Priester, hulpverlener, geestelijk raadsman en docent filosofie. De Syrisch-katholieke priester Behnam Benoka uit Irak is een spin in het web van de wederopbouw van de kerk in het land na de gruwelen van IS. Hij spreekt zaterdag op de Open Doorsdag in Barneveld.
Benoka is geboren en getogen in de Ninevevlakte in Irak, de plek waar ooit Jona en Nahum profeteerden. Benoka promoveerde in de filosofie in Rome en doceert momenteel filosofie aan het Babel College in Ankawa in Irak en is vicedirecteur van het seminarie van de Syrisch-Katholieke Kerk in deze plaats.
Benoka studeerde twee keer in Rome, de laatste keer van 2007 tot 2012, waar hij zijn doctoraat behaalde. In Irak heeft hij twee terroristische groepen meegemaakt: Al Qaida en IS. Maar het was niet iets „krankzinnigs” om na zijn promotiestudie naar Irak terug te gaan, zegt Benoka desgevraagd. „Irak is mijn vaderland. In de tijd na de ondergang van IS in 2017 heerste complete chaos. Ik werd door mijn bisschop gevraagd om hulp te verlenen aan de vele duizenden vluchtelingen. Velen leden aan trauma’s en kregen als gevolg daarvan allerlei psychosomatische ziekten.”
In het bijna geheel verwoeste Mosul zijn de verhoudingen tussen christenen en moslims inmiddels iets verbeterd, constateert hij. „Moslims schamen zich over wat door IS is aangericht. Ze zijn getraumatiseerd over wat is gebeurd, maar als zij ontwaken uit dit trauma, zullen zij de christenen weer vervolgen zoals in vorige tijden. Dankzij Iraanse sjiitische steun wordt nu alles in het werk gesteld om de strategische verbindingsweg tussen Iran en Syrië in Noord-Irak in handen te krijgen, waarlangs Iran zijn wapens smokkelt. Christenen in de plaatsen Qaraqosh, Mosul en Bartella staan onder zware druk van sjiitische milities die de dienst uitmaken. Hun land wordt afhandig gemaakt, de sjiiten doen er alles aan om de christelijke invloed weg te vagen. Ook zijn er tekenen dat IS zijn macht in Irak weer terugkrijgt.”
Uittocht christenen
In de tijd van Saddam Hoessein waren er nog anderhalf miljoen christenen in Irak. Daarvan zijn er vandaag nog slechts 175.000 over. Benoka: „De emigratie begon al in de jaren negentig. Vanwege het internationale embargo tegen Saddam Hoessein was er gebrek aan voedsel, geld en medicijnen. We hoopten dat in 2003, bij de val van Hoessein, een nieuwe tijd zou aanbreken. Helaas, het werd een tijd van complete chaos. Er kwam geen democratie, maar totale oorlog. De fundamentalistische islam werd de belangrijkste factor van verwoesting van Irak.”
Paus Franciscus spreekt van „de oecumene van het bloed”: juist door het bloed van de vervolging worden christenen naar elkaar gedreven.
„Dat hebben we gezien na de ondergang van IS. Alle kerken, scholen en organisaties sloegen de handen ineen. Aanslagen tegen christenen zorgden ervoor dat mensen letterlijk gedompeld werden in het bloed. Maar vervolging heeft ook meerdere aspecten dan alleen tegen het lichaam, zoals in Irak het geval is. Ook Europa bevindt zich in gevaar van vervolging, omdat de christelijke moraal onder druk staat. Ik heb dat gemerkt toen ik in Rome woonde. Ik ben blij voor de gebedssteun van westerse christenen, maar op hoog politiek niveau heerst er zwijgen. Het Westen geeft materiële en economische hulp, maar laat het geheel afweten als het gaat om op diplomatiek niveau aandacht vragen voor de vervolgde christenen. Het gaat om de toekomst van de kerk in Irak.”
Hoe kunt u een kerk opbouwen als er steeds meer christenen wegtrekken?
„Ik kan de christenen in Irak niet vragen of ze willen blijven, laat staan druk op hen uitoefenen. Het is hun persoonlijke beslissing en morele verantwoordelijkheid. Christenen hebben hier al vele eeuwen hun bestaan opgebouwd en zijn van grote invloed geweest op de samenleving, zoals op het terrein van het onderwijs en de ziekenzorg. Ik wil niets liever dan dat christenen in Irak van het Evangelie getuigen en dat moslims gedoopt worden. Dat kan hier vaak niet, maar wel in Europa als ze daarheen trekken. Maar is de Europese kerk daar klaar voor? Er is een grote geestelijke honger onder Iraakse moslims nu ze de ware aard van IS en van de islam hebben gezien.”