakbaar? Daarover lopen de meningen behoorlijk uiteen.”
Dominee P. C. Hoek (49), hersteld hervormd predikant in Putten en docent praktische theologie aan het Hersteld Hervormd Seminarium aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, twijfelt er ook niet aan dat het merendeel van de gereformeerde gezindte voor duurzaamheid is en de gevaren onderkent van een materialistische levensstijl. Op het gebied van duurzaamheid ziet hij een verandering. „Vroeger was dat echt iets voor hobbyisten, voor een enkeling. Nu erkent vrijwel iedereen de urgentie hiervan.”
Ds. Hoek deelt de mening van Brouwer dat er een spanningsveld bestaat tussen leer en leven. „Op grond van de antwoorden op de stellingen zie ik zeker eensgezindheid. Maar als we onze levensstandaard ernaast leggen, denk ik dat we bijvoorbeeld veel materialistischer leven dan dat we zeggen te doen.”
Stortvloed
Toen Brouwer als beleidsadviseur bij de christelijke hulporganisatie Woord & Daad werkte, maakte hij veel reizen naar Afrika en Azië. Hij zag daar de gevolgen van klimaatverandering. „Daar sprak ik boeren die de klok er voorheen op gelijk konden zetten wanneer ze konden oogsten, maar nu kunnen ze plots worden overvallen door een stortvloed of juist te maken krijgen met extreme droogte.”
De welvarende landen zijn historisch gezien grotendeels verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde, weet Brouwer. Ds. Hoek vindt het moeilijk hier iets zinnigs over te zeggen. „Maar ervan uitgaande dat er een verband is, vind ik dat we een ereschuld hebben tegenover de landen die veel meer armoede kennen dan wij. We mogen niet de fout maken door ons alleen maar af te vragen hoe wij hier achter de Nederlandse dijken onze voeten droog moeten zien te houden.”
Volgens Brouwer zullen mensen eerder hun gedrag veranderen als ze zich bewuster worden van de gevolgen van hun consumptiegedrag. Hij noemt als voorbeeld een plastic colaflesje. De consument koopt dat om in één minuut zijn dorst te lessen, maar heeft vaak geen weet van het voor- en naproces van het product. „Dat flesje wordt gemaakt van aardolie en andere grondstoffen. Erg milieuvervuilend, maar daar denk je niet aan als je het leegdrinkt. Ook kost het enorm veel energie om het te recyclen, als het al ingeleverd wordt. Hoeveel plastic flesjes belanden er niet in de natuur? Als het plastic na vele jaren uiteenvalt, eten mens en dier het uiteindelijk op!”
Wat predikanten zeggen over rentmeesterschap heeft invloed op kerkmensen, denkt Brouwer. Ds. Hoek deelt die mening, al wordt hij „altijd een beetje achterdochtig” als mensen zeggen dat predikanten veel gezag hebben. „Ik ga zelf niet zo snel op individuele gevallen in, maar ik zie het wel als de roeping van een predikant om de gemeente te vertellen wat de betekenis van het Woord is op de praktische terreinen van het leven. Ook tijdens de catechese moeten jongeren worden toegerust om goed met de wereld en de naaste om te gaan.”
Geschenk
Wie minder materialistisch leeft, en dus ook minder nieuwe dingen koopt, zorgt daarmee beter voor het milieu, stelt Brouwer. Hij merkt dat bezit binnen de gereformeerde gezindte louter als geschenk van God wordt gezien, maar die blik is hem te nauw. „Bezit is niet iets neutraals. We moeten ons ervan bewust zijn dat de manier waarop we dit hebben gekregen en hoe we hier mee omgaan, nogal eens schadelijke gevolgen heeft voor mens en natuur, juist ook in landen ver weg.”
Ds. Hoek onderkent dat de mens in zijn zorg voor de schepping en de naaste een opdracht heeft te vervullen. „We moeten de schepping bebouwen en bewaren, niet leegroven en uitputten. Mijn kinderen heb ik ook altijd geprobeerd bij te brengen dat de aarde uiteindelijk van God is. Zo moeten we er ook mee omgaan.”
Uiteindelijk mag een christen uitzien naar een betere toekomst, ook voor de schepping, stelt ds. Hoek. „Nu zucht de schepping onder de gevolgen van de zonde, maar we verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Daarom past een christen geen paniek.”