Economie

In een schone trekker door de blubber

In september en oktober zetten loonwerkers hun tanden in de mais. In een paar weken moeten de voedzame planten van het land. Voor loonwerker Martin Soetendaal (30) is het een „mooie periode.” Hij rijdt dan van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat de oogst van het land naar de boerderij.

16 October 2021 14:39
Martin Soetendaal is loonwerker bij Gebr. Blankespoor uit Harskamp. beeld RD, Anton Dommerholt
Martin Soetendaal is loonwerker bij Gebr. Blankespoor uit Harskamp. beeld RD, Anton Dommerholt

Het regenwater komt deze woensdagochtend met bakken uit de lucht. De werknemers van loonbedrijf Gebr. Blankespoor B.V. uit Harskamp beginnen daarom iets later dan gebruikelijk. „Als het land te nat is, rijd je het snel kapot. En het is ook niet ideaal als er veel vocht in de gehakselde mais zit.”

Hoewel het onverminderd hard blijft regenen en het land steeds blubberiger wordt, gaan Martin en zijn collega’s om halftien toch beginnen. De boer van wie het land is, wil niet langer wachten. „En wij hebben ook genoeg te doen. De maisoogst is altijd een mooie, maar drukke periode. Dan gaan we van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat door.”

Een maishakselaar en twee trekkers met een silagewagen erachter rijden halverwege de ochtend naar de Esvelderweg, even buiten Kootwijkerbroek. Daar ligt een maisland met een oppervlakte van bijna 2,5 hectare.

De hakselaar verorbert de mais met een snelheid van zo’n 6 kilometer per uur. Martin en zijn collega rijden om beurten vlak naast de machine, die de oogst via een buis in de silagewagen blaast.

Na één strook van bijna 300 meter zit de aanhangwagen al vol. Martin stuurt de Fendt 828 Varia naar de uitgang van het weiland. De vader van vijf kinderen bedient de trekker op z’n sokken. Zijn schoenen staan netjes naast elkaar tegen de zijkant van de cabine. „Het liefst houd ik het hier een beetje schoon.”

Als de loonwerker de openbare weg op draait, is het nog geen 200 meter tot het erf van de boer van wie de mais is. Een hobbelig pad met grote plassen leidt naar de sleufsilo waar de lading gelost moet worden.

Martin stuurt de silagewagen met de achterkant de sleufsilo in. Met een blauwe joystick bestuurt hij het systeem dat de lading lost. Eerst gaat de achterklep omhoog. Op de bodem van de wagen zitten een soort lopende banden die door kettingen worden aangedreven. Met een druk op de knop gaan die banden lopen, waardoor de lading van de wagen schuift en in de sleufsilo stort.

Als de wagen leeg is, rijdt Martin zo snel mogelijk weer naar het land. Onderweg komt hij zijn collega tegen die ook een volle wagen gaat legen. En zo rijden de mannen steeds heen en weer.

Af en toe klinken er piepjes en stemmen door de cabine. Die komen uit een soort radioapparaat dat aan het plafond hangt. „Dat is een 27 MC-bak. Daarmee kunnen we met elkaar praten. Handig voor als je even wilt overleggen.”

Afrijpen

De oogst is dit jaar bijzonder goed. „Heel anders dan de afgelopen drie jaar. Toen was het zo droog dat de maisplanten soms geen kolven konden zetten. En dan zitten er ook bijna geen voedingsstoffen in het voer.” Voor een loonwerker maakt het in theorie weinig uit hoe voedzaam de mais is; er moet hoe dan ook geoogst worden. Toch voelt het fijner om een mooie oogst van het land te halen, vindt Martin. „Als de boer tevreden is, dan hebben wij er ook meer plezier in.”

In de omgeving van het land aan de Esvelderweg zijn veel percelen waar de mais nog onaangeroerd staat. De oogst is laat dit jaar. „Vorig jaar begonnen we zeker een maand eerder.” Door het koele voorjaar liep de plant wat achter. September was relatief zacht en zonnig. „Voor het afrijpen is juist koud weer nodig. Dan heeft de mais door dat de winter eraan komt; dat is een prikkel om te gaan rijpen”, legt Martin uit.

De inwoner van Harskamp geniet zichtbaar van zijn werk. De boerenzoon is geboren en getogen op een kalvermesterij. Na de middelbare school, het Lodenstein College in Hoevelaken, ging hij meteen in de bosbouw werken. Acht jaar later volgde een overstap naar Gebr. Blankespoor. „Daar werk ik nu zes jaar, met veel plezier. We doen van alles. Vooral in de agrarische wereld, maar ook transport en grondwerk – met graafmachines en zo. Het is heel afwisselend.”

Het enige minpunt van het werk in de agrarische sector vindt Martin de regelgeving. „Die mensen in Den Haag verzinnen tig regeltjes. Ieder jaar is het weer anders.” Ook loonbedrijven hebben daar last van. „Bijvoorbeeld: de mais moet op 1 oktober van het land zijn, omdat je na die datum geen vanggewas meer mag zaaien. Dat heeft met stikstof te maken. Maar als de mais laat rijp is, krijgen wij stress, omdat we in korte tijd alles moeten oogsten. Uiteindelijk hoorden we op het laatste moment dat we een maand uitstel krijgen, maar toch. Ik denk dan: snappen ze in Den Haag wel dat we afhankelijk zijn van het weer, en dat je dus nooit kunt weten of je op 1 oktober alles geoogst kunt hebben?”

Rond halftwaalf is het land aan de Esvelderweg leeg. Martin rijdt voor het laatst naar het erf van de boer. „We gaan nu verder met het veld hierachter. Maar eerst doen we een bak koffie.”

Meer over
Onderweg

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer