De klimaattop in Glagow leverde zaterdagavond een verlate slotverklaring op. Is de top een succes?
Een totale flop valt ‘Glasgow’ in ieder geval niet te noemen. Allereerst kwamen landen met een scala aan beloften op de proppen. Elke dag kwam er wel een toezegging naar buiten. Dat was zorgvuldig geregisseerd door de Brits organisatoren. Zo beloofden China en de VS –de twee grootste vervuilers– samenwerking om broeikasgassen terug te dringen. Ook gaan meer dan honderd landen de uitstoot van methaan flink terugdringen. Verder is er beloofd om ontbossing tegen te gaan. En zo valt het lijstje beloften nog veel verder uit te breiden.
Een tweede positieve punt aan de top is dat het klimaatakkoord van Parijs uit 2015 definitief is. De regeltjes waar al zes jaar lang over werd gediscussieerd –over een internationale koolstofhandel– zijn eindelijk uitgekristalliseerd.
Er zijn ook twee uitkomsten waarvan de resultaten tegenvallen. De eerste is dat steenkool weliswaar met naam en toenaam is genoemd in de slotverklaring. Alle landen staan dus achter een vermindering van het gebruik van deze fossiele brandstof. Dat is positief. Zelfs in het akkoord van Parijs werd steenkool nergens concreet genoemd. De ‘maar’ is: op het laatste moment is de tekst in de verklaring op aandringen van India en China afgezwakt. In plaats van het sterkere „uitfaseren”van kolen kwam er „afbouwen” te staan. Een tweede ‘maar’: over olie en gas rept de verklaring nog geen woord.
De tweede uitkomst die tegenvalt, is de beperkte extra klimaatambities. Voor de klimaattop werd al duidelijk dat alle klimaatplannen van landen samen toch nog zouden leiden tot een opwarming van 2,7 graden. Terwijl het streefdoel is om de temperatuur niet meer dan 1,5 graad te laten stijgen ten opzichte van 1850. Er moesten dus extra maatregelen worden genomen. Hoewel India met nieuwe plannen kwam, bleef in Glasgow op dit punt een doorbraak achterwege. Wel is positief dat het „levend houden” van het 1,5 graaddoel, zoals de Britse voorzitter van COP26 Alok Sharma dat noemde, wel lijkt te zijn gelukt. Zo is afgesproken dat landen volgend jaar met aangescherpte doelen moeten komen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen.
Gedesillusioneerd
Op een aantal punten heeft Glasgow geen gewenst resultaat opgeleverd. Die punten hebben te maken met geld. Het meest pijnlijk is de financiering van klimaatmaatregelen in ontwikkelingslanden. Armere landen hamerden er in Glasgow continu op dat de oude belofte van rijke landen –uit 2009– nu eens ingelost moest worden. Maar helaas. Er werd geld beloofd, maar dat kwam niet in de buurt van de beloofde 100 miljard dollar per jaar. Veel ontwikkelingslanden zullen het gevoel hebben met lege handen te staan.
Temeer omdat ze ook pleitten voor een extra fonds voor verlies en schade door klimaatverandering. Maar er kwam geen fonds.
Hoopvol blijft dat alle landen de verklaring ondertekenden en dat deze in vergelijking met die van vorige toppen verdergaat. Maar zoals veel activisten en ook wetenschappers benadrukken: het is te weinig, te laat. Volgens hen verbloemen de zorgvuldig geregisseerde beloften het uitblijven van daadwerkelijke actie. Ergens hebben ze een punt: tussen beloven en doen zit een gat. Pas met een serieuze aanpak kan desastreuze opwarming echt worden voorkomen. Dus na deze top van beloften is het nu tijd dat landen top worden in het uitvoeren van beloften.