Aftellen naar een regelrechte catastrofe in Afghanistan
Hongersnood dreigt deze winter voor miljoenen Afghanen. En dat is niet de enige ellende die de bevolking treft. „We tellen af naar een regelrechte catastrofe.”
De verhalen zijn hartverscheurend. Kinderen in de Afghaanse hoofdstad Kabul struinen vuilnisbakken bij hotels af, op zoek naar iets eetbaars. Families doen alles wat ze in huis hebben van de hand om maar aan voedsel te komen. De Britse omroep BBC meldde zelfs dat een moeder haar baby verkocht, in ruil voor een paar maaltijden.
Het zijn allemaal symptomen van de ernstige voedselcrisis die Afghanistan boven het hoofd hangt. Volgens het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) kampt 55 procent van de bevolking (22,8 miljoen mensen) de komende maanden met voedselonzekerheid – het hoogste percentage ooit in het land. Voor 3,2 miljoen kinderen dreigt acute ondervoeding. Slechts 5 procent van de Afghanen heeft elke dag genoeg te eten, waarschuwde het WFP al in september.
„Afghanistan behoort momenteel tot een van de ergste wereldwijde crisisgevallen – zo niet het ergste”, verklaarde WFP-directeur David Beasley deze week. „We tellen af naar een regelrechte catastrofe”, waarschuwde hij.
En dus moet er snel iets gebeuren, wil de dreiging geen dramatische werkelijkheid worden. Met het invallen van de winter zullen veel gebieden in Afghanistan zo goed als onbereikbaar worden, waardoor de levens van miljoenen mensen op het platteland op het spel komen te staan.
In Afghanistan zelf is nauwelijks nog iets te krijgen – laat staan tegen fatsoenlijke bedragen. Door de opmars en daarop volgende machtsovername van de radicale taliban in augustus zijn veel banken en winkels gesloten. Contant geld is nog amper in omloop. Boeren zijn hun akkers ontvlucht, waardoor de oogsten dreigen te mislukken. De opbrengsten van het land waren toch al minimaal door de aanhoudende droogte en het daarmee gepaard gaan watertekort. Basisingrediënten als olie en meel gaan voor woekerprijzen over de toonbank.
Twijfels
De enige manier om het tij nog enigszins te keren, is massale invoer van buitenlandse hulp. Tijdens de internationale donorconferentie voor Afghanistan vorige maand zegde de internationale gemeenschap ongeveer een miljard euro steun toe, waarvan ruwweg een derde voor voedselhulp. Het WFP verwacht echter dat het maandelijks bijna 200 miljoen euro nodig heeft om de ergste nood te lenigen. De huidige toezeggingen zijn daarvoor bij lange na niet genoeg.
En zelfs als er meer geld beschikbaar komt, is het nog lastig genoeg om die adequaat bij de Afghaanse bevolking te krijgen. De meeste landen willen de hulpverlening niet via de taliban laten lopen omdat ze de legitimiteit van de nieuwe machthebbers niet erkennen en bang zijn dat de fondsen in de verkeerde zakken verdwijnen. Inmiddels is afgesproken dat de Verenigde Naties de humanitaire bijstand zullen coördineren, maar ook zij zullen met het regime samen moeten werken.
En daar leven bij de bevolking de nodige twijfels over. „Niemand zorgt voor de armen”, klaagde de Afghaanse Hayat Khan begin deze week tegen de BBC. „Als er al hulp van buitenaf komt, zorgen de mensen die aan de macht zijn ervoor dat die bij hun familie terechtkomt en niet bij de armen.”
Inmiddels hebben de taliban zelf ook maatregelen genomen om een dreigende hongersnood af te wenden. De nieuwe machthebbers hebben de importheffingen op voedsel fors verlaagd. Ze bieden ook 40.000 mensen werk aan waarvoor ze in levensmiddelen krijgen uitbetaald.
Vluchtelingenstroom
De nijpende voedselschaarste is bepaald niet het enige humanitaire probleem waar de bevolking mee kampt. De chaos en het geweld van de afgelopen maanden hebben een forse nieuwe vluchtelingenstroom op gang gebracht. De Verenigde Naties waarschuwen dat het aantal mensen dat het land probeert uit te komen tegen het eind van het jaar tot zo’n 500.000 zal oplopen. Die komen dan boven op de 2,2 miljoen Afghanen die de afgelopen jaren al naar het buitenland zijn gevlucht en de 3,5 miljoen die binnenslands van huis en haard zijn verdreven.
Volgens de Verenigde Staten hebben de taliban toegezegd dat zij Afghaanse burgers met een geldig buitenlands visum zullen toestaan het land te verlaten. Het probleem is echter dat veel mensen die uit angst voor hun veiligheid voor het nieuwe regime op de vlucht zijn juist niet over de juiste papieren beschikken. Bovendien staan veel staten –waaronder diverse buurlanden– niet te springen om asielzoekers op te nemen.
De humanitaire problemen komen boven op het knellende regime van de taliban en alle beperkingen die dat met zich meebrengt. Hoewel dat voor veel Afghanen nu niet de eerste zorg is. Eerst moet er brood op de plank komen.