Thuiszorg loopt tegen pijnlijke problemen aan
De werkdruk is hoog, het ziekteverzuim groot. De problemen in de thuiszorg nemen toe, terwijl Nederland nog maar aan het begin van de vergrijzing staat.
Een man met niet-aangeboren hersenletsel heeft opvang nodig. Geen enkele zorginstelling heeft echter plek voor hem. Ten einde raad klopt zijn familie aan bij de thuiszorg om hem met hulp dan maar zelfstandig te laten wonen.
Lelie zorggroep, de koepel van thuiszorgorganisaties Curadomi en Agathos, maakt regelmatig schrijnende situaties mee, vertelt bestuurder Hendrik Jan van den Berg. „Bij sommige levensverhalen schieten de tranen je in de ogen. De nood is soms erg hoog.”
Ook RST-bestuurder Peter Boudewijn loopt tegen pijnlijke omstandigheden aan. „Een geopereerde cliënt die niet uit het ziekenhuis weg kan omdat er geen plaats is in een verpleeghuis of in de thuiszorg en terwijl hij niet over mantelzorgers beschikt. Schrijnend.”
Lelie zorggroep (4000 medewerkers; 1900 in de thuiszorg) en RST Zorgverleners (1100 medewerkers; 700 in de thuiszorg) zijn dagelijks actief in de Biblebelt.
Zorgkloof
De problemen in de thuiszorg nemen toe, de zorgkloof groeit. In 1970 waren er op één zorgvrager vier zorgverleners, anno 2021 moet vier man het met één zorgverlener doen. „Deze stille revolutie in de zorg voelen we iedere dag”, zegt Van den Berg.
De toenemende vergrijzing levert problemen op. Ouderen leven niet alleen langer, maar blijven ook langer thuis wonen, terwijl de complexiteit van de zorg toeneemt.
Tegelijkertijd is de druk vanuit ziekenhuizen groot om patiënten naar huis te sturen om daar te worden verzorgd, geven Van den Berg en Boudewijn aan. „Vooral tijdens de coronacrisis.”
De werkdruk in de thuiszorg verschilt, stelt Van den Berg van Lelie. „In sommige teams is de belasting erg hoog, in andere is het goed behapbaar.” De RST kampt vooral rond Rotterdam en de Drechtsteden met een „structureel”personeelstekort.
Rompslomp
Regelmatig kunnen RST-medewerkers daar helemaal geen zorg leveren. „Heel vervelend”, verklaart Boudewijn. „Collega’s vinden het heel moeilijk cliënten niet de zorg te kunnen bieden die ze nodig hebben. Dit verhoogt het gevoel van een hoge werkdruk.”
De hoogte van de werkdruk is lastig hard te maken. Het is ook een subjectief gevoel dat moeilijk is uit te drukken in een cijfer, geven Van den Berg en Boudewijn aan.
De hoge werkdrukbeleving wordt versterkt door de administratieve rompslomp die medewerkers moeten bijhouden. „We proberen daarom de administratie te beperken, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit”, stelt Boudewijn.
Thuiszorgorganisaties moeten een balans zoeken tussen hulpvraag en -aanbod. „Wij moeten daarbij oog hebben voor onze mensen. Vallen zij om, dan valt de zorg helemaal weg”, legt Van den Berg uit. „Soms moeten we ter bescherming van onze mensen nee verkopen”, stelt Boudewijn. Medewerkers vóélen de druk op hun schouders, legt de RST-bestuurder uit. „Mensen werken vaak uit eigen beweging meer dan in hun contract staat. Gevaar is dat daardoor de privé-werksituatie uit balans raakt.”
Door de toenemende werkdruk ontbreekt soms de tijd voor een goed gesprek met een cliënt. „Teleurstellend”, verklaart Van den Berg. „Het is ook een uitholling van het vak.”
RST Zorgverleners en Lelie zorggroep zetten technische middelen in om hun personeel te ontlasten. De RST gebruikt –„bij sommige cliënten”– bijvoorbeeld een apparaat voor medicatiedosering. Lelie voorziet met virtuele thuiszorg in contact op afstand. „Met 20 tot 30 procent minder zorg gemiddeld per cliënt kunnen we dus 20 tot 30 procent meer cliënten helpen. Cliënt zijn toch tevredener, omdat ze zelf de regie hebben.”
Toch kan virtuele zorg nooit een gesprek onder vier ogen vervangen, erkent Van den Berg. Lelie stimuleert cliënten daarom om mantelzorg vanuit hun netwerk in te schakelen.
Somber
Probleem is echter dat het aantal mantelzorgers afneemt, bijvoorbeeld door de groei van het aantal tweeverdieners. Bovendien worden niet alleen cliënten, maar ook mantelzorgers ouder. Een sombere situatie, erkent Boudewijn. Een oplossing is ook niet in zicht, de zorgvraag blijft toenemen terwijl de personeelscapaciteit onvoldoende meegroeit. „We ontkomen er niet aan een brede maatschappelijke discussie te voeren over verschraling van de thuiszorg.”