Stressen om een gestrande stoptrein
Alarm! Op Arnhem Centraal loopt een man over het spoor. Groene jas, witte broek. Een treinverkeersleider gooit op het NS-station een aantal sporen op slot. Treinen komen tot stilstand.
Calamiteiten en incidenten doen zich in alle soorten en maten voor tijdens een dienst op de Verkeersleidingspost van ProRail in Arnhem. „Een Poolse bouwvakker”, vermoedt een treinverkeersleider, naar buiten blikkend. Met twee muisklikken vergrendelt een collega enkele omliggende sporen. Op het scherm verschijnt een rood slotje. „We kunnen het risico niet nemen dat zo’n man wordt aangereden.”
Verkeersleidingspost Arnhem leidt met 65 man het treinverkeer in Zuid-Gelderland in goede banen. Dag en nacht. In drie ploegen: vroeg, laat, nacht. Alle trajecten tussen grofweg Arnhem, Nijmegen, Den Bosch en Winterswijk vallen onder de verkeerscentrale.
Elk van de zeven treinverkeersleiders tuurt –„op zaal”, in jargon– vrijwel onafgebroken naar zeven of acht beeldschermen. Baanvakken op het scherm zijn versimpeld tot strakke lijnen. Een groene lijn is een vrij, een rode een geblokkeerd baanvak. Een gele lijn geeft een rijdende trein weer.
Brand
Een rood lampje knippert alarmerend op de telefoon van treinverkeersleider Erik Weideman (43) uit Deventer. Nieuwe calamiteit. Op station Nijmegen Dukenburg staat een kapotte trein. De 6653, de stoptrein naar Dordrecht. Computerstoring. Het systeem geeft een brand aan, maar er is geen brand.
„Lastig klusje”, legt Weideman uit. „Arnhem–Nijmegen is een van de drukste trajecten van Nederland. Daar passeren 24 treinen per uur over twee sporen.” Geroutineerd dirigeert de verkeersleider het overige treinverkeer langs de stremming.
„Mooi werk”, verklaart Weideman, twintig jaar in het vak. „Elke calamiteit is anders. Het is hollen of stilstaan. En alles wat ertussenin zit.” De telefoon rinkelt. Een machinist van een goederentrein vraagt tussendoor toestemming om even met 27 wagons te passeren.
„Soms krijg ik tijdens een dienst van acht uur slechts drie, vier telefoontjes. Als alles goed gaat, heb ik niets te doen. Maar niks doen is ook werken”, legt Weideman uit. „Als het misgaat, staat de telefoon direct roodgloeiend. Wij kennen onderdruk én overdruk. Tegen beide situaties moet je bestand zijn. Bij een calamiteit is het vaak in één minuut schakelen van nul naar honderd.”
Weer telefoon. Tot overmaat van ramp doet zich nog een incident voor in het werkgebied van Weideman. In Wijchen is een overwegboom kapotgereden. De verkeersleider met werkgebied Nijmegen moet ingrijpen. Hij neemt contact op met de machinisten die de overweg naderen. „Hier Erik, treinverkeersleiding Nijmegen, over. Een aanwijzing voor trein 7655. Ik spel: zeven-zes-vijf-vijf. Aanwijzing voor overweg 57.5. Ik spel: vijf-zeven-punt-vijf.” Punctueel. Zakelijk. Om elk mogelijk misverstand te voorkomen.
De aanwijzing houdt in dat de machinist maximaal 10 km/uur mag rijden, een fluitsignaal moet geven op de overweg en moet stoppen als de veiligheid dat vordert, zoals het officieel luidt. „Goede reis verder, over en sluiten.”
Verkeersleiders zijn actief om reizigers zo veel mogelijk veilig en ongestoord te kunnen laten reizen. ProRail kampt echter met grote personele tekorten. De spoorwegbeheerder telt 750 treinverkeersleiders en 60 vacatures. Oorzaken zijn vergrijzing, vertrek van personeel en een tekort aan instroom.
„De directie heeft het probleem veel te lang niet serieus genomen”, analyseert Weideman, die jaren actief is geweest in de medezeggenschapsraad. „Het is al meer dan vijftien jaar ellende.”
Uitval
De problemen nemen echter toe. Recent vielen vijf treinen uit op het traject Arnhem–Utrecht doordat er geen verkeersleiders beschikbaar waren. De moeilijkheden doen zich vooral voor in Utrecht, maar ook andere posten kampen met problemen. Door onderbezetting vallen er gaten in de roosters, terwijl vakanties en vrije dagen voor verkeersleiders alleen na veel passen en meten mogelijk zijn.
Het personeelstekort is niet zomaar opgelost. ProRail kan een verkeersleider uit Zwolle niet even invliegen naar Arnhem. Elk gebied vergt specifieke kennis. Bovendien is de selectie streng. De opleiding duurt negen tot tien maanden, waarbij pakweg de helft van de kandidaten afvalt.
Het werk is regelmatig hectisch. Een verkeersleider moet veel ballen tegelijk in de lucht houden, uiterst stressbestendig zijn, anticiperen op calamiteiten en tegelijk het totaaloverzicht houden.
De problemen met de bezetting duren tot zeker medio 2023. ProRail probeert personeel nu aan zich te binden door elke verkeersleider 300 euro bruto per maand extra te geven. „Mooi”, oordeelt Weideman, „maar met geld los je de problemen niet op. Rust, waardering en begrip zijn veel belangrijker.”
De telefoon rinkelt. „Hier Erik… Over.”