Mondkapje nog even verplicht op het perron. „Echt...?!”
Veel treinreizigers snappen de coronaregels niet meer. Of weten niet dat mondkapjes in het ov tot zaterdag gewoon overal verplicht zijn. Het gros doet het ding toch voor. Gelaten.
Langzaam zet de rood-witte Spurt van vervoersbedrijf Arriva zich in beweging. Stipt op tijd. Het boemeltje naar Zutphen is behoorlijk vol. Een deursticker wijst reizigers op de regels. ”Mondkapje verplicht.”
Nagenoeg iedereen in treinstel 257 draagt een mondmasker. Behalve Isis Janssen (17). De tweedejaarsstudent aan de Aventuskappersopleiding heeft de zwarte lap ergens onder aan haar kin hangen. „Als de conducteur komt, doe ik ’m snel voor”, zegt ze, een shaggie draaiend. „Ik heb geen zin in een boete. Voor een student is 95 euro veel geld.”
Snorrend snelt de stoptrein door het weidelandschap. Koeien liggen loom in de warme najaarszon. Zwartbonte en roodbonte. „Station Voorst-Empe”, zegt een metalen vrouwenstem. De trein remt af.
Snappen doet Isis de coronaregels niet. „In ziekenhuizen en bejaardenhuizen zijn mondkapjes noodzakelijk, maar in een stille trein…?! Ik zit de hele reis gewoon rustig op m’n plek.”
Berisping
Ze krijgt bijval vanaf de andere kant van het gangpad. „Als het druk is in de trein snap ik het nut van een mondkapje”, zegt P. J. Hansman (55) in rodekruisuniform. „Maar als het rustig is, vind ik het ook overbodig.” Hansman heeft al een berisping aan z’n broek voor het ontbreken van mond- en neusbescherming. „Geen officiële, hoor.”
Zutphen in zicht. Voorzichtig neemt de Spurt de ijzeren IJsselbrug. De zon glinstert in het woelige water. „Station Zutphen. U kunt hier overstappen naar…”
Versoepeling
Vanaf zaterdag versoepelt het kabinet de coronaregels voor het openbaar vervoer. In stations en op perrons zijn mondkapjes dan niet langer verplicht. In trein, tram, bus en metro blijft het voorschrift echter gehandhaafd.
De NS zijn blij met de versoepeling. „Het is jammer dat de trein de laatste plek is waar de mondkapjes verdwijnen, maar we snappen de logica. Het werken met coronatoegangsbewijzen zoals in de horeca is nu eenmaal niet mogelijk in het ov”, zei NS-president-directeur Marjan Rintel eerder in een reactie op de versoepelingen. „Voor reizigers is het helder: instappen is opzetten.”
Gesteggel
De NS-intercity richting Deventer rijdt Zutphen binnen. Acht reizigers stappen uit treinstel 4058. Allen mét mondkapje. Een vluchtige blik leert dat een slordige 80, 85 procent van de reizigers zich op het perron aan de regels houdt. Conducteurs laten overtreders ongemoeid.
Niet iedereen kent de versoepelingen. Of weet dat deze pas zaterdag ingaan. „Echt? Moet ik híer een mondkapje op?! Dat wist ik echt niet”, zegt Sebastian (34) –„geen achternaam”– op het perron. De horecamedewerker uit Oisterwijk kijkt schuldbewust. „Ik snap het beleid niet meer. Naar een voetbalstadion mag wel, naar een concert niet. Ik word moe van dat gesteggel.”
Frans (77) en Joke (76) Doove uit Rhenen blazen op station Zutphen uit op een bankje. Voldaan na een stadswandeling. „Dit is onze eerste treinreis sinds het uitbreken van de crisis. Ik heb de trein gemist. In coronatijd zoek je ’m niet op, hè?”
De Doove’s houden zich altijd netjes aan de regels. Alleen nu even niet. Het echtpaar zit zonder mondmasker op het perron. „Moeten we hier echt een mondkapje op? Als de overheid dat vraagt, doe ik dat. Anders wordt het een zooitje.” Hij wijst naar Urk. „Vreselijk.”
Doove kan zich boos maken over Nederlanders die altijd overal om kunnen mopperen. „Kijk naar Duitsland, daar doen burgers gewoon wat de overheid vraagt.”
Stiltecoupé
De intercity vertrekt. De verslaggevers nemen plaats. Oeps, stiltecoupé. Niet handig als je reizigers wilt bevragen. Een moeder met twee kleine kindjes komt ook zitten. „Jongens, dit is een stiltecoupé. Kunnen wij dat?” Néé, schudt dochterlief van pakweg twee driftig.
Op het balkon zit Atta Ertas (24), woonfraudeambtenaar in Veenendaal. Oortjes in. De coronaregels maken een mens creatief. „Ik haal altijd snel iets te eten voor in de trein. Dan hoef ik geen mondkapje op.”